Erasmus MC

Zeeuw krijgt 4000e donornier

De 52-jarige Edwin van Immerseel uit Terneuzen kreeg in november in het Erasmus MC als vierduizendste patiënt een nier geïmplanteerd. Zijn vrouw Connie was donor. Met het echtpaar Van Immerseel gaat het goed, beiden zijn na de ingreep snel opgeknapt, vertelt Edwin. “Ik ben misschien een bijzonder geval, want ik heb me eigenlijk nooit ziek […]

Deel
1 likes
Leestijd 4 min
Edwin-van-Immerseel-en-zijn-vrouw-Connie-1117-001

De 52-jarige Edwin van Immerseel uit Terneuzen kreeg in november in het Erasmus MC als vierduizendste patiënt een nier geïmplanteerd. Zijn vrouw Connie was donor.

Met het echtpaar Van Immerseel gaat het goed, beiden zijn na de ingreep snel opgeknapt, vertelt Edwin. “Ik ben misschien een bijzonder geval, want ik heb me eigenlijk nooit ziek gevoeld, ook niet toen mijn nieren nog maar voor acht procent functioneerden. En ook niet tijdens de twee maanden die ik moest dialyseren.”

Dialyse

In de zomer maakten hij en echtgenote Connie nog lange wandelingen tijdens hun vakantie op Sicilië, ondanks het feit dat zijn nieren slecht werkten. Maar eind september belandde hij doodziek op de ic. “We hadden op Sicilië een kerk bezocht die alleen met een trap van 200 treden te bereiken was. Ik liep mensen voorbij die jonger waren dan ik, maar die halverwege even moesten uithijgen”, schetst Van Immerseel zijn conditie.

Vlak na thuiskomst gebeurde er iets geks. Op de dag dat hij weer aan het werk moest als magazijnchef/inkoper bij FOOX Groothandel De Smet, voelde hij zich doodmoe en grieperig. “Maar ja, de eerste dag na je vakantie meld je je niet ziek. Toen ik in de pauze aan tafel in slaap viel, heeft mijn baas me naar huis gestuurd. ‘Je ziet er slecht uit’, zei hij.”

Legionella

Thuis kwakkelde Edwin nog een paar dagen door, tot het niet meer ging. Zijn vrouw reed hem op zondag naar de huisartsenpost, die hem direct doorstuurde naar het ziekenhuis. “Ik bleek een zware longontsteking te hebben, die werd veroorzaakt door een legionellabesmetting. Waarschijnlijk heb ik die opgelopen in de B&B op Sicilië, waar het overigens heel proper was. Zo stom, normaal gesproken laten wij altijd het water goed doorstromen voordat we gaan douchen.”

Zijn nierfunctie werd toen zo slecht dat hij aan de dialyse moest. “Mijn nier functioneerde nog maar voor vier procent. Maar ook toen heb ik nog een fietstocht van veertig kilometer gemaakt. Ik had gewoon niet zo’n last van die dialyses. Dat maakt deze ingreep eigenlijk wel vreemd. Ik voelde me superfit, maar moest toch zo’n operatie ondergaan.”

Hard nodig

Van Immerseel kan emotioneel worden als hij terugdenkt aan de mensen die hij leerde kennen op de Dialyseafdeling. “Deze mensen hebben minder geluk dan ik. Ze komen niet meer in aanmerking voor een transplantatie. Of ze hebben geen donor. Het voelt niet eerlijk. Daarom wil ik mensen oproepen om na te denken over een donorcodicil. Donoren zijn ontzettend hard nodig.”

Prof. dr. Jan Ijzermans

Grote Vlucht

De allereerste niertransplantatie in het Erasmus MC vond in 1971 plaats, in 1981 voor het eerst met een nier van een levende donor. Tegenwoordig is bijna driekwart van de nieren die worden getransplanteerd afkomstig van een levende donor. De levensverwachting van nierpatiënten na een transplantatie is drastisch verbeterd.

“In 1998 vond de eerste laparoscopische uitname van een donornier plaats, dus via een kijkoperatie. Sindsdien heeft de transplantatie van ‘levende nieren’ een grote vlucht genomen. Een kijkoperatie is immers veel minder ingrijpend voor een donor”, zegt transplantatiechirurg en hoogleraar Heelkunde Jan IJzermans.

Dialyse

Transplantatie met ‘levende’ donornieren heeft de voorkeur omdat de donoren zorgvuldig geselecteerd kunnen worden. Mede daardoor gaan ze aanzienlijk langer mee dan nieren van overleden donoren. “Een transplantatieprocedure met een levende donor is van tevoren te plannen. Liefst doen we dat al voordat de nierpatiënt gaat dialyseren. Dialyse is niet goed voor de lichamelijke conditie van de patiënt”, legt IJzermans uit. “Een transplantaat van een levende donor gaat gemiddeld achttien jaar mee, dat van een overleden donor tien.”

Perfusie

Maar ook op het gebied van zogeheten postmortale donornieren wordt hard gewerkt aan innovatie. “In heel Nederland krijgen nieren van overleden donoren na uitname standaard een perfusie met koude, zuurstofrijke vloeistof. Dat kan de kwaliteit van het transplantaat verbeteren”, weet IJzermans.

Wachtlijst

De wachtlijst voor een niertransplantatie is dankzij de levende donoren korter geworden. Maar omdat de levensverwachting en de kwaliteit van leven van nierpatiënten na een transplantatie zijn toegenomen, hebben veel van hen op termijn een nieuwe transplantatie nodig. IJzermans: “Mede dankzij de levende donoren is de wachtlijst wat korter geworden, maar nog steeds moeten sommige patiënten jaren wachten op een donornier. Het blijft dus van belang dat zoveel mogelijk mensen zich registreren als donor.”

Gebakjes

De 4000e niertransplantatie werd uitgevoerd door chirurg Robert Minnee. Nefroloog Marcia Kho zorgde voor de voorbereidende onderzoeken. Om de mijlpaal te vieren, heeft de afdeling Nefrologie en Transplantatie de patiënten op gebakjes getrakteerd.

 

Lees ook