Retroscoop

‘We willen dat ook mensen met Pompe opa en oma kunnen worden’

Prof. Ans van der Ploeg zag haar fundamenteel onderzoek naar de ziekte van Pompe opgroeien tot een wereldwijd voorgeschreven enzymvervangende therapie. Maar ze weet ook: de zoektocht naar een genezende behandeling voor erfelijke spierziekten komt waarschijnlijk nooit af. ‘De natuur is weerbarstig.’

Deel
13 likes
Leestijd 4 min
retroscoop_Ans_van_der_Ploeg
In de Retroscoop kijken medisch specialisten van het Erasmus MC die met pensioen gaan terug op hun vakgebied. Welke revoluties hebben zich voltrokken? De hamvraag: wat kon je betekenen voor de patiënt toen je begon, en hoe is dat nu?

Ans van der Ploeg wist als net afgestudeerde arts al: een dokter kan niet zonder een goede wetenschappelijk onderzoeker, en een wetenschappelijk onderzoeker kan niet zonder een goede dokter. Daarom hapte ze direct toe toen onderzoeker klinische genetica dr. Arnold Reuser een kinderarts zocht. Een dokter die samen met hem op zoek wilde naar een therapie voor de genetische stofwisselingsziekte van Pompe.

De tandemconstructie bleek decennialang buitengewoon vruchtbaar. Samen met Reuser boekte Van der Ploeg baanbrekend succes met een behandeling voor de ziekte van Pompe. Ze ontwikkelden een enzymvervangende therapie, Myozyme, die de symptomen van de ziekte van Pompe sterk vermindert en de kwaliteit van leven enorm verbetert.

Kleine stapjes

‘We hebben ontzettend veel bereikt’, erkent Van der Ploeg. ‘We ontwikkelden de behandeling met het alfa-glucosidase-enzym van het lab tot aan de patiënt. Daar leer je superveel van, en dan vooral dat succes met kleine stapjes komt’, zegt ze.

‘Ik koesterde aanvankelijk een utopische verwachting. De patiënt staat op uit zijn rolstoel en dan is het klaar. Maar de natuur is weerbarstig. Patiënten overleefden langer, peuters met Pompe leerden lopen, de kwaliteit van leven werd beter. Maar daarmee waren we er niet.’

De ervaringen met zo’n nagelnieuwe therapie zijn proefondervindelijk en real time, schetst ze. Je loopt eigenlijk altijd achter de opgroeiende patiënt aan. Een arts kan niet in oude wetenschappelijke tijdschriften teruglezen hoe problemen werden getackeld. ‘De eerste patiënten startten 25 jaar geleden met alfa-glucosidase. We zien nu dat patiënten, naarmate ze ouder worden, tegen nieuwe problemen aanlopen.’

De tekst gaat verder onder het kader

De ziekte van Pompe is een zeldzame erfelijke stofwisselingsziekte, ook wel metabole ziekte genoemd. Daarvan zijn er honderden verschillende, zoals de ziekte van Fabry, de ziekte van Krabbe, mucopolysacharidose en porfyrie.

Bij een stofwisselingsziekte gaat het mis in de energiehuishouding van de lichaamscellen. Dit komt doordat er een fout zit in het DNA, waardoor een bepaald enzym dat nodig is voor de stofwisseling niet goed werkt of ontbreekt. Deze fouten leiden tot een ophoping van schadelijke stoffen of een tekort aan belangrijke stoffen in het lichaam. Vaak uit de ziekte zich in de spieren, die zich niet of onvoldoende ontwikkelen.

Patiënten met de ernstigste vorm van de ziekte van Pompe, blijken rond hun tienerleeftijd ziekteverschijnselen te krijgen in de hersenen. ‘Ze ontwikkelen bijvoorbeeld epilepsie.’ Dat was 25 jaar geleden niet bekend omdat baby’s en kinderen met Pompe al snel kwamen te overlijden. ‘Dan moet je dus opnieuw het lab in om te begrijpen wat hier gebeurt.’

Daarbij heeft het klimmen der jaren, net als bij iedereen, effect op de spieren. ‘Vanaf je 30e verliest ook een gezond mens 3 tot 5 procent van zijn spiermassa per jaar. Voor mensen met een metabole spierziekte is dat niet anders, maar dat brengt wel nieuwe uitdagingen mee.’

Opa en oma

Erfelijke ziekten met een oorsprong in een genetisch defect zijn eindeloos ingewikkeld, schetst ze. ‘Van dit soort ziekten kom je nooit helemaal af. We zijn nu bezig met de ontwikkeling van gentherapie en gene editing. De kunst is om voldoende cellen in het lichaam te bereiken, zodat de therapie een leven lang effectief is. Want je wilt dat patiënten zich gedurende hun leven ontwikkelen zoals ieder ander. Dat ook zij uiteindelijk opa en oma kunnen worden.’

Daarom is het zo belangrijk om alle kennis die wetenschappers en artsen wereldwijd vergaren, te delen en te bundelen. ‘Je kunt dit niet alleen. Alleen al hier in het Centrum voor Lysosomale en Metabole Ziekten werken kindergeneeskunde, interne geneeskunde, neurologie, klinische genetica en de apotheek nauw samen om kinderen en volwassenen met metabole ziekten te behandelen en om onderzoek te doen die de behandeling vooruithelpt.’

Omdat de ziekte van Pompe inmiddels wel te behandelen, maar nog niet te genezen is, behandelde Van der Ploeg patiënten vaak vanaf de babyleeftijd tot de dag dat ze volwassen werden. Ook daarna hield ze dikwijls contact met hen.

‘De kinderen en hun ouders, de volwassenen en hun partners. Ik heb bewondering voor hen. Ze blijven positief en krachtig in het leven staan. Eerder dit jaar overleden twee iconen met de ziekte van Pompe: Tiffany House en Maryze Schoneveld van der Linde. Zij waren onvermoeibare voorvechters van de Pompe-gemeenschap. Ik kende hen al meer dan 30 jaar.’

Ze wijst naar het prikbord naast haar bureau, waaraan foto’s van kinderen prijken. ‘Dit zijn kinderen die het niet hebben gered. Ze herinneren mij aan de boodschap dat het werk aan metabole ziekten nooit klaar is.’

Die boodschap heeft Van der Ploeg de nieuwe artsen en onderzoekers van het Centrum voor Lysosomale en Metabole Ziekten op het hart gedrukt. En ze gaf hen mee: durf te dromen en maak die dromen waar.

Van der Ploeg zelf draagt het stokje eind deze maand definitief over. ‘Voor mij eindigt het nu. Ik vind dat je de nieuwe generatie moet laten groeien zonder dat je er zelf tussen blijft staan. Zij moeten hun eigen koers uitstippelen. Én ze mogen fouten maken. Dat moet zelfs, want je leert ervan.’

Dat einde markeert ook een nieuw begin. Ze gaat op reis; Zuid-Amerika staat hoog op de verlanglijst. En ze gaat door met sporten. ‘Ik tennis graag en ik wil eindelijk verder komen dan les 5 met golf. En verder: wandelen, musea, theater.’ Lacht: ‘Als je me hier over vijf jaar toch nog steeds tegenkomt moet je me maar herinneren aan dit interview.’

Lintje

Ans van der Ploeg heeft tijdens haar afscheidssymposium een Koninklijke Onderscheiding ontvangen. Ze is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.

 

 

Lees ook