Erasmus MC

Niet over één kam

Hoe breng je tumorcellen efficiënt om zeep? Met die vraag houdt onderzoekster Dora Hammerl zich bezig.

Deel
0 likes
Leestijd 6 min
Dora-Hammerl-0219-007

Dora Hammerl werd geboren en getogen in Oostenrijk, maar geen enkel accent verraadt dat. “Ik leer vrij snel een taal”, zegt ze bescheiden. Na haar bachelor Moleculaire Biologie (universiteit van Wenen) verhuisde ze op haar tweeëntwintigste naar Nederland voor de masteropleiding Biofarmaceutische Wetenschappen in Leiden (cum laude). Na een onderzoeksperiode in San Diego – “hard werken, maar ook veel vrijheid om lekker te surfen” – stortte ze zich op haar promotieonderzoek bij de afdeling Interne Oncologie van het Erasmus MC.

 

Combineren van data voor gerichte aanval

 

 

Dora Hammerl

 

 

Cover

In voorbereiding op haar proefschrift, dat ze over een jaar of twee hoopt af te ronden, schreef Hammerl een review: een overzichtsartikel waarin de stand van zaken binnen haar vakgebied wordt geschetst. Onlangs werd het in Trends in Immunology gepubliceerd*. Een vooraanstaand tijdschrift, waarvoor Hammerl zelfs de cover mocht ontwerpen.

“Het komt vaker voor dat auteurs van een artikel wordt gevraagd een illustratie voor de cover aan te leveren”, vertelt ze. “Ik kreeg van de hoofdredacteur weinig tijd, maar ik ging aan de slag op mijn overjarige iPad, zonder geavanceerde software.” Ondanks die beperkingen wist ze een illustratie te creëren die de redactie van Trends in Immunology cover-waardig vond. Lachend: “Hij hangt nu ingelijst op het lab.”

 

Dr. Reno Debets en Dora Hammerl

 

 

Wat onderzoek je?

“In het laboratorium Tumorimmunologie (hoofd: dr. Reno Debets), richten we ons op immuuntherapie bij kanker. Het menselijk lichaam beschikt over een ingenieus verdedigingsmechanisme waarmee het zich beschermt tegen gevaar van bacteriën, virussen en kankercellen. Belangrijk onderdeel van dat afweermechanisme zijn de T-cellen, een bepaald type witte bloedcellen. T-cellen zijn belangrijk bij het voorkomen van vroege kanker: ze herkennen afwijkende cellen en schakelen ze uit. Dat proces gaat niet altijd goed, dan ontstaat kanker. Met immuuntherapie wordt geprobeerd de tumorcellen alsnog uit te schakelen.”

 

 

Hoe doe je dat?

“T-cellen herkennen afwijkende moleculen (antigenen) aan de buitenkant van tumorcellen met hun T-cel receptor. Bij een kankerpatiënt treedt die effectieve T cel-response niet altijd op. Met immuuntherapie proberen we het aantal en de activiteit van de T-cellen in de tumor te verhogen, zodat ze de tumorcellen alsnog efficiënt te lijf gaan.”

 

Werkt immuuntherapie altijd goed?

“Nee, helaas beschikken sommige tumoren over slimme mechanismen om T-cellen tegen te werken. Ze zijn bijvoorbeeld in staat om T-cellen niet toe te laten of de herkenning door T-cellen te bemoeilijken. Of ze remmen de activiteit van de T-cellen. Er zijn ook tumoren die in een zuurstofarme omgeving gedijen, een situatie waarin T-cellen juist niet goed functioneren.”

 

 

Hoe kun je immuuntherapie efficiënter maken?

“Een uniforme aanpak heeft weinig zin. Kankercellen zijn niet allemaal gelijk. Sterker nog, ze zijn behoorlijk verschillend. En ook hoe patiënten op kankercellen reageren is niet hetzelfde. Je kunt patiënten en de wijze waarop kankercellen moeten worden aangepakt niet over één kam scheren. Er is behoefte aan een gerichte aanpak.”

 

Een gerichte aanpak, hoe doe je dat?

“We proberen de tumoren genetisch te typeren. Dat doen we door stukjes tumorweefsel bij de patiënt weg te nemen. In die weefselstukjes bepalen we de DNA-eigenschappen van de tumorcellen. Tumoren hebben specifieke fouten in het DNA. Op basis daarvan kunnen we de verschillende tumorcellen in groepen onderverdelen. We maken ook op immunologisch vlak een onderverdeling: met een scala aan antistoffen die verschillende celtypen en antigenen herkennen, maken we het immuun-profiel zichtbaar onder een microscoop.”

 

En hoe de patiënten op de tumorcellen reageren, kijk je daar ook nog naar?

“Ja, de stukjes tumorweefsel worden door ons ook onderzocht op de aanwezigheid van T-cellen. Zijn er veel of weinig? Zitten ze voornamelijk aan de buitenkant van het tumorweefsel of ook erin? Ook de functie van T-cellen kunnen we in het laboratorium onderzoeken. Opgeteld maken die verschillen het mogelijk om de tumoren in verschillende categorieën onder te verdelen.”

 

 

Komt er uiteindelijk voor elke patiënt een unieke therapie?

“Ik denk niet dat dat noodzakelijk is. De combinatie van genetische en immunologische gegevens helpt ons om de tumoren en de T-cellen te typeren en in groepen onder te verdelen. Op basis van die indeling kunnen we een therapie selecteren die veel efficiënter is dan één aanpak voor alle patiënten.”

 

Zie je dit snel gebeuren voor patiënten?

“Ik verwacht van wel. Ons laboratorium heeft al eerder de basis gelegd voor T-celtherapie voor patiënten, en een nieuwe klinische studie met T-cellen voorzien van een tumor-specifieke T-celreceptor staat voor 2019 gepland voor de behandeling van uitgezaaide huidkanker en hoofd-hals-kanker. Mijn onderzoeksresultaten maken het hopelijk mogelijk om een vergelijkbare studie uit te voeren bij een moeilijk te behandelen subtype van borstkanker. Behalve de keuze van het tumor-specifieke antigeen, willen we patiënten vooraf selecteren aan de hand van hun genetische en immunologische gegevens. We verwachten dat dit de efficiëntie van de T-celtherapie sterk verbetert.”

 

 

*Adoptive T Cell Therapy: New Avenues Leading to Safe Targets and Powerful Allies is gepubliceerd in Trends in Immunology van november 2018.

Lees ook