Levertransplantatie

Midas Mulder pioniert als apotheker voor levertransplantatiepatiënt

Patiënten slikken na een levertransplantatie vaak een veelvoud aan medicijnen. Het Erasmus MC heeft als enige ziekenhuis in Europa een speciale apotheker die levertransplantatiepatiënten begeleidt. ‘Een pil innemen op een ander tijdstip kan hun leven totaal veranderen.’

Deel
14 likes
Leestijd 4 min
MidasMulder-DSCF7644

Zijn collega’s van het transplantatieteam hadden eerst geen idee wat ze met hem aan moesten. En ook van sommige patiënten kreeg ziekenhuisapotheker Midas Mulder aanvankelijk vreemde blikken of vragen. Waarom werden ze in hemelsnaam ineens gekoppeld aan een apotheker? Wie had daar nou baat bij? Pillen innemen, dat kan toch iedereen?

De vragen waren logisch, want een levertransplantatieapotheker zoals Mulder is, bestond nog niet in Europa. Waar apothekers meestal achter balies zijn te vinden, draait hij zijn eigen poli met patiënten die een nieuwe lever hebben gekregen in het levertransplantatiecentrum van het Erasmus MC. Veel van de in totaal 750 levertransplantatiepatiënten zijn inmiddels op zijn poli geweest. ‘Ook de meest sceptische patiënten vinden het nu heel fijn, zo’n paar extra ogen dat met hen meekijkt’, zegt Mulder.

Ziekenhuisapotheker Midas Mulder begeleidt patiënten na een levertransplantatie.

Ziekenhuisapotheker Midas Mulder begeleidt patiënten na een levertransplantatie | Fotografie: Esther Morren.

Op de poli bekijken de apotheker en patiënt samen welke medicatie nodig is, hoe het gaat met innemen en hoe het staat met eventuele bijwerkingen. Patiënten moeten na een levertransplantatie vaak veel medicatie slikken in ingewikkelde combinaties. Iedereen krijgt tacrolimus, een geneesmiddel dat het afweersysteem onderdrukt en voorkomt dat het lichaam het nieuwe orgaan afstoot.

Tacrolimus verslechtert echter ook de nierfunctie, kan zorgen voor suikerziekte en een hoge bloeddruk. Daar krijgen patiënten vervolgens weer medicatie voor. Ook krijgen veel patiënten door de combinatie van de vele geneesmiddelen last van osteoporose en daar dan ook weer medicatie voor. ‘Zo krijg je een heel polyfarmacie-probleem. Zeker als mensen daarbij ook nog andere ziektes hebben die niets te maken hebben met de transplantatie’, zegt Mulder.

Gebakje eten

Een veelvoud aan medicijnen innemen gaat vaak gepaard met ingewikkelde medicatieschema’s. Sommige pillen mogen volgens de etiketjes alleen op bepaalde tijdstippen worden ingenomen. ‘Er zijn patiënten die om 8 uur, 10 uur, 13 uur 18 uur en 22 uur medicatie slikken en dus de hele dag bezig zijn met hun pillen.’

Mulder heeft de medicatiemomenten voor veel patiënten kunnen reduceren naar maximaal 2 tot 3 momenten per dag. Op sommige doosjes staat dat je één uur voor en twee uur na inname niet mag eten. ‘Dat kan iemands dag flink verstoren. De instructie op het doosje bleek echter alleen te gaan om vetrijke maaltijden. Als patiënten daar rekening mee houden, wordt het veel makkelijker om te schuiven met de tijdstippen van inname. Hierdoor wordt er minder medicatie vergeten en kan dit het verschil maken of je wel of niet fijn een gebakje kunt eten met je kleinkind in de stad. Een pil op een ander tijdstip kan een leven totaal veranderen.’

Dankbaar en zuinig

Ook bleken veel mensen rond te lopen met klachten die helemaal niet nodig zijn. ‘Een aantal patiënten had migraine, maar slikte daar niets tegen uit angst dat nog meer medicatie hun nieuwe lever zou beschadigen. Transplantatiepatiënten zijn vrijwel allemaal heel dankbaar voor en zuinig op hun nieuwe orgaan. Maar er zijn echt medicijnen tegen migraine die veilig zijn, ook voor de transplantatiepatiënt.’

Iets anders dat Mulder opviel was dat veel mensen medicijnen gebruiken die niet meer nodig waren. Samen met de transplantatiedokters kijkt hij nu kritisch of iedere pil nog wel echt nodig is. ‘Zo niet, dan maken we met de patiënt een plan hoe en wanneer dit medicijn te stoppen. Dit zorgt uiteindelijk voor minder kosten voor de zorgverzekeraars en ook weer voor een lagere belasting voor de patiënt.’

Creatief maar niet veilig

Ook voor patiënten die het al jarenlang zonder medicatieadvies stelden, blijken de gesprekken met de leverapotheker nuttig. ‘Sommige mensen zijn heel creatief, maar niet altijd veilig bezig. Zo kwam ik een patiënte tegen die moeite had met slikken. Daarom crushte ze haar hartmedicatie om deze dan met water of een hap appelmoes toch weg te kunnen slikken. De pillen hadden echter een speciaal laagje dat regelde dat de werking de hele dag aanhield. Door ze te crushen verdween deze speciale werking en kreeg ze steeds een veel te hoge dosis in één keer binnen, wat tot een hartstilstand kan leiden.’

Patiënten slikken na een levertransplantatie vaak een veelvoud aan medicijnen.

Medicatiebegeleiding van transplantatiepatiënten wordt in de toekomst nog belangrijker, verwacht de apotheker. ‘Mensen leven langer, ook na een transplantatie. Voor sommige patiënten is de transplantatie al 30 jaar geleden. De kans op andere gezondheidsklachten, meer medicijnen en ook bijwerkingen neemt dan toe.’

Levensfase

Daarnaast hangen medicatiewensen en adviezen af van iemands levensfase. ‘Jongere patiënten vinden het belangrijk dat ze met vrienden eropuit kunnen en zo weinig mogelijk momenten hebben waarop ze bezig moeten zijn met hun pillen. Ouderen willen vaker af van bijwerkingen, zodat ze bijvoorbeeld overdag niet suf of duizelig zijn.

Mulders droom is om zoveel mogelijk transplantatiepatiënten fysiek en digitaal te begeleiden bij hun wensen en medicatievragen. ‘Naast het jaarlijkse polibezoek zou de ontwikkeling van een app, waar patiënten tussendoor hun vragen kunnen stellen of zelf informatie kunnen vinden, geweldig zijn. Patiënten kunnen zelf al heel veel doen. Dus hoe meer grip patiënten op hun eigen medicatie hebben, hoe minder gedoe en normaler het leven van de patiënt. En dat is waarvoor we het doen.’

Lees ook