Research Centre of Excellence

Miljoen euro voor langlopend artroseonderzoek

Onderzoekers van het Erasmus MC ontvangen één miljoen euro van ReumaNederland om komende vijf jaar onderzoek te doen naar artrose. Met langlopend onderzoek op bevolkingsniveau, patiëntniveau en celniveau willen ze artrose in de toekomst voorkomen, vroeg herkennen en persoonsgericht behandelen.

Deel
9 likes
Leestijd 2 min
artroseonderzoeksgroepen

ReumaNederland heeft twee ‘Research Centers of Excellence’ in het Erasmus MC uitgeroepen. Eén voor de onderzoeksgroep van Sita Bierma-Zeinstra (afdeling Huisartsgeneeskunde en afdeling Orthopedie & Sportgeneeskunde), en één voor de onderzoeksgroepen van Joyce van Meurs (afdeling Orthopedie & Sportgeneeskunde en afdeling Interne Geneeskunde) en Gerjo van Osch (afdeling Orthopedie & Sportgeneeskunde en KNO). Dit betekent dat zij de komende vijf jaar samen één miljoen euro krijgen voor onderzoeksprojecten naar artrose.

Expertise

Artrose voorkomen, vroeg herkennen en in de toekomst beter en vroeger kunnen behandelen is hun gezamenlijke doel, dat ze ieder vanuit hun eigen expertise aanvliegen. Een unieke combinatie: de één vanuit het laboratorium, de ander vanuit de praktijk. Dat is hard nodig, volgens hen.

‘Artrose is de volksziekte van de toekomst’, zo vertelde Bierma-Zeinstra eerder in de podcast In Opname van het Erasmus MC. Wereldwijd is artrose de meest voorkomende gewrichtsaandoening die leidt tot invaliditeit.

Diagnose

Het zorgpad dat mensen met artrose bewandelen begint meestal bij de huisarts of de fysiotherapeut. Bierma-Zeinstra: ‘Vaak is dan niet direct duidelijk dat de klacht artrose is en wordt de diagnose nog niet gegeven. Als de diagnose wel gegeven wordt, zijn de klachten en veranderingen in het gewricht meestal al zo erg, waardoor het lastig is het proces van de ziekte om te draaien of te stoppen.’

Daarom pleit de hoogleraar ervoor om de focus bij deze ongeneeslijke ziekte veel meer te richten op het voorkómen ervan. Maar ook op de vroege herkenning van artrose en de daaropvolgende persoonsgerichte behandeling. ‘Ons lange termijndoel is om preventieve behandelingen in te kunnen zetten voor mensen met een hoog risico op artrose. Ook willen we chroniciteit van klachten voorkomen door al vroeg te behandelen’, aldus Bierma-Zeinstra.

Verschillen

Ook voor professor Joyce van Meurs is het vinden van behandelingen voor artrose een terugkerend thema in haar onderzoekslijn. Daarom heeft ze recent de handen ineengeslagen met professor Gerjo van Osch, waarbij de expertises van beiden op het gebied van populatiegenetica en bindweefselregeneratie elkaar versterken. Ondanks dat vele eerdere pogingen en testen van mogelijke medicijnen op artrose zijn gestrand, blijven ze doorzetten.

Bij artrose spelen erfelijke factoren, verschillen in het soort ontsteking en de belasting door bijvoorbeeld overgewicht een belangrijke rol

Van Meurs: ‘We weten nu dat dit voor een groot deel komt omdat er verschillen zijn tussen patiënten in de oorzaak en het beloop van de ziekte.’ Bij artrose spelen erfelijke factoren, verschillen in het soort ontsteking en de belasting door bijvoorbeeld overgewicht een belangrijke rol.’ Haar onderzoek richt zich daarom op die verschillen.

Door meer kennis te krijgen van verschillende artrose mechanismen op bevolkingsniveau, patiëntniveau en celniveau, verwacht ze nieuwe aangrijpingspunten te vinden voor behandelingen en die te ontwikkelen en te testen in het laboratorium.

Kweekschaaltje

‘Met nieuwe technieken, het samenbrengen van veel moleculaire gegevens in een databank en de samenleving na te bootsen in een kweekschaaltje, hopen we die verschillen te ontrafelen’, besluit Van Meurs.

De subsidie en toekenning ‘Research Centre of Excellence’ zijn onderdeel van de LangLopende Programmalijnen van ReumaNederland.

Lees ook