Dit verhaal begint honderdduizenden, misschien wel miljoenen jaren geleden. Een tijd waarin zout (natriumchloride) schaars was en het lichaam van de moderne mens en diens voorlopers een manier moest ontwikkelen om de stof zo goed mogelijk vast te houden. Waarom? Zout is essentieel voor onder meer de vochtbalans en regeling van de bloeddruk. Uiteindelijk leverde de evolutie ons nierbuisjes op die heel goed zout kunnen terugwinnen uit de urine – nadat in eerste instantie de nierfilters water en zout uit het bloed hebben gefilterd. In de nierbuisjes bekleden zogeheten zoutkanaaltjes een essentiële rol.
Onderzoek naar relatie zout en nierschade
Slachtoffer succes
Miljoenen jaren na het ontstaan van dit succesvolle systeem lijkt de westerse mens er slachtoffer van te worden. Zout is inmiddels volop aanwezig, wordt in grote hoeveelheden geconsumeerd en tegelijkertijd houdt ons lichaam de stof nog altijd prima vast. Terwijl de gemiddelde man dagelijks maximaal zes gram nodig heeft, eet hij er al snel tien. Bij vrouwen gaat het om negen gram waar vijf het maximum is. En iedereen weet: zout jaagt de bloeddruk omhoog, wat het risico op hart- en vaatziekten vergroot. “Zout is een goedkope smaakmaker en wordt dan ook door de meeste voedingsproducenten aan hun waren toegevoegd”, vertelt internist-nefroloog Ewout Hoorn. “Denk aan kaas, sauzen en kant-en-klaarmaaltijden. In restaurants wordt ook vaak veel zout in maaltijden verwerkt. Ondanks beloften van de voedingsindustrie om het zoutgehalte te verlagen, toonde een recent onderzoek van de Consumentenbond aan dat het zoutgehalte in de afgelopen jaren vaak hetzelfde bleef of zelfs toenam. Het probleem is dat het in al deze gevallen gaat om natriumzout, een factor die hart- en vaatziekten in de hand werkt. Ons vermogen zout vast te houden is ontstaan in de tijd dat de mens vooral kaliumzout at. Kalium vermindert juist het risico op hart- en vaatziekten. Kaliumzout zit bijvoorbeeld in noten, groenten, fruit, koffie en chocola.”
Overactief
In de afgelopen jaren verrichtten Hoorn en zijn collega’s veel onderzoek naar de werking van zoutkanaaltjes. Het leidde onder meer tot de ontdekking dat hoge bloeddruk vaak wordt veroorzaakt door overactieve zoutkanaaltjes. “Wij denken dat mensen met nierschade hier nog meer last van hebben dan de gemiddelde persoon”, zegt de internist-nefroloog. “Zij zijn nóg zoutgevoeliger, wat de bloeddruk verhoogt en vervolgens nog meer nierschade veroorzaakt. Bovendien lijkt zout ook tot nierschade te leiden, dus niet alleen via de tussenschakel van hoge bloeddruk.”
Hoorn, tevens medisch coördinator dialyse in het Erasmus MC, ontving dit jaar van de Nierstichting 400.000 euro om onderzoek te doen naar de mechanismen van zoutgevoeligheid bij chronische nierschade. Hij zegt: “Iedereen weet dat meer zout leidt tot hogere bloeddruk, maar eigenlijk weten we nog niet zo goed hoe dat werkt. We denken dat veel van die mechanismen vanuit de nier komen en we proberen dat nu terug te voeren op één van de zoutkanalen.”
Hoorn vervolgt: “Het is cruciaal om chronische nierschade te voorkomen of om reeds aanwezige nierschade niet te laten verergeren. Wij willen achterhalen of onze hypothese juist is dat patiënten met nierschade meer zout terugwinnen dan andere mensen. Is dat ene type zoutkanaal inderdaad te actief?”
Sinds begin april worden twee onderzoekslijnen opgezet, in proefdieren en in patiënten. Hoorn: “We gebruiken een proefdiermodel voor nierschade om zo in de nier te bekijken welke zoutkanaaltjes actiever zijn geworden en waarom dit is gebeurd. Met dit onderzoek willen we een vertaalslag maken naar patiënten met chronische nierschade. Dit krijgt een extra impuls omdat we recent hebben ontdekt dat de zoutkanaaltjes ook worden uitgescheiden in de urine. We hopen hiermee een maat te hebben om de activiteit van zoutkanalen te meten in de mens.”
