Voor verpleegkundigen en artsen op de intensive care is toediening van infuusvloeistoffen een alledaagse handeling, bijvoorbeeld om opgeloste medicijnen te geven of om de bloeddruk op peil te houden. Toch was er in de beroepsgroep nog geen overeenkomst over wat de beste vochtbalans is. ‘We zijn het erover eens dat te weinig vocht niet goed is, maar in de richtlijn staat niks over te veel vocht’, vertelt neuroloog-intensivist Mathieu van der Jagt.
Uit een grote studie, gepubliceerd in The Lancet Neurology, blijkt nu dat ook te veel vocht problematisch is voor IC-patiënten met traumatisch hersenletsel. Patiënten die dagelijks meer vocht binnenkregen dan ze uitscheidden – een zogenoemde positieve vochtbalans – hadden een hogere kans om te overlijden en een minder goed neurologisch herstel.
Vermijd onnodig toedienen
De oplossing is mogelijk simpel, stellen Van der Jagt en zijn mede-onderzoekers promovendus Eveline Wiegers en medisch besliskundige Hester Lingsma. ‘Artsen en verpleegkundigen moeten de verleiding weerstaan om infuusvloeistoffen toe te dienen als dit niet strikt noodzakelijk is. Denk bijvoorbeeld eens aan een zetpil met paracetamol in plaats van opgelost in een infuus. Of dien bij lage bloeddruk door slaapmiddelen niet per se vocht toe, maar geef noradrenaline. Het is eigenlijk heel eenvoudig: vermijd het onnodig toedienen van infuusvloeistoffen’, legt Van der Jagt uit.
Dat te veel vocht leidt tot een slechtere prognose, ligt biologisch gezien ook voor de hand. Van der Jagt: ‘Het idee is dat het teveel aan vocht in de hersenen gaat zitten. Dat zorgt voor hersenoedeem en secundaire hersenschade, naast de schade die er al was door het trauma.’
Verstorende factoren
De onderzoekers gebruikten de gegevens van 2017 IC-patiënten met traumatisch hersenletsel, opgenomen in 55 ziekenhuizen in 18 landen binnen de Europese CENTER-TBI studie. In hun analyse hielden ze rekening met andere factoren die het verband tussen vocht en een slechtere prognose kunnen verklaren. Want was het niet zo dat patiënten die er slechter aan toe waren meer vocht kregen? En het vocht zelf dus niet de verklaring is voor de slechtere afloop?
Het lijkt er zeer sterk op dat dit niet het geval is. Het verband tussen vocht en een ongunstige afloop bleef overeind na meerdere speciale analyses om verstorende factoren uit te sluiten, legt Lingsma uit. ‘Er zijn ziekenhuizen die meer en minder vocht toe dienen, ook al zijn hun patiënten vergelijkbaar. Die variatie kunnen we gebruiken om de verschillende aanpakken te vergelijken in zogeheten comparative effectiveness studies zoals CENTER-TBI.’