Virologie

Meer zoogdieren besmet met vogelgriep dan aangenomen

Er worden meer zoogdieren aan vogelgriep blootgesteld dan eerder werd aangenomen en dan wordt gedetecteerd in bestaande surveillanceprogramma’s. Dat blijkt uit onderzoek door virologen van het Erasmus MC en het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

Deel
0 likes
Leestijd 1 min
vogelgriep

In totaal werden tussen 2020 en 2022 563 dode dieren onderzocht. Het gaat om dieren die dood zijn aangetroffen en dieren die gevangen en geëuthanaseerd zijn, bijvoorbeeld vanwege ernstig trauma of ziekte of als onderdeel van de bestrijding van invasieve dieren zoals wasberen.

Respectievelijk 0,8%, 1,4% en 9,9% van de geteste dieren was in 2020, 2021 en 2022 positief voor HPAI H5-virusinfectie. Bovendien had meer dan 20% van de dieren antilichamen tegen het virus. Het hoogste percentage positieven komt voor bij vossen, bunzingen en steenmarters.

De resultaten, die zijn gepubliceerd in Emerging Microbes & Infections, duiden er volgens de onderzoekers op dat meer zoogdieren aan vogelgriep worden blootgesteld dan eerder werd aangenomen en gedetecteerd in bestaande surveillanceprogramma’s.

Waarnemingen van burgers

Onderzoeker Reina Sikkema van de afdeling Viroscience van het Erasmus MC wijst erop dat huidige surveillance veelal ad hoc is, en vaak afhankelijk van waarnemingen van burgers. ‘Daarom bevelen we een verhoogde surveillance aan bij gevoelige zoogdieren, ongeacht neurologische symptomen. Dus structureler en bij meer diersoorten.’ De monitoring van wilde carnivoren zal in ieder geval worden doorgezet in Nederland de aankomende drie jaar.

In oktober 2020 dook in Europa een versie van het HPAI-virus op, wat heeft geleid tot de grootste wereldwijde uitbraak van vogelgriep, met een ongekende sterfte onder wilde vogels en pluimvee. Ook sterfte bij zoogdieren wordt wereldwijd gerapporteerd, waaronder wilde carnivoren.

Lees ook