Retroscoop

Patrick Bindels twijfelt er niet aan dat het vak van huisarts altijd blijft bestaan

Als hoogleraar en hoofd huisartsgeneeskunde heeft Patrick Bindels zich binnen en buiten het Erasmus MC sterk gemaakt voor het ambacht en de positie van de huisarts. ‘Gaat het vak in de toekomst verdwijnen? Daar geloof ik helemaal niks van. Mensen willen een vertrouwenspersoon.’

Deel
16 likes
Leestijd 4 min
amazing_Bindels-Patrick
Hoogleraar Patrick Bindels. Foto: Levien Willemse.

Hij vraagt aan de verslaggever die hij hartelijk ontvangt in zijn werkkamer waar ze ook weer voor kwam. Na afloop van het interview bekijkt hij met wie hij hierna een afspraak heeft en waarom. Bindels omschrijft zichzelf als een generalist die meestal meebeweegt met wat er op dat moment speelt en nodig is. De dingen zijn in zijn carrière zo gelopen en meestal was dat goed. ‘Als iemand na mijn afstuderen had gezegd dat ik hoogleraar zou worden, had ik die persoon meteen naar het spreekuur van de huisarts verwezen.’

Naast het meebewegen is er ook standvastigheid. De hoogleraar heeft zich jarenlang met volharding gefocust op een structurele financiering voor academische werkplaatsen in de huisartsgeneeskunde. Die moest er komen want het doet eer aan het vak van huisarts. ‘Laat die financiering nou op het moment dat ik met pensioen ga eindelijk geregeld zijn, – voor de komende vier jaar dan. Ik vind dat echt heel belangrijk, een basis en bestaansrecht voor die academische werkplaatsen; ze vormen een verbinding tussen onderwijs, onderzoek, geneeskunde en patiëntenzorg. Zelf heb ik er niets meer aan, maar de mensen na mij wel.’

De breedte

De bijna zestien jaar als hoogleraar en afdelingshoofd huisartsgeneeskunde bij het Erasmus MC klinken langer dan het voelt. ‘Je kunt je afvragen hoe fris en fruitig je nog bent na zestien jaar. Al heb ik zelf het gevoel dat ik dat nog ben. Maar je zou aan anderen moeten vragen of dat wel klopt.’ Na het afronden van zijn huisartsopleiding, werkte hij voor Artsen zonder Grenzen in Afrika, waar hij met de eerste AIDS patiënten werd geconfronteerd. Bij thuiskomst werd hij onderzoeker bij de GGD in Amsterdam, waar hij promoveerde op onderzoek naar HIV en Aids, het vak van praktiserend huisarts weer oppakte, doorrolde naar universitair hoofddocent en he t schopte tot hoogleraar huisartsgeneeskunde bij het AMC.

‘Mij moet je niet op één klein onderwerp zetten, ik vind de breedte veel te leuk’

‘Binnen het AMC was ik hoofd van de onderzoeksgroep. Dat was interessant, maar ik ben een generalist. In Rotterdam kon ik hoofd van de hele afdeling worden. Ik heb geen dag spijt gehad van mijn overstap naar het Erasmus MC. Ik vind alles leuk; onderwijs, opleidingen en richting geven aan een grote afdeling. Mij moet je niet op één klein onderwerp zetten, ik vind de breedte veel te leuk. Bij het RIVM sprak ik ooit een onderzoeker die zich al 25 jaar bezighield met de tbc bacterie. Na al die tijd begonnen zijn ogen nog steeds te glimmen als hij over die bacterie sprak. Ik dacht: wat mooi. En ook: dat gaat mij niet lukken.’

Vertrouwde persoon

Toch is de praktijk van de huisarts het hoofdonderwerp, de rode draad in Bindels loopbaan. Een vak dat is veranderd, maar in de kern ook hetzelfde is gebleven. Als hij erover vertelt, gaat hij op het puntje van zijn stoel zitten en begint met glimmende ogen te vertellen. ‘De ontwikkelingen in de huisartsgeneeskunde zijn gigantisch. Toen ik in 1986 startte als huisarts, werkte ik nog met het groene kaartensysteem waarop alle gegevens van en over een patiënt werden genoteerd en was er één assistent in de praktijk. De arts schreef recepten op een briefje in een onleesbaar handschrift waar geen patiënt ook maar iets van snapte. De professionalisering is enorm, van een volledige elektronisering tot uitbreiding met een team van praktijkondersteuners en patiënteninformatie op thuisarts.nl. Toen ik vier jaar geleden stopte als praktiserend huisarts, werkte ik in een gezondheidscentrum met achttien mensen en was ons takenpakket misschien wel twee keer zo groot geworden als pakweg dertig jaar geleden.’