‘Veel zout in kaas, sauzen en kant-en-klaarmaaltijden’
Behandeling
Als het meezit, leidt het onderzoek ook tot betere behandeling. Hoorn: “We volgen twee sporen. Ten eerste: wat is het effect van zoutarme voeding? Gezien het toegevoegde zout in vele voedingswaarden, is het moeilijk om dagelijks niet te veel zout binnen te krijgen. Daarom helpt een diëtist de deelnemers tot een zoutarme boodschappenlijst te komen. Ten tweede: wat is het effect van het remmen van het zoutkanaal met medicijnen? We vergelijken de resultaten van de zoutarme periode met die van de medicatie. Daarna weten we welke strategie de zoutgevoeligheid het best vermindert en zo nierschade voorkomt.”
Advies
Wat is tot slot Hoorns advies aan iedereen die niet te veel natriumzout wil opnemen? “Meer kalium! Kalium blijkt zoutkanalen te remmen, zodat je meer zout uitplast. Kalium werkt dus als een soort plastablet. Een goed initiatief is LoSalt: zout met minder natriumzout en meer kaliumzout. Helaas geldt voor mensen met ernstige nierschade juist weer een kaliumbeperking, omdat zij anders het risico lopen op een te hoog kaliumgehalte in het bloed.”
Buizensysteem
Onze twee nieren produceren de urine. De nieren bestaan uit een filter en een buizensysteem. Het nierfilter haalt afvalstoffen uit het bloed. Hierbij worden ook nuttige stoffen gefilterd, zoals water en zout. De nierbuisjes zorgen daarom dat deze stoffen worden teruggewonnen en weer in het bloed worden opgenomen. De overige stoffen verlaten via urine het lichaam. Chronische nierschade kan dit proces verstoren. Zes vragen aan Internist-nefroloog Ewout Hoorn.
Hoeveel?
“In Nederland heeft ruim een miljoen mensen chronische nierschade.”
Wat?
“Bij nierschade functioneren de nieren minder goed.”
Oorzaken?
“De meest voorkomende oorzaken van nierschade zijn hoge bloeddruk en suikerziekte. Je zou nierschade daarom grotendeels als welvaartsziekte kunnen beschouwen. Onze te hoge zoutinname draagt bij aan nierschade. Zout verhoogt de bloeddruk, maar leidt ook rechtstreeks tot nierschade.”
Hoe uit het zich?
“Voorbeelden van klachten zijn jeuk, vermoeidheid, misselijkheid en een gebrek aan eetlust. Dergelijke problemen horen ook bij andere aandoeningen, zodat nierschade vaak pas laat wordt ontdekt. De late diagnose wordt ook veroorzaakt doordat een patiënt eigenlijk pas klachten krijgt wanneer de nier nog maar voor twintig tot dertig procent functioneert.”
Wat zijn de gevolgen?
“Bij ernstige nierschade wordt het overschot aan water en zout niet uit het lichaam afgevoerd. Het gevolg is kortademigheid. Het lichaam vergiftigt zichzelf ook steeds meer, omdat de nier niet meer goed afvalstoffen kan filteren. In het uiterste geval is dialyse nodig, waarbij een apparaat de filtering en zuivering van het bloed overneemt. Een nog betere oplossing is een donornier.”
Hoe wordt de diagnose gesteld?
“Dit kan met een bloed- of urinetest. In het bloed wijst een te hoog creatininegehalte op nierschade, omdat dit stofje normaal gesproken wordt uitgeplast. Daarnaast duidt eiwit in de urine vaak op nierschade.”
Hoge bloeddruk na niertransplantatie
Wie ernstige nierschade heeft, kan in aanmerking komen voor een donornier. Internist-nefroloog Ewout Hoorn: “De resultaten van niertransplantatie op korte termijn zijn steeds beter geworden, maar we stuiten nu op lange-termijnproblemen. Mensen met een donornier hebben vaker hart- en vaatziekten.”
Zoutgevoeligheid speelt ook hier een rol. Hoorn: “Na de transplantatie zijn medicijnen nodig die het afweersysteem van het lichaam onderdrukken en zo voorkomen dat de nieuwe nier wordt afgestoten. Paradoxaal genoeg lijkt één van deze middelen als bijwerking te hebben dat een zoutgevoelige vorm van hoge bloeddruk ontstaat. Ook hier lijken te actieve zoutkanalen een rol te spelen. We willen dit mechanisme ophelderen om er vervolgens op in te grijpen.”