Die vraag is urgenter dan ooit, nu in Nederland al zeven gevallen van het Westnijl-virus zijn gevonden. Vermoedelijk overgebracht door Nederlandse met Westnijlgeïnfecteerde muggen.
De studie bouwt voort op het succesvolle samenwerkingsverband van het Netherlands Centre forOne Health (NCOH). Dat is een consortium van negen onderzoeksinstituten zoals RadboudUMC, Universiteit Leiden, Universiteit Wageningen en Universiteit Utrecht. De One Health PACT studie is met 10 miljoen euro gefinancierd door de Nationale Wetenschapsagenda. Er werken in totaal 49 onderzoekers, 26 PhD-studenten en één post-doc van achttien verschillende instituten nauw in samen.
Strenge winters
Programmamanager Maarten Hoek, werkzaam bij de inmiddels landelijk bekende viroloog en projectleider Marion Koopmans van de afdeling Viroscience, schetst de aanleiding voor de studie: ‘Nederland verandert. Verduurzaming van landbouw en veeteelt, vergroening van steden door de aanleg van parken en kanalen. Ook het veranderende klimaat, met het uitblijven van strenge winters. De verschuiving van neerslagpatronen, waardoor de kustprovincies natter worden en het oosten van Nederland juist droger.’
Het zijn allemaal transformerende omstandigheden waarin die irritant zoemende en soms ook ziekteverwekkende muggen welig tieren. ’Ook in Nederland kwam vroeger malaria voor’, brengt Hoek in herinnering. ’Men heeft de malariamug destijds weten uit te bannen door vele watertjes te dempen en door het gebruik van pesticiden’, legt Hoek uit.
Waterberging
Maar dat was toen. ’Voor het watermanagement is het tegenwoordig juist weer nodig om waterbergingen aan te leggen. Zowel om de huidige grote stortbuien op te vangen, als om perioden van droogte beter te kunnen overbruggen. We leggen uiterwaarden aan tegen overstromende rivieren.’
Ook het collectief verlangen naar groen in de stad geeft muggen een kans. ‘In de ecosystemen van deze groene zones is de ecologische balans vaak nog zoek. Muggen en andere plaagdieren missen er hun natuurlijke vijanden.’
Wereldhandel
Tegelijkertijd worden exotische muggensoorten geïntroduceerd door de wereldhandel, ook in Nederland. ’Met de handel in tweedehands autobanden en bamboeplanten bijvoorbeeld, komen tijgermuggen mee. Maar ze zitten af en toe ook in het vliegtuig, in de auto en soms zelfs in de koffers van reizigers. Tel daarbij op dat wij een steeds meer Mediterraan klimaat krijgen en je weet: Nederland heeft veel ideale broedplaatsen voor muggen, en dan vooral voor muggen die we hier (nog) niet kennen.’
Malariavrij
Het laatste ‘autochtone’ geval van malaria werd geregistreerd in 1959. In 1970 kreeg Nederland, als een van de laatste Europese landen, het predikaat ‘Malariavrij’. ‘Dat willen we graag zo houden, vooral ook door te voorkomen dat uitheemse muggen en hun ziekten zich hier vestigen’, betoogt Hoek.
Lang verhaal kort: tijd voor een groot onderzoek naar deze zoemende plaaggeesten om te zien welke virussen en parasieten ze bij zich zijn gaan dragen, en welke dan vervolgens een risico vormen voor de gezondheid van mens en dier. ’We kijken naar het Zika-virus, het eerder genoemde Westnijl-virus en het Usutu-virus, om er maar een paar te noemen.’
Want vergis u niet, ook de betrekkelijk onschadelijke Hollandse prikmug kan in principe worden besmet met een exotische ziekte als hij een slapende gastheer belaagt die reeds is gestoken door een besmette uitheemse mug. In sommige gevallen kan die gewone Hollandse prikmug die ziekte op zijn beurt verder verspreiden onder mens en dier.Dat lijkt nu het geval te zijn met de mensen die op verschillende locaties in Nederland het Westnijlvirus hebben opgelopen.
De One Health PACT studie loopt al sinds november 2019. Veldwerkers hebben op verscheidene plaatsen in Nederland onderzoeksvijvers aangelegd, waar ze muggen vangen. Na vangst worden ze gedetermineerd en onderzoeken de aangesloten laboratorium-medewerkers ze op ziekteverwekkers. Modelleurs kijken wanneer de mug actief is: in de ochtend, middag of avond.
‘Het vangen van de muggen gebeurt met geavanceerde traps’, schetst Hoek. ’Die scheiden geurtjes af en simuleren door de uitstoot van CO2 de uitademing, waardoor de mug denkt dat hij een prooi nadert. Als de mug dicht genoeg bij is gekomen, zuigt het apparaat hem naar binnen. Het apparaat houdt bij hoeveel muggen er zijn gevangen en wanneer dat is gebeurd. In Leiden hebben we kunstmatig aangelegde vijvers die kunnen worden verwarmd en gekoeld, dit alles om te kijken bij welke temperatuur de muggenlarven het beste gedijen.’
Goodwill
Maar liefst 49 onderzoekers van alle deelnemende instellingen werken nauw samen in de One Health PACT studie. ‘Dat vergt een minutieuze coördinatie en veel goodwill. Gechargeerd gezegd zit een promovendus normaal gesproken vier jaar lang opgesloten in zijn lab en achter zijn computer, totdat hij voldoende papers heeft geproduceerd om te gaan promoveren.’
Nu moeten de promovendi snel