Proefschrift

‘Met een medisch-psychiatrische unit help je de patiënt én het ziekenhuis’

Een integrale behandeling van lichamelijke en psychische klachten helpt niet alleen de patiënt, maar ook het ziekenhuis. Dat stelt psychiater Maarten van Schijndel. Hij promoveerde recent op onderzoek naar afdelingen waar dergelijke gecombineerde zorg aan de orde van de dag is: medisch-psychiatrische units.

Deel
1 likes
Leestijd 3 min
Psychiater Maarten van Schijndel
Psychiater Maarten van Schijndel

Iemand die door een depressie te weinig drinkt en eet en met nierproblemen in het ziekenhuis belandt. Of iemand met een auto-immuunziekte die door medicatie erg in de war raakt. Dit kunnen ingewikkelde situaties zijn voor zorgverleners op een reguliere afdeling in het ziekenhuis.

‘Het ziekenhuis is voornamelijk ingesteld op lichamelijke zorg. Als daar psychische klachten of gedragsproblemen bij komen, kan dat dokters en verpleegkundigen een machteloos gevoel geven. Ze hebben te weinig tijd of weten niet precies hoe ze moeten omgaan met somberheid, zelfmoordgedachten of verward gedrag bij hun patiënten’, legt psychiater Maarten van Schijndel uit.

Van Schijndel promoveerde op 11 november 2020 op onderzoek naar een ziekenhuisafdeling die patiënten met zowel lichamelijke als psychische klachten opvangt. Inmiddels zijn er in Nederland veertig van dergelijke medisch-psychiatrische units (MPU). Ook het Erasmus MC heeft zo’n afdeling, die Van Schijndel hielp op te zetten. Inmiddels werkt hij op de medisch psychiatrische unit in het Rijnstate in Arnhem.

Stigma wegnemen

De toegevoegde waarde van een medisch-psychiatrisch unit in een ziekenhuis is volgens Van Schijndel tweeledig. ‘Je helpt je patiënten en je helpt het ziekenhuis. Het doet patiënten en mantelzorgers goed dat er toegesneden zorg wordt geleverd in een veilige omgeving. Daarnaast ontlast je je collega’s van verpleegafdelingen door ingewikkelde patiënten over te nemen.’

Het kan ook helpen om het stigma rondom psychiatrische klachten weg te nemen. ‘Professionals raken vertrouwd met deze patiënten, en kennis en vaardigheden raken verspreid. Voor patiënten is behandeling in een veilige omgeving met zowel lichamelijke als psychiatrische expertise vaak een overtuigend argument. Ik hoop dat het de acceptatie onder patiënten, naasten en zorgverleners kan verhogen.’

15 tot 20 jaar korter leven

Medisch-psychiatrische afdelingen zijn zelfs een absolute noodzaak in de ziekenhuiszorg, vindt Van Schijndel. De meest simpele reden daarvoor is dat lichamelijke en psychische klachten heel vaak samen voorkomen. ‘15 tot 50 procent van de ziekenhuispatiënten heeft naast lichamelijke problemen ook psychische klachten’, aldus Van Schijndel. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt met een ernstige depressie en een nierziekte waarvoor dialyse nodig is of een patiënt met reumatoïde artritis die een psychose krijgt als bijwerking van reumamedicatie.

De combinatie van lichamelijke en psychische ziekten is een probleem, want het zorgt ervoor dat deze mensen een minder goede prognose en kwaliteit van leven hebben. Zo noemt Van Schijndel het voorbeeld van een jonge vader die net een hartinfarct heeft gehad, niet fit genoeg is om met zijn kinderen te spelen en in een depressie raakt. ‘Hart en vaatziekten geven een verhoogde kans op een depressie, maar ook andersom. Wat veel mensen niet weten is dat mensen met een psychische aandoening vanwege lichamelijke aandoeningen 15 tot 20 jaar korter leven. Dat is echt heel fors en voor een deel te voorkomen door de juiste zorg te bieden.’

Aandacht en zorg

Opname op een medisch-psychiatrische unit is volgens Van Schijndel een onderdeel van de puzzel om deze juiste zorg te bieden. Op zo’n unit werken psychiaters en artsen en verpleegkundigen die zijn opgeleid om de lichamelijke problemen te behandelen, maar ook aandacht en zorg te hebben voor psychiatrische problematiek. ‘Het doel is om de behandeling voor het lichamelijke probleem mogelijk te maken, maar wij hebben meer tijd, ruimte en mogelijkheden om de psychische klachten te doorgronden en aan te pakken.’ Dat kan bijvoorbeeld met gesprekken en medicijnen.

Medisch psychiatrische units bestaan inmiddels tientallen jaren, maar er zijn nog verbeteringen nodig denkt Van Schijndel. Voor zijn proefschrift wilde hij verschillende units vergelijken, maar hij liep tegen compleet verschillende organisatievormen aan. Dit maakte vergelijking zeer lastig. ‘Het is belangrijk om voordat je een medisch psychiatrische unit begint, goed na te denken over hoe je dit organiseert. Welke patiënten hebben er het meeste baat bij, welke zorg ga je precies verlenen en welk personeel heb je daarvoor nodig?’

Zorgnetwerk lastig schaalbaar

Ook wil Van Schijndel een lans breken voor meer inzet om de slechte uitkomsten van patiënten met lichamelijke en psychische klachten te verbeteren. ‘De trend is nu om per aandoening zorgnetwerken rondom patiënten te bouwen, met daarin verschillende professionals. Ik denk dat dit zeer lastig schaalbaar is. De doelgroep van mensen met een combinatie van lichamelijke en psychische aandoeningen is bovendien divers. Ik vraag me af: moeten we niet meer toe naar een specialist met basale kennis op het gebied van lichamelijke en pyschiatrische aandoeningen. Een psychiater die ook basale lichamelijke behandeling doet en een internist die ook raad weet met veelvoorkomende psychische klachten. Op die manier heb je minder zorgverleners nodig en kun je meer continuïteit in de behandeling bieden.’

Meer weten? Lees het proefschrift ‘Medical psychiatry units: Improving their organization, focus, and value’ .

Lees ook