Convergentie

Technici en clinici komen samen in biomechanica-lab

Op het Cardiovasculair Biomechanics lab komen wetenschappers van het Erasmus MC en de TU Delft samen. Ze doen onderzoek naar de mechanische stressoren op hart en vaten. ‘Een bloedpropje is soms net een stuiterbal.’

Deel
2 likes
Leestijd 3 min
thumbnail_clot samples
Een serie bloedstolsels uit het biomechanica-lab, met oplopende concentraties rode bloedcellen.

‘Time is brain’, klinkt het wanneer er een patiënt binnenkomt met een herseninfarct. Om de schade te beperken, moet de bloedprop die het hersenweefsel afsluit er zo snel mogelijk uit. Op het Cardiovasculair Biomechanics lab doen Erasmus MC’ers en TU Delftenaren daarom samen onderzoek naar bloedproppen. 

Stuiterbal 

‘Een bloedpropje bestaat voornamelijk uit fibrine, rode bloedcellen en bloedplaatjes’, legt Erasmus MC onderzoeker Frank Gijsen uit. ‘Alle drie hebben ze een grote invloed op hoe de bloedprop, ook wel trombus genoemd, zich gedraagt. Als er weinig rode bloedcellen inzitten, dan is het net een stuiterbal. Bij weinig fibrine wordt de trombus heel fragiel. Daarbovenop spelen de bloedplaatjes een belangrijke rol. Die trekken de bloedprop op den duur strak, net zoals een wondje op je huid.’ 

In het lab maakt het team van Gijsen bloedstolsels van verschillende samenstellingen. Zo onderzoeken ze hoe fibrine, bloedplaatjes en rode bloedcellen op mechanische wijze op elkaar ingrijpen. De verschillende typen bloedpropjes testen ze vervolgens uit in bloedvatmodellen. ‘Want we willen ook weten: bij welke kracht laat de trombus los, wanneer scheurt hij kapot en op welke manier kun je het propje zo veilig en snel mogelijk verwijderen?’ 

Om de bloedprop uit het bloedvat van een patiënt te verwijderen, hebben neuro-interventieradiologen keuze uit meerdere apparaten. Het uiteindelijke doel van Gijsens’ team is om de clinici te helpen bij deze behandelingskeuze. ‘Bij een herseninfarct willen we eerst op een snelle en efficiënte manier het type bloedprop kunnen bepalen, om vervolgens te kunnen zeggen: verwijdering van bloedprop type X heeft met apparaat type Y de hoogste kans van slagen.’  

Convergentie 

Voor dit onderzoek moeten experts uit verschillende hoeken samenkomen: de techniek uit de TU Delft en het klinisch onderzoek uit het Erasmus MC. Daarom opende Gijsen anderhalf jaar geleden, naast het Erasmus MC Cardiovasculair Biomechanics lab, een tweede biomechanica-lab. Maar dan aan de TU Delft.

De laboratoria ademen Convergentie, de onderzoekssamenwerking tussen de TU Delft, de EUR en het Erasmus MC. Gijsen: ‘Innovatie door samensmelting van technologie en gezondheidszorg, daar staat convergentie voor.’   

Symposium 

Over dit en ander vaatonderzoek vindt op 21 en 22 april het Shear Stress symposium plaats, in Rotterdam. Gijsen organiseert het internationale symposium waar de biomechanica, vaatbiologie en klinisch onderzoek samenkomt. 

Lees ook