Leen Gijse (73) wordt geboren als achtste in een gezin van elf kinderen. Wanneer hij als driejarig jochie keelontsteking krijgt, gaat het flink mis. ‘De bacterie sloeg door naar mijn nieren’, vertelt hij. ‘En die zijn daardoor helemaal verwoest. De huisarts zei tegen mijn ouders: ‘kijk nog maar even goed naar hem, want morgen is hij er niet meer.’
Met medicatie weten artsen de kleine Leen toch op te lappen, maar hij verandert van een gezond kind in een jongetje met nierfalen. Hij kwam in het kinderziekenhuis terecht waar hij acht maanden in quarantaine moest doorbrengen. ‘Dat ging er toen niet fijn aan toe’, herinnert Gijse zich. ‘Ik voelde me een object, lag in een kleine kamer en mijn moeder mocht alleen van achter een raam naar mij zwaaien. Nu is dat anders gelukkig, maar het is me altijd bijgebleven.’
Kind aan huis
Ook in de puberteit is Gijse kind aan huis in het ziekenhuis. ‘Ik kwam op de poli van de nefrologie terecht, dat specialisme hadden ze toen alleen in het Dijkzigt.’ Er volgen jaren van nierdialyses en wanneer hij een jaar of twintig is, werken zijn nieren nog maar voor vijftien procent, vertelt hij. ‘Ik was er zo slecht aan toe dat ik maandenlang twee keer per week gespoeld moest worden van 9 uur in de ochtend tot 9 uur in de avond. Ik zat dan met een bakkie onder mijn kin in de taxi terug naar huis, zo beroerd was ik.’
Na bijna drie jaar nierdialyses gaat het zo slecht met de dan 23-jarige Gijse, dat hij naar eigen zeggen tegen het sterven aanzit. Precies op dat moment ontvangt hij een belletje van de arts. ‘We hebben een donornier voor je, zeiden ze. Er was toen nog niet veel bekend over transplantaties, dus wel spannend. Maar ik had geen keuze: het was dit of einde verhaal.’
‘Ik was één van de eerste patiënten die een niertransplantatie onderging’
In 1974 wordt Gijse in het Erasmus MC, dan nog Dijkzigt ziekenhuis, getransplanteerd. ‘Dat was in die tijd heel bijzonder’, vertelt hij. ‘Ik was één van de eerste patiënten die een niertransplantatie onderging. Bij dokter Jeekel, een bekende chirurg.’ Een ingrijpende herstelperiode volgde. ‘Ik lag wekenlang onder een tentje in een ziekenhuisbed, in quarantaine. Dat tentje moest ik zelf met alcohol schoonmaken en bezoekers moesten zich volledig inpakken om mij te bezoeken. Zo streng was dat in die tijd.’
Leven veranderd
Uiteindelijk veranderde de transplantatie het leven van Gijse voorgoed. ‘Ik kon na twee jaar eindelijk weer plassen. Ook heb ik sindsdien geen hoge bloeddruk meer en geen seconde hoofdpijn meer gehad. Dan pas merk je hoe belangrijk een goed functionerende nier is.’
Sindsdien lacht het leven Gijse weer toe en kan hij genieten, zegt hij. ‘Ik mocht en kon alles weer. Al gauw kreeg ik verkering met mijn vrouw Joke en kregen we drie zoons en inmiddels ben ik trotse opa van zes kleinkinderen. Ook heb ik mijn werk als elektromonteur kunnen oppakken en heb ik 15 jaar op de taxi gereden, dat vond ik geweldig.’
Halve eeuw
Een halve eeuw na de transplantatie leeft Gijse nog steeds in goede gezondheid met dezelfde nier. Daarmee is hij recordhouder van het Erasmus MC Transplantatie Instituut. ‘Mijn nierfunctie is nog steeds perfect. Wel heb ik scoliose overgehouden aan de medicatie, waardoor mijn wervelkolom scheefgroeit.’ Gijse komt nog twee keer per jaar op controle in het Erasmus MC. ‘Ik heb nog steeds alleen maar goede uitslagen.’
Wat is zijn geheim? ‘Gezond leven’, zegt Gijse. ‘Ik neem elke dag trouw mijn medicijnen. En ik heb het geluk dat ik met de ontwikkelingen in de wetenschap ben meegegroeid, al was het vaak kantje boord. Inmiddels ben ik er zo gewend aan geraakt dat ik er nooit meer bij stilsta dat ik een donornier heb, het gaat altijd goed. Hoe ik de toekomst zie? Ik ben van plan 100 te worden.’
Uitzonderlijk
Volgens internist-nefroloog Mahdi Salih van het Erasmus MC Transplantatie Instituut is de casus van Leen Gijse uitzonderlijk. ‘Dit is absoluut een record voor ons’, licht hij toe. ‘Meneer Gijse kreeg 50 jaar geleden een nier van een overledene, gemiddeld gaan die tien jaar mee. Een nier van een overleden donor gaat vaak verloren door slijtage, terugkeer van oorspronkelijke ziekte of chronische afstoting. Patiënten hebben dan een nieuwe nier nodig.’
Hoe het komt dat de donornier meer dan een halve eeuw meegaat, kan Salih niet goed verklaren. Hij legt uit: ‘Uit studies blijkt leeftijd van de donor, hoe jonger hoe beter, de oorzaak van nierfalen en een gunstig immunologische match uitmaakt hoe lang een nier meegaat. Daarbij speelt geluk een grote rol waarschijnlijk.’ Volgens Salih ziet de toekomst er voor Gijse goed uit. ‘Zijn nierfunctie is fantastisch, dus zijn nier kan nog lang mee.’
Erasmus MC Transplantatie Instituut
Het Erasmus MC Transplantatie Instituut is het grootste centrum in Nederland voor levertransplantaties, niertransplantaties, longtransplantaties en harttransplantaties bij volwassenen en kinderen. Recentelijk werd het 50-jarig bestaan gevierd en inmiddels zijn er meer dan 5.000 niertransplantaties uitgevoerd.