Convergence

CardioVascular Biomechanics Lab gouden greep voor ingenieurs, artsen én patiënt

Cardiologen, neurologen en radiologen van het Erasmus MC werken samen met Delftse wetenschappers en studenten. In het CardioVascular Biomechanics Lab (CVBL) doen ze onderzoek naar de biomechanica van het hart en bloedvaten. Door deze samenwerking kunnen technologische innovaties sneller worden ontwikkeld en geïmplementeerd in het ziekenhuis. De eerste resultaten zijn reeds zichtbaar.

17 likes
Leestijd 3 min
AHKL20230315_0010-EMC_TUD_LAB
Frank Gijsen en wetenschappers in het lab. Foto: TU Delft.

De Delftse onderzoeker Frank Gijsen is coördinator van het lab: ‘De interactie met de kliniek is fantastisch door onze nauwe samenwerking. Om modellen te maken en te valideren is veel data nodig die we van het Erasmus MC krijgen. We halen bijvoorbeeld zelf het bloed op van patiënten en krijgen de bloedpropjes van operaties meteen binnen. Ook hebben we toegang tot nieuwe beeldvormingstechnieken van de TU Delft die we bij het Erasmus MC niet tot onze beschikking hebben.’

Naast zijn functie aan de TU Delft heeft Gijsen een deeltijdaanstelling bij het Erasmus MC waar hij zich voornamelijk richt op de mechanismen van vernauwingen in de bloedvaten van de kransslagader. Dit zijn de bloedvaten die het hart van zuurstof en voeding voorzien. Als deze vernauwd zijn, kan dit bijvoorbeeld pijn op de borst of een hartinfarct veroorzaken. Gijsen: ‘We hebben een tool ontwikkeld waarmee artsen kunnen kijken of de vernauwing behandeld moet worden en welk type stent geplaatst kan worden om de vernauwing op te heffen.’

Andere onderzoekers in het lab zijn bezig met het simuleren van het hart, de bloedstroming, bloedpropjes en plaque weefsel. Hierbij kijken ze op verschillende niveaus naar het weefsel en hoe het zich gedraagt. Daar maken de onderzoekers vervolgens met behulp van natuurkundige formules een model van. Ze starten op microscopisch niveau, dan op weefselniveau en uiteindelijk maken ze het model op orgaanniveau.

Een wetenschapper onderzoekt bloedpropjes in het CaridioVascular Biomechanics Labs. Foto: TU Delft.

Convergence

‘Veel TU Delft studenten vinden cardiologie een interessant onderzoeksonderwerp. Ze kennen namelijk allemaal wel een kennis of familielid met hartproblemen. Uit deze behoefte en door de Convergence samenwerking tussen de TU Delft en het Erasmus MC hebben we dit lab opgezet.’

Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar digital twins van het hart. Dit zijn computermodellen van het hart die gebruikt kunnen worden om therapie te personaliseren en sneller, goedkoper en gemakkelijker nieuwe therapieën of devices te testen. Mathias Peirlinck is onderzoeker bij de TU Delft CardioVascular Biomechanics Lab op dit onderwerp. Voor hem voelt de samenwerking tussen het Erasmus MC en de TU Delft als een synergie: ‘Wij hebben data nodig om modellen te maken, en het Erasmus MC kan onze modellen gebruiken om de data in meer detail te analyseren.’

Bloedpropjes

Het onderzoek heeft reeds geleid tot de ontwikkeling van verschillende modellen die in de kliniek gebruikt worden om de mechanische eigenschappen van bloedpropjes te onderzoeken. Gijsen: ‘Het ene bloedpropje is heel zacht en het andere is heel hard, bijna als een stuiterbal. Voor elk type bloedpropje wordt nu hetzelfde apparaat gebruikt om het uit het lichaam te halen en dit gaat niet altijd goed. Daarom maken wij nu modellen van bloedpropjes om artsen te helpen de juiste behandeling te kiezen voor verschillende soorten bloedpropjes. Dit maakt het zowel voor de arts als voor de patiënt gemakkelijker. Dit is geweldig om te zien.’

Lees ook