Heupartrose
Tot die conclusie komt orthopeed in opleiding Desirée Dorleijn. Onlangs promoveerde zij op een studie waarbij zij het effect van de bilprik onderzocht. Dorleijn: “Ik heb 107 patiënten over twee groepen verdeeld. Allemaal hadden ze last van pijnlijke heupartrose (zie Kader). Allemaal kregen ze een prik in de bil, de ene groep met een placebo (een nepmiddel), de andere groep met corticosteroïden, een pijnstillende stof.”
Pijnscore
Voordat de injectie werd gegeven, werd de patiënten gevraagd hun pijn een score te geven, op een schaal van 1 tot 10. Gemiddeld werd een pijnscore van 4,3 gegeven. In de groep die de placebo kreeg, daalde de score na twee weken naar gemiddeld 3,9. In de groep die werd behandeld met corticosteroïden, nam de gemiddelde score af tot 2,6. Dat effect hield gemiddeld twaalf weken aan.
Huisarts
Die bevinding is goed nieuws. Dorleijn: “Tot op heden worden injecties met corticosteroïden gezet in het heupgewricht. Dat is een ingreep die moet worden verricht in een ziekenhuis op de afdeling Radiologie. Een specialist zet onder geleiding van echografie of een röntgenopname de injectie in het heupgewricht. Een injectie in de bilspier is een stuk simpeler. Patiënten hoeven daarvoor niet naar het ziekenhuis, maar kunnen bij hun huisarts terecht. Een stuk prettiger en goedkoper.”
Knie
Dorleijn benadrukt dat zij niet heeft gekeken naar het verschil in effect tussen de bilspier-injectie en de heupgewricht-injectie. “De bilspierprik moet dan ook gezien worden als een waardevolle aanvulling op het bestaande behandelprotocol. De prik in de bil is vooral een goede tussenstap. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of de bilspierprik de injectie in het gewricht kan vervangen.”
Dorleijn denkt dat voor knieartrose een vergelijkbare aanvulling op de behandeling mogelijk is: “Bij die patiënten wordt nu nog een injectie in het kniegewricht gezet. Een prik in het bovenbeen is wellicht een goed alternatief.”
In Nederland hebben naar schatting 80.000 mannen en 160.000 vrouwen last van heupartrose. Het is een reumatische aandoening die meestal op middelbare leeftijd ontstaat. Omdat het kraakbeen in de gewrichten dunner en zachter wordt, ontstaat geleidelijk aan pijn. Wanneer pijnstilling met ibuprofen of paracetamol niet meer helpt, kan worden gekozen voor een injectie met corticosteroïden in het gewricht als tijdelijke oplossing voor de pijnklachten. Pas in allerlaatste instantie komt het aanbrengen van een heupprothese in beeld als behandeloptie.