Proefschrift

Springersknie? Train niet door de pijn heen!

Het motto ‘no pain, no gain’ geldt niet bij het herstellen van een springersknie. Het is belangrijk om oefeningen te doen volgens een persoonlijk programma en de belasting binnen de pijngrenzen langzaam op te bouwen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Stephan Breda van het Erasmus MC.

Deel
5 likes
Leestijd 3 min
Jens de Hoogh Fotograaf Frits Bleeker

Foto volleyballer Jens de Hoogh. Fotograaf: Frits Bleeker.

Te vaak gaat het nog verkeerd, vertelt promovendus Stephan Breda. ‘Mensen lopen onnodig lang rond met klachten. Ze komen dan na twee jaar bij een sportarts terecht, maar hadden al veel eerder geholpen kunnen worden. Sporters belasten hun knieën te snel of kiezen voor behandelingen die niet bewezen effectief zijn.’

Met een opbouwend oefenschema herstellen meer sporters van een springersknie dan met standaardoefeningen. Wanneer sporters tijdens de hersteloefeningen niet over hun pijngrens gaan, herstellen zij beter van deze peesblessure en komen makkelijker terug op hun oude niveau. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Stephan Breda, waarop hij 27 juni promoveert.

Knieschijfpees

Breda deed onderzoek naar de behandeling van een springersknie. Door overbelasting krijgen sporters pijn in de knieschijfpees. Deze pees loopt van de knieschrijf naar het onderbeen. Samen met hoogleraar Edwin Oei en sportarts Robert-Jan de Vos evalueerde Breda een oefenprogramma waarbij de belasting van de knie langzaam wordt opgebouwd, zodat de verstoorde peesstructuur kan herstellen.

De onderzoekers vergeleken het opbouwprogramma met de standaardoefeningen bij 76 sporters. Met als belangrijkste verschil dat het opbouwprogramma is afgestemd op de pijnbeleving van de sporter. Hieruit blijkt dat het opbouwprogramma effectiever is. De helft van de sporters kan na een half jaar weer terug op het oude sportniveau zijn.

Begeleiding

Volgens Breda is het belangrijk dat sporters bij de oefeningen de mate van pijn in de gaten houden. De opbouw kan namelijk verschillen per persoon. Breda: ‘De ene sporter zal het programma sneller doorlopen dan de ander. Ook heeft elk type oefening en elke fase van het programma een eigen doel.’

De opbouwende therapie is er juist op gericht om de gestoorde peesstructuur te verbeteren

De Vos sluit zich hierbij aan. Hij behandelt zo’n 100 patiënten met een peesblessure van de knie en enkel per jaar in het Erasmus MC. ‘Het is niet nodig dat al deze sporters bij ons komen. Een groot deel had al geholpen kunnen worden in de eerste lijn via de huisarts of bij de fysiotherapeut.’

Variatie

De sportarts ziet veel variatie in de behandeling van een springersknie. Met een app ziet De Vos in de toekomst mogelijkheden om die begeleiding online aan te bieden. ‘Dat is passende zorg. Maar het effect hiervan moet eerst goed worden onderzocht.’

Bij een springersknie raakt de kniepees beschadigd door overbelasting. Dit is ook terug te zien in de peesstructuur. De standaardbehandeling laat geen verbetering zien van de peesstructuur. Maar de opbouwende therapie is er juist op gericht om de gestoorde peesstructuur te verbeteren. En dat lijkt zijn vruchten af te werpen.

Schaduwkant

Met geavanceerde MRI-scans op microniveau en echografie naar de peesstijfheid toonden de onderzoekers aan dat de peesstructuur kan herstellen. ‘De verschillen waren klein, maar zijn hoopvol’, legt Breda uit. ‘De schaduwkant is dat er ook veel patiënten zijn die niet opknappen. Voor hen hopen we nieuwe behandelingen te vinden in te toekomst’, besluit De Vos.

Over de springersknie

• Ook wel patella tendinopathie of jumpers knee, is pijn in de kniepees die loopt van de knieschrijf naar het onderbeen door belasting tijdens repeterende sportbewegingen.
• De blessure komt voor bij zo’n 45 procent van de professionele sprongsporters. Bij amateurs is dit tussen de 14-45 procent. Het risico hangt af van welke sport wordt beoefend en hoe fanatiek de sporter is.
• De springersknie komt veel voor bij volleyballers, basketballers en zelfs bij voetballers. Niet alleen door de sprongen die zij maken, maar ook door afzetbewegingen.
• De blessure komt drie keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De oorzaak hiervan is onbekend. De blessure wordt vaak verward met patellofemorale pijn.
• Lees meer over de springersknie in dit artikel over de wetenschappelijke publicatie in tijdschrift the British Journal of Sports Medicine.
• Bekijk de opbouwende oefeningen op de website van het Erasmus MC.

Lees ook