Erasmus MC

Acute porfyrie: hoop op beter leven dankzij studiemedicijn

Paul Meinders is erfelijk belast met een zeldzame stofwisselingsziekte met bijna onmenselijk zware symptomen. Een studiemedicijn biedt hem hoop op een beter leven.

7 likes
Leestijd 8 min
Janneke-Langendonk-0319-007
Dr. Janneke Langendonk

“Ik ben met acute porfyrie geboren”, zegt Paul Meinders. “De ziekte is erfelijk. Mijn moeder is er zelfs aan overleden, in 1967. Als kinderen kregen we de oorzaak pas jaren later te horen. Mijn oudere zus ging op onderzoek uit en kwam in contact met professor Wilson van het toenmalige Dijkzigt Ziekenhuis. Hij vertelde ons dat een genetisch defect in de bloedlijn aan moeders kant de oorzaak was van de porfyrie. Wij kinderen zijn toen getest en ik bleek drager van dat genetisch defect.”

 

De eerste aanval

Vanaf toen wist Bredanaar Paul Meinders (nu 57) dat hij de kans had op een aanval van porfyrie. Met een regelmatig en gezond leven probeerde hij de risico’s te minimaliseren. “Maar rond mijn veertigste begon het gedoe”, zegt Meinders eufemistisch over de ziekte die zijn verdere leven zou tekenen. “Ik was al een halfjaar vermoeid en kreeg last van mijn voeten en benen. Het werd allemaal wat stijver en ik was misselijk, had buikpijn. De huisarts dacht aan een spastische darm en stuurde me naar huis met medicatie. Ik vertrouwde het niet en zocht opnieuw contact met dokter Wilson.”

 

Ternauwernood overleefd

Maar nog voordat Wilson zijn patiënt onderzocht, ging het mis. “Na een feestje voelde ik me zo beroerd, dat ik in het ziekenhuis in Breda moest worden opgenomen. Mijn vriendin probeerde de medische staf tevergeefs duidelijk te maken dat ik aan porfyrie leed en dat onmiddellijk contact met Rotterdam moest worden gezocht. Ik lag als een plantje te creperen. Morfine hielp maar ten dele en ze besloten een speciaal medicijn uit Parijs te laten komen. Maar voordat dat er was, vijf dagen na de opname, kreeg ik een zwaar epileptisch insult. Ik raakte in coma en werd ’s avonds laat wakker aan allerlei slangen. Mijn familie stond erbij, dacht al dat ze me kwijt waren.” Meinders overleefde ternauwernood en zijn situatie verbeterde na infuusmedicatie met Normosang. Na een paar weken mocht hij naar huis. “Maar ik was kapot”, zegt hij. “Mijn hersenen werkten niet goed meer. De boel stond op zijn kop.”

 

Zware periode

De acute porfyrie kostte Paul Meinders zijn baan als leidinggevende op de dagbehandeling van een zorginstelling. “Ik had gaten in mijn kortetermijngeheugen. Maakte afspraken en vergat ze vervolgens. Bovendien kreeg ik na een paar maanden weer een aanval. De Bredase arts stuurde me nu wel direct naar Wilson. Misschien ook omdat ik hem eerder nogal stevig had toegesproken”, zegt Meinders met een ‘grimlach’. Het luidde een zware periode in. “In het oude Dijkzigt kreeg ik weer Normosang. Ik had inmiddels vrijwel om de tien dagen een aanval.”