Aandacht voor de huisarts

De toename van het takenpakket is mede het gevolg van de substitutie vanuit de tweede en derde lijn, ziet Bindels. ‘De huisartsgeneeskunde is de afgelopen jaren een cruciale rol gaan spelen in de toegankelijkheid van zorg in Nederland. We kunnen stellen dat zonder een goede zorg met de huisarts als eerste lijn, de zorg onbetaalbaar wordt. Vanuit de samenleving begint de aandacht voor de rol van de huisarts wat toe te nemen. De overheid krijgt meer oog voor het belang van de huisarts, maar er moeten ook meer daden komen om dat in de structurering van de gezondheidszorg te laten zien. Huisartsen nemen taken over van ziekenhuizen, maar in de geldstroom is dat niet terug te zien. Daar zou meer waardering voor moeten komen. Je ziet dat er ook in de media meer aandacht komt voor de enorme druk op huisartsen, maar het grootste deel van de huisartsen werkt met ongelooflijk veel plezier en passie voor de patiënt en vanuit liefde voor het vak.’

Dieptepunt

De liefde voor het vak van huisarts deelde hij in zijn dagelijkse werkzaamheden graag en veel met zijn collega Jurgen, de docent die is overleden na het schietincident. ‘Het overlijden van Jurgen heeft een ongelooflijk diepe indruk gemaakt op iedereen. Een dieptepunt en groot verdriet. Het is indrukwekkend geweest hoe de organisatie hier in zijn geheel gehandeld heeft. Er is enorm veel tijd en aandacht besteed aan de emoties die iedereen had en er was de ruimte om die te tonen. Daarmee is het verdriet nog steeds niet weg en dat hoeft ook niet. Dat is niet de essentie. Ik heb maanden in de organisatiemodus gestaan, geprobeerd er te zijn. Er waren zoveel mensen die vroegen hoe het ging, dat ik mijn verhaal en emotie wel kwijt kon. Soms dacht ik ook: nu even niet.’

Vertrouwen

Ondanks de toenemende druk op de zorg, wil Bindels met vertrouwen blijven kijken naar de toekomst van zijn vak. ‘Soms zeiden specialisten: goh, jouw vak bestaat over vijf jaar toch niet meer? Gaat de huisarts in de toekomst verdwijnen? Daar geloof ik helemaal niets van. Mensen willen een vertrouwenspersoon. Dat was zo, dat is zo en dat zal zo blijven. Op het moment dat jou iets overkomt, dan wil je die vertrouwde persoon die jou kent, die je gezin kent. Dan wil je geen computer die je antwoordt. Ik twijfel er niet aan dat het beroep blijft bestaan. Als ik de flexibiliteit en de ontwikkeling zie die huisartsen de afgelopen dertig jaar hebben doorgemaakt, dan zeg ik: maak je geen zorgen. Dat idee van flexibiliteit probeer ik ook aan studenten door te geven. Als je een prachtig carrièreplan hebt, volg het. Maar rigide vasthouden aan een plan kan ook frustrerend zijn als het anders loopt, wat natuurlijk heel vaak gebeurt. Daarom zeg ik ook: hoe minder sterk je plan, hoe minder gefrustreerd je raakt. Maak je geen zorgen als je nog geen prachtig plan hebt; volg het niet-weten en improviseer. Laat ruimte voor het onverwachte.’

‘Ik laat me verrassen.’

Hij heeft zichzelf een verbod opgelegd om nog meer nieuwe boeken te kopen: de stapel fictie en non-fictie is al te groot. Voor de tijd die vrij komt na zijn pensionering heeft hij nog geen vastomlijnde plannen. ‘Ik laat me verrassen.’

Lees ook