Consensus

Wel of niet een organoïde?

Mini-organen of organoïden zijn een belangrijk onderdeel van de geneeskunde van de toekomst. Ze kunnen op ontelbare manieren bijdragen aan op maat gemaakte behandelingen. De revolutionaire ontwikkelingen van organoïden begon in Utrecht bij een groep nieuwsgierige wetenschappers. Maar doordat organoïden al snel booming werden, ontstond er ook al snel verwarring. Want wat is nou precies een organoïde en welke naam moeten we gebruiken voor de verschillende soorten? Een groep experts van over de hele wereld publiceert op 6 mei voor het eerst een consensus over wat een organoïde is, en niet is.

Deel
0 likes
Leestijd 2 min
Organoid.-Credit-Ary-Marsee-Utrecht-University

Bart Spee, universitair hoofddocent aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, is een van de initiatiefnemers van de publicatie in Cell Stem Cell. “Nu het onderzoek naar organoïden toeneemt, is het heel belangrijk om een duidelijke definitie te hebben en een duidelijk systeem waarin je deze celstructuren beschrijft. In het verleden zijn soms gemakkelijk te kweken cellijnen bij elkaar gegooid en dat werd dan een organoïde genoemd. Maar volgens onze definitie is het dat niet. Zo’n cellijn is namelijk niet representatief voor alle verschillen tussen individuen die je in de natuur ook ziet.”

Volgens de definitie moet een organoïde bestaan uit primaire cellen die je uit zieke of gezonde weefsels isoleert, kankercellen uit tumoren bijvoorbeeld. Dat geeft een veel betere representatie van alle natuurlijke verschillenen tussen individuen. Daarmee kun je bijvoorbeeld onderzoeken of therapieën werken voor specifieke patiëntengroepen. Met standaard cellijnen kan dit niet. Die zijn prima geschikt voor fundamentele studies, maar voor klinische toepassingen zijn representatieve cellijnen op basis van primaire cellen nodig.

Volgens de nieuwe definitie krijgen bovendien alle verschillende typen organoïden hun eigen naam in het systeem. Spee legt uit: “Je hoort nu bijvoorbeeld wel eens iets als ‘een lever-organoïde’. Maar de lever bestaat uit verschillende belangrijke celtypen zoals hepatocyten en galwegcellen. Er is dus niet zoiets als een lever-organoïde – het is een hepatocyt-organoïde of een galwegcel-organoïde.”

Future-proof systeem

“Omdat er in de toekomst nieuwe types organoïden gaan volgen, hebben we dit systeem future-proof gemaakt”, vertelt Luc van der Laan, hoogleraar in Liver Regenerative Medicine aan het Erasmus MC. “Ook nu de eerste klinische toepassingen van organoïden voor het repareren van organen zich aandienen, is het belangrijk om duidelijk te definiëren welk type organoïden worden gebruikt. We hebben daarom een aantal criteria ontwikkeld voor het karakteriseren van toekomstige organoïden. Onze definitie is gebaseerd op organoïden van cellen van de lever, pancreas en galwegen, maar is toepasbaar op alle weefsels; dus ook op organoïden van cellen van bijvoorbeeld de darm, het brein of de huid.”

Hoe bereik je consensus over een definitie binnen een dynamisch vakgebied? Het team stuurde alle wetenschappers die ooit publiceerden over organoïden een aantal open vragen over de definitie. Aan de hand van de antwoorden konden zij die verder konden aanscherpen. “De response rate van 85% laat wel zien dat de honderd betrokken wetenschappers ook de urgentie van een goede naamgeving inzagen”, aldus Spee. “We hebben vervolgens honderden uren gevideobeld met academici van over de hele wereld. De methode werkte heel goed en kan ook bruikbaar zijn voor andere wetenschappelijke vakgebieden waar consensus moet ontstaan over bepaalde terminologie, bijvoorbeeld in de pathologie.”

De eerste auteurs van het wetenschappelijke artikel zijn Ary Marsee (Universiteit Utrecht) en Floris Roos (Erasmus MC).

Afbeelding: galwegcel-organoïde, credit bij Ary Marsee, Universiteit Utrecht.

Lees ook