Deelnemers gezocht

Meer grip op jeuk met een spelletje Tetris

Wetenschappers van het Erasmus MC zoeken patiënten met jeuk door atopisch eczeem of de huidaandoening prurigo nodularis. Ze onderzoeken of een psychologische behandeling met een vorm van EMDR de drang om te krabben kan verlichten. Patiënten krabben daarbij in verbeelding, terwijl zij met hun ogen een lamp of vinger volgen of een spelletje Tetris doen. De eerste resultaten zijn veelbelovend.

Deel
34 likes
Leestijd 5 min
Mathijs-Rick-Leonieke_DSF3741 Fotograaf Esther Morren
Mathijs de Veer (l) doet samen met dermatoloog Rick Waalboer – Spuij (m) en universitair hoofddocent en GZ-psycholoog Leonieke Kranenburg (r) onderzoek naar psychologische behandelingen van krabgedrag. Foto: Esther Morren.

Het begon met een experiment buiten het ziekenhuis. Een patiënt met ernstig eczeem vroeg haar klinisch psycholoog om de jeuk te behandelen met een afgeleide vorm van Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR). Dat is een techniek die wordt gebruikt bij het verwerken van heftige gebeurtenissen. ‘Maar in plaats van aan een pijnlijke herinnering te denken, werken we ernaar toe dat de sterke fysieke drang om te krabben afneemt’, vertelt Mathijs de Veer. Hij is medisch psycholoog en promovendus bij de afdeling Psychiatrie en doet onderzoek naar psychologische behandelingen van krabgedrag.

De Veer behandelde al enkele patiënten met atopisch eczeem, een veel voorkomende, niet besmettelijke chronische ontstekingsziekte van de huid, en de zeldzame huidaandoening prurigo nodularis met het drang EMD-protocol (EMD-U). De drang om te krabben werd aanzienlijk minder of verdween zelfs. Dat is voor deze patiënten een enorme opsteker, weet De Veer. ‘De enige behandeloptie voor deze huidaandoeningen is de aangedane plekken vet houden met zalf.’ Nu zijn De Veer en collega’s op zoek naar meer dan 100 patiënten met atopisch eczeem of de huidaandoening prurigo nodularis voor vervolgonderzoek.

De drang om te krabben werd aanzienlijk minder of verdween zelfs

Bij de eerste behandelsessie vraagt De Veer patiënten om de drang om te krabben een cijfer te geven tussen de nul en tien. Daarna laat hij hen in verbeelding reageren op de jeuk, door bijvoorbeeld in gedachten te krabben. Ondertussen moeten patiënten met de ogen een bewegende lamp of vinger volgen.

Iedere jeukplek wordt zo één voor één behandeld. ‘Na afloop vraag ik patiënten om deze oefening thuis te doen iedere keer dat ze drang krijgen om te krabben. Dat kan ook met een spelletje Tetris in plaats van de lamp of bewegende vinger’, aldus De Veer. Het onderzoek in het Erasmus MC is een aanvulling op de standaardzorg van de dermatoloog.

Erkenning

Hoe de behandeling precies de jeuk onderdrukt, kunnen de onderzoekers niet verklaren. ‘Het begint natuurlijk met aandacht voor de aandoening en erkenning voor de drang om te reageren op jeuk’, reageert universitair hoofddocent en GZ-psycholoog Leonieke Kranenburg, die De Veer begeleidt.

Deze patiënten doorlopen een cyclus, die vaak begint met jeuk, legt ze uit. Zij krabben als reactie daarop. De jeuk wordt even minder, maar komt kort daarna heviger terug. Gevolg is dat ze meer krabben. Er ontstaan wondjes. De genezing van deze wondjes geeft ook jeuk, wat weer leidt tot de drang om te krabben.

Tetris

‘Door de focus op een specifieke jeukplek, het in verbeelding krabben en het werkgeheugen op dat moment te belasten met een opdracht om een lamp of vinger te volgen of spelletje Tetris te doen, willen we deze loop doorbreken om echt te krabben. Dus steeds weer in verbeelding krabben en afleiden, totdat de drang volledig is afgenomen’, aldus Kranenburg.

