Op de afdeling Radiotherapie worden wekelijks zo’n driehonderd patiënten bestraald om tumorcellen te vernietigen. Om dat zo precies mogelijk te doen en het gezonde weefsel zo min mogelijk te belasten, is het belangrijk dat de patiënt bij iedere bestraling precies dezelfde houding aanneemt. Die houding wordt bij het maken van een CT-scan bepaald en vastgelegd. Op basis van deze CT-scan wordt vervolgens het bestralingsplan gemaakt.
Oppervlaktescanning
De tatoeagepuntjes op het lichaam van de patiënt helpen de radiotherapeutisch laborant om de patiënt bij elke bestraling precies in de juiste houding te brengen. De puntjes van tatoeage inkt zijn klein, maar wel een blijvende herinnering aan de bestraling. ‘Veel patiënten vinden dit vervelend. Gelukkig voor hen zijn de puntjes wat ons betreft snel verleden tijd’, aldus radiotherapeutisch laborant Elise Nicolai-Koornneef.
‘Het is niet alleen goed nieuws voor de patiënt, maar ook voor ons’
Een nieuwe techniek, die gebruik maakt van oppervlaktescanning, maakt het namelijk mogelijk om de houding van de patiënt op de CT-scan en de houding op het bestralingstoestel ‘real time’ met elkaar te vergelijken. Hierdoor worden de permanente tatoeagepuntjes overbodig en kunnen de laboranten de patiënt ook nauwkeuriger in positie brengen.
Efficiëntere manier van werken
Ook kost dat in de juiste positie brengen minder tijd, legt Nicolai-Koornneef uit. ‘We kunnen nu direct op het scherm zien hoe de ligging van de patiënt verschilt van de ligging op de eerder gemaakte CT-scan. Voorheen moesten we nog wel eens opnieuw positioneren, omdat de patiënt op basis van die tatoeagepuntjes toch niet goed bleek te liggen. We merken ook dat wij de houding van de patiënten vaak niet of nauwelijks meer hoeven aan te passen. We hebben nu veel meer informatie, dat scheelt tijd. Het is dus niet alleen goed nieuws voor de patiënt, maar ook voor ons.’
De nieuwe techniek is afgelopen half jaar in het Erasmus MC getest op een groep patiënten met borstkanker. ‘Dat ging fantastisch, dus nu gaan we stap voor stap uitbreiden’, vertelt Nicolai-Koornneef. ‘We beginnen met alle borstkankerpatiënten en patiënten met long- en slokdarmkanker en lymfomen. Later in het jaar introduceren wij de techniek ook bij bestraling in het bekkengebied. Ons streven is om voor het einde van het jaar alle bestralingen zonder tatoeagepuntjes te doen. Enkele uitzonderingen daargelaten.’
Scholing en training
Nicolai-Koornneef zorgt er het komende jaar onder meer voor dat alle radiotherapeutisch laboranten intern geschoold en getraind worden om met de nieuwe techniek te kunnen werken. Ze steekt haar enthousiasme hierover niet onder stoelen of banken. ‘Ik ben blij dat we dit voor een grote groep patiënten kunnen gaan doen. De patiënten zijn er heel blij mee en het gaat ons werk verlichten. Bovendien is het fantastisch om zo met mijn vak bezig te zijn.’