Verbetering van zorg
Een belangrijke uitkomst van de SONIA-studie is dat het voor de duur dat uitgezaaide borstkanker onder controle is, niet uitmaakt welke behandelstrategie de patiënt krijgt. Ook de duur van overleving en de kwaliteit van leven verbeterden niet door een vroegere behandeling.
Patiënten die in de studie direct een CDK4/6-remmer bij hun hormoontherapie kregen, gebruikten het medicijn gemiddeld 16,5 maanden langer dan patiënten die pas later een CDK4/6-remmer kregen als een vervolg op hun hormoontherapie. Deze 16,5 maanden langer gebruik leverden geen voordeel op in duur van ziektecontrole en overleving, maar leidde wel tot 74 procent meer bijwerkingen (zoals verminderde aanmaak van bloedcellen en vermoeidheid) en meer ziekenhuisbezoeken.
Langer een ‘gewoon’ leven
Door de behandeling met een CDK4/6-remmer uit te stellen en te starten met alleen hormoontherapie, kunnen patiënten veel meer en langer een ‘gewoon’ leven blijven leiden, met minder klachten en ziekenhuisbezoeken. Een van de patiënten die deelnam aan de studie verwoordde het als volgt: ‘Ik krijg hormoontherapie zonder de CDK4/6-remmer. Ik ervaar nu nagenoeg geen klachten en werk fulltime. Een enorme winst voor mijn kwaliteit van leven.’
Besparing van kosten
Direct starten met een CDK4/6-remmer en daarmee gemiddeld 16,5 maanden langer behandelen betekent ook hogere kosten voor de samenleving: circa 30.000 euro extra per patiënt. Door de landelijke SONIA-studie en de positieve resultaten hiervan geven oncologen in Nederland op dit moment aan hun patiënten pas een CDK4/6-remmer als een vervolg op de hormoonbehandeling.
In Nederland komen jaarlijks zo’n 1700 patiënten voor deze behandeling in aanmerking. De SONIA-studie heeft geleid tot doelmatig gebruik van de CDK4/6-remmers: een betere patiëntenzorg die per jaar in Nederland een besparing van meer dan 45 miljoen euro oplevert. In de Verenigde Staten gaat het om een besparing van meer dan 5 miljard dollar.
Belang van doelmatigheidsonderzoek
De komst van nieuwe geneesmiddelen tegen kanker is voor veel patiënten een hoopgevende en veelbelovende ontwikkeling. Die ontwikkeling kent ook een keerzijde: behandelingen hebben bijwerkingen, vragen veel tijd en begeleiding van zorgpersoneel en zijn duur. Onderzoek naar efficiëntere ingezet van medicijnen (korter gebruik, lagere dosering, minder frequente toediening) kan veel opleveren voor individuele patiënten en behandelaren, voor ziekenhuizen en voor de samenleving, zoals de SONIA-studie laat zien.
Nederland biedt volgens de onderzoekers unieke kansen om dit soort doelmatigheidsonderzoek te doen. Artsen en onderzoekers in de ziekenhuizen werken uitstekend samen binnen onderzoekersnetwerken zoals de Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG) en via de Borstkanker Vereniging Nederland (BVN) zijn patiënten nauw betrokken.
Over SONIA
De SONIA-studie is gestart in oktober 2017 en in 4 jaar tijd deden 1050 patiënten mee, in nagenoeg alle ziekenhuizen in Nederland. De BOOG beschikt over veel expertise in de verschillende aspecten van het onderzoek en coördinatie daarvan. Daarnaast is er een goede infrastructuur voor gegevensverzameling, ondersteund vanuit het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
De SONIA-studie is de eerste studie die al deze elementen bij elkaar bracht: de studie is uitgevoerd door oncologen onder de vlag van de BOOG en door samenwerking met de BVN werden patiënten vanaf het begin actief betrokken bij de opzet en de uitvoering van de studie. De studieopzet, waarbij alle patiënten het nieuwe anti-kankermiddel (de CDK4/6-remmer) kregen en loting enkel het moment van start met deze CDK4/6-remmer bepaalde, maakte het besluit tot deelname voor patiënten makkelijk. De publicatie in Nature onderstreept volgens de onderzoekers dat ook internationaal met veel interesse gekeken wordt naar deze Nederlandse werkwijze.
De SONIA-studie is een initiatief van oncologen dr. Agnes Jager (Erasmus MC), dr. Inge Konings (Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam) en prof. dr. Gabe Sonke (Antoni van Leeuwenhoek / Nederlands Kanker Instituut) samenwerkend binnen de Borstkanker Onderzoekgroep (BOOG). De studie werd gefinancierd door het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen en Zorgverzekeraars Nederland.