De behandeling heeft nog twee voordelen. Doordat de krabdrang vermindert, krijgt de huid gelegenheid om te herstellen van schade door het krabben. Bovendien is deze behandeling veel korter dan het aantal sessies dat bij cognitieve gedragstherapie nodig is.

Succes

De motivatie en discipline om het krabgedrag te beteugelen is een voorspellende factor voor het succes van de behandeling, zeggen de onderzoekers. ‘In het begin daalt de drang bij vrijwel alle patiënten, maar daarna komt het aan op volhouden’, aldus De Veer.

Na de twee behandelsessies, houden de onderzoekers daarom vinger aan de pols. Ook registeren de patiënten hoe vaak ze krabdrang hebben en de techniek toepassen. ‘We houden tot zes maanden na de behandeling contact over hoe de jeuk en het effect van de behandeling hun leven beïnvloeden. Ook blijven ze de dermatoloog bezoeken’, besluit De Veer.

Aanmelden

Meedoen aan het onderzoek? Aanmelden kan via psychodermatologie-onderzoek@erasmusmc.nl.

‘Het EMDR-gedeelte was het toetje’

De armen van Tanja (53) zitten vol met kleine witte littekens. Haar camouflageprint, zoals ze het zelf noemt, is de stille getuige van tien jaar jeuk. Met een vorm van EMDR leerde ze om de drang om te krabben te beheersen. ‘Ik kan het iedereen aanraden.’

De jeukende bulten ontstonden plotseling toen ze 43 jaar was door een zeldzame huidziekte. ‘Ik had zo’n jeuk, en dat is bekend: daar word je krankzinnig van’, vertelt Tanja. Ze krabde haar huid kapot. ‘Het was geen doen om ervan af te blijven. Ik kreeg pilletjes tegen die jeuk. Maar dat hielp niet afdoende. Dus ik wilde alles proberen.’

Tanja’s leven werd beheerst door jeuk. ‘Ik kon niet normaal leven. Uit schaamte voor mijn huid, droeg ik geen kleding met korte mouwen. En ik ging niet meer zwemmen of naar het strand. Ook niet logeren, want door de wondjes zaten de lakens dan al gauw onder de bloedvlekken.’ Via haar dermatoloog komt ze in contact met medisch psycholoog Mathijs de Veer.

Beloning

Bij De Veer doorloopt Tanja sessies die gericht zijn op haar gedrag. Ze ontdekt dat ze haar krabgedrag kan leren sturen met een beloning, zoals lekkere douchegel, als het lukt om niet te krabben. Als het niet lukt om zich te beheersen, moet ze van zichzelf minder leuke klussen in huis doen. En ze weet: krabben werkt alleen op de korte termijn, dus niet doen. Door haar gedrag te leren sturen, krijgt ze de controle en dat voelt goed.

De sessies bij De Veer rondt ze af met de behandeling met een gekleurde lamp in de spreekkamer. ‘Het EMDR gedeelte was het toetje’, volgens Tanja. Door het licht van de lamp te volgen met haar ogen van links naar rechts en ondertussen van honderd af te tellen naar nul, vergat ze de jeuk. ‘Het klinkt ongelofelijk maar het is waar. Inmiddels doe ik het te pas en te onpas. Die lamp heb ik niet meer nodig. Ik kan het nu ook met twee denkbeeldige punten op de muur.’

Oplossing

De aandoening is er nog en de jeuk ook, maar ze leerde er anders mee omgaan. De techniek voorkomt 98 procent van de ellende, aldus Tanja. ‘Ik kan het iedereen aanraden, omdat het relatief eenvoudig is.’

En als het niet lukt? ‘Dan neem ik een pilletje tegen de jeuk, dat werkt binnen een half uur. Zo lang kan ik mij wel beheersen, want ervan afblijven is de oplossing. ‘Mijn leven is veel aangenamer geworden. Ik loop fluitend met mijn korte mouwen over straat. En zwom deze zomer weer voor het eerst sinds jaren in zee. Heerlijk!’

*Tanja’s volledige naam is bij de redactie bekend.

Lees ook