 

Port-A-Cath

Nadat de Thuiszorg enige tijd voor het infuus had gezorgd, laat Meinders een ‘Port-A-Cath’ plaatsen, een onderhuids katheter waarbij de patiënt zelf de injectie kan toedienen. “Dat was beter”, geeft hij aan. “Je voelt je toch wat minder patiënt. Je regelt de medicatie zelf en gaat voor controle naar het ziekenhuis. Maar het bleef schipperen en ik heb toch nog vaak in het Erasmus MC gelegen. En ook tussen de aanvallen was ik nooit vrij van pijn.” De belasting die acute porfyrie op het leven legt is bijna niet te bevatten. “Je bent nooit gerust”, zegt hij. “Op vakantie ben je vooral bang dat het misgaat. En inmiddels was ik met werken op halve kracht gezet. En weet je wat extra lastig is? Porfyrie is een zeldzame, onbekende ziekte. Mensen kennen het niet en hebben soms weinig begrip voor je lijden. Het is fijn dat ik inmiddels via een app contact heb met lotgenoten.”

Dr. Janneke Langendonk

 

 

 

Studiemedicijn

Prof. Wilson was inmiddels met emeritaat. Dr. Janneke Langendonk, die de behandeling had overgenomen, polste Paul Meinders voor deelname aan een proef met het studiemedicijn givosiran. “Ik dook er meteen bovenop, had al zo lang met die ellende te schaften. Maar voordat het zover was, ging het nog een keer goed mis. Bij een van de opnames liep ik een zware infectie op. En ook had ik apneu ontwikkeld. Maar goed, in juli vorig jaar mocht ik starten met het nieuwe medicijn. Nu ja, ik kreeg eerst een placebo, dat merkte ik direct. Maar vanaf december 2018 krijg ik givosiran toegediend, maandelijks via een prikje in mijn been. Het resultaat is ongekend! De aanvallen bleven weg, ik voel me zoveel beter. Ik noem het een wondermiddel!”

 

Toekomst

“Vanwege de apneu ben ik inmiddels afgekeurd voor mijn werk. Dat heb ik maar opgegeven”, legt Meinders uit. “Ik zit nu een jaar thuis, maar heb genoeg te doen. Natuurlijk voel ik me niet altijd honderd procent fit. Ik heb nog steeds apneu en slaap met een neusslang. Ook de porfyrie blijft een gevecht. Ik ben nog vaak moe en misselijk. Maar de kwaliteit van mijn leven is enorm toegenomen. Ik hoop dat het middel op de markt komt en voor alle porfyriepatiënten te gebruiken is, want het is echt een rótziekte. Die pijnen, je weet niet waar je het zoeken moet. Ik heb een paar keer op het punt gestaan om euthanasie aan te vragen. Maar ja, ik heb twee dochters. Dus je moet door. Maar dankzij de givosiran en het Erasmus MC heb ik weer meer vertrouwen in de toekomst.”

 

 

HOOPGEVEND STUDIEMEDICIJN VOOR PORFYRIEPATIËNTEN

 

“Bij porfyrie zit het probleem in de lever”, zegt dr. Langendonk, internist in het Erasmus MC en gespecialiseerd in erfelijke metabole (oftewel stofwisselings-) ziekten. “De lever is onze chemische fabriek. De lever ruimt afvalstoffen op en zorgt ervoor dat we voedingsstoffen uit het bloed kunnen opnemen. Het lichaam hangt immers van omzettingen van stoffen aan elkaar, dat is de basis van ons zijn. Porfyrie ontstaat doordat een specifieke stof, genaamd ‘heem’, onvoldoende wordt aangemaakt. Heem is onder meer nodig voor de aanmaak van hemoglobine, de stof in het bloed die zuurstof transporteert.”

 

800 patiënten

Porfyrie is een stofwisselingsziekte, die een aantal varianten kent. Zo’n achthonderd mensen in Nederland hebben erfelijke aanleg voor acute porfyrie, maar de ziekte manifesteert zich alleen bij sommigen van hen. “Acute porfyrie treft bijna uitsluitend volwassenen”, duidt Langendonk. “Meestal is er een directe aanleiding voor de eerste aanval, bijvoorbeeld een operatie of infectie, gebruik van alcohol of een ‘verkeerd’ medicijn. Het nare is dat niet iedereen weet dat hij of zij drager van het gen is. Je weet dus ook niet welke medicatie voor jou onveilig is. Buikpijn en misselijkheid zijn vaak de eerste symptomen. Als de aanval niet wordt gestopt, kan er neurologische uitval komen zoals spierzwakte in de benen. Maar lichaamsfuncties kunnen ook helemaal uitvallen. Met epilepsie, een coma of zelfs overlijden tot gevolg.”

 

Onvoorspelbaar

Minder dan tien Nederlanders hebben acute porfyrie in de meest ernstige vorm. Enkelen krijgen zeer frequent een aanval. Via een infuus krijgen zij stoffen toegediend om deze te remmen. Langendonk: “De aanvallen zijn moeilijk te voorspellen, ook als je keurig volgens de ‘voorschriften’ leeft. Kou kan een factor zijn, of stress. Omdat porfyrie de neurologische interactie verstoort, wordt ook je psyche beïnvloed. Je bent soms verward, je geheugen wordt minder. Veel patiënten hebben geen baan. Echt, je kunt nauwelijks een normaal leven leiden.”

 

Shyhanaz Alibaks

 

Hoop

Maar er is hoop. In 2017 startte vanuit de farmaceutische industrie fase 3 van een wereldwijde ‘trial’, waarin een studiemedicijn wordt getest. De eerste resultaten zijn bemoedigend. Als research coördinator is Shyhanaz Alibaks de spin in het web. Ze coördineert het onderzoek van A tot Z en heeft contact met alle betrokken partijen. “De trial is internationaal”, legt zij uit. “Acute porfyrie is immers een zeldzame ziekte, dus alle kennis moet gebundeld worden. Bij het Erasmus MC neemt maar één patiënt deel aan de studie.” Die krijgt maandelijks een onderhuidse injectie met het studiemedicijn. “Het ziet er goed uit”, zegt Langendonk. “Als dit middel op de markt komt en betaalbaar wordt, dan zullen veel mensen de ziekte niet meer hebben.”

 

Dubbelblind onderzoek

“We kijken naar de veiligheid en de werkzaamheid”, vervolgt Alibaks. “Wat is het effect, welke bijwerkingen zijn er? Het gaat in deze fase om het onderzoeken van de uiteindelijke dosering van het middel op bruikbaarheid en effectiviteit bij grote aantallen patiënten. Het is een medicijn dat het aantal acute aanvallen kan verminderen. Het middel zorgt feitelijk voor remming van het enzym dat te hard aanstaat. Het pakt niet de oorzaken aan, maar de symptomen die het leven van de patiënt zo moeilijk maken.” De methodiek – een gerandomiseerd dubbelblind placebo-gecontroleerd onderzoek – vraagt om uitleg. Alibaks: “In deze trial krijgt, gedurende de eerste zes maanden van de trial, een deel van de patiënten het medicijn en een ander deel een placebo. Dit is op basis van toeval bepaald. Na deze periode krijgen alle proefpersonen van de trial het medicijn. Ook het studieteam weet gedurende de gehele trial niet aan welke patiënten het echte middel in de eerste zes maanden is toegediend. Alles verloopt goed, ook dankzij de samenwerking van alle betrokken partijen, zoals de artsen, apotheek en laboratoria.” “En door de enorme inzet en kwaliteiten van Shyhanaz!”, vult Langendonk aan.

 

Zeldzame ziekte

Acute porfyrie is een zeldzame ziekte. Dit brengt vaak onbegrip met zich mee. De omgeving van de patiënt snapt het niet en – nog zorgelijker – de huisarts weet de diagnose niet te stellen. “Hierin ligt een taak”, zegt Langendonk. “Wij proberen permanent onze kennis te delen. Via het European Porphyria Network, op congressen, maar ook in ons eigen Erasmus MC. Porfyrie zit tegenwoordig in het curriculum en in de opleiding tot spoedarts.”

Lees ook