Retroscoop

Prof. Rob de Man spoorde honderden patiënten met hepatitis C op

Tot 30 jaar geleden had de chronische leverinfectieziekte Hepatitis C niet eens een naam. Hepatitis non-A non-B luidde tot 1990 de vage benaming. Anno 2024 is het volledig te genezen en zijn bijna alle patiënten in Nederland die de ernstige ziekte ongemerkt bij zich droegen, opgespoord en onder behandeling. Leverarts prof. dr. Rob de Man ploos daarvoor met een groep collega’s duizenden patiëntendossiers uit.

Deel
24 likes
Leestijd 4 min
Retroscoop Rob de Man
In de Retroscoop kijken medisch specialisten van het Erasmus MC die met pensioen gaan terug op hun vakgebied. Welke revoluties hebben zich voltrokken? De hamvraag: wat kon je betekenen voor de patiënt toen je begon, en hoe is dat nu?

Dat Rob de Man leverarts werd, is grotendeels toeval. Hij werd bijna 40 jaar geleden door prof. Paul Wilson en prof. Solko Schalm opgeleid tot internist op de afdeling Interne 2 van het toenmalige Dijkzigt Ziekenhuis. En daar werden nu eenmaal aandoeningen aan maag, darm en lever behandeld.

‘Maar ik heb de lever altijd interessant gevonden omdat hij een centrale rol speelt in het lichaam. De lever is in wezen de thermostaat van allerlei processen die zich in het lichaam afspelen. De leverarts heeft daarom altijd intensief contact met andere specialismen.’

De virusinfectieziekten chronische hepatitis B en C – twee autonome virusinfecties overigens – hebben altijd de warme belangstelling van De Man genoten. Voor patiënten met deze ziekten heeft de medische wetenschap de afgelopen decennia grote stappen gezet.

Hepatitis C

Tot 1989 was er voor hepatitis C niet eens een naam. Hepatitis non-A non-B werd die genoemd. Aanvankelijk was de ziekte een mysterie. Met name bij mensen die een bloedtransfusie hadden ondergaan, of die met een vuile naald waren geprikt, ontstonden er ernstige klachten. ‘Mensen kregen bijvoorbeeld na een open hartoperatie met bloedtransfusie leverfunctiestoornissen. In 1989 werd het virus pas geïdentificeerd’, herinnert De Man zich.

In Egypte, weet hij, ontstond  een enorme piek aan besmettingen toen miljoenen Egyptenaren door de overheid werden behandeld aan de tropenziekte bilharzia. Daarbij werden niet goed gesteriliseerde naalden gebruikt. ‘De wetenschappers die het hepatitis C-virus hebben ontdekt, hebben daar in 2020 de Nobelprijs voor gekregen. Want toen het virus eenmaal bekend was, konden bloedbanken erop gaan screenen.’

Hepatitis C gaf veel ellende: door de leverontsteking ontstond littekenweefsel op de lever, die daardoor steeds minder goed ging functioneren. Mensen kregen geelzucht, hadden pijn in de buik, ervoeren algehele malaise. Vaak mondde deze levercirrose uit in leverkanker.

Bijwerkingen

Toen de ziekte eenmaal een naam had gekregen, sloegen artsen en farmaceutische bedrijven de handen ineen om een geneesmiddel te zoeken. ‘Aanvankelijk werd de ziekte behandeld met alpha-interferon, maar dat is een lastig geneesmiddel met veel bijwerkingen. Het wordt nu al enkele jaren behandeld met een combinatie van meerdere direct antivirale middelen (DAV). Dat werkt ontzettend goed. Het zorgt dat het virus zich niet verder kan vermenigvuldigen. Na een kuur van drie maanden zijn mensen volledig genezen.’

Dat maakte de noodzaak groot om alle patiënten die de ziekte ongemerkt bij zich droegen, te traceren.  ‘In deze regio hebben we de handen ineengeslagen met andere ziekenhuizen en de Infectieziektenbestrijding van de GGD Rijnmond. Binnen dit Celine-project hebben we duizenden patiëntendossiers nagekeken. Iedereen die ooit een positieve HCV hepatitis-test had gehad, hebben we benaderd voor onderzoek. Zo hebben we enkele honderden patiënten in beeld gekregen die we hebben kunnen behandelen voor hun hepatitis C.’

Hepatitis B

Ook op het gebied van Hepatitis B zag Rob de Man de wereld veranderen. De vaccinatie voor deze infectieziekte zit sinds 2011 in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), en tijdens zijn carrière werd een begin gemaakt met systematische opsporing van de ziekte bij zwangere vrouwen.

‘Zwangere vrouwen werden gescreend. Als ze het niet hadden, werden hun baby’s  gevaccineerd via het RVP. Droegen ze het virus bij zich, dan werd de baby bij de geboorte behandeld met immunoglobuline om te voorkomen dat het kind tijdens de bevalling besmet raakte. Daarna werd de baby snel gevaccineerd.’

De behandeling van hepatitis B is sterk verbeterd. De Man promoveerde erop bij de bekende hepatitis-professor Solko Schalm. ‘Hepatitis B is een beetje zoals HIV. Met de huidige medicatie kunnen we het heel goed onderdrukken. Dat was een mijlpaal want onderdrukking van het virus betekent minder cel-verval en daardoor minder schade aan de lever.’

Maar helemaal genezen lukt nog niet. ‘Het virus trekt zich terug, het lijkt wat dat betreft  ‘slimmer’ dan het hepatitis C-virus. Als een patiënt stopt met de medicatie, kan het weer opvlammen. Maar dat verschilt per patiënt. We onderzoeken nu welke patiënten veilig kunnen stoppen met hun medicatie, al zullen ze altijd onder controle van een arts moeten blijven.’

Nieuwe Nederlanders

Ook in de strijd tegen hepatitis B trekken De Man en zijn vakbroeders in de regionale ziekenhuizen nauw op met de GGD Rijnmond. ‘Hepatitis B vinden we vooral bij nieuwe Nederlanders. Zij komen in eerste instantie binnen bij de GGD. We hebben nu een directe verwijslijn tussen de GGD en de regionale ziekenhuizen opgezet. Daardoor kunnen patiënten snel terecht voor behandeling.’

Hoewel de Man voorlopig nog wel betrokken blijft bij onderzoek naar leverziekten – hij begeleidt jonge wetenschappers bij hun onderzoek – kijkt hij uit naar meer vrije tijd. ‘Wij zijn kampeerders en hebben onlangs een kleine caravan gekocht. Frankrijk is favoriet vanwege de grote diversiteit aan landschappen en natuur. Vroeger waren we gebonden aan maximaal drie weken vakantie, nu is die tijdsdruk er niet meer. Dus wij gaan heerlijk op stap!’

Het hepatitisvirus komt bij autochtone Nederlanders niet vaak voor. Onder mensen met een niet westerse migratieachtergrond maakt de ziekte veel meer slachtoffers. Met name in Azië dragen veel mensen het hepatitis-virus – gemerkt en ongemerkt – bij zich.

 

 

Lees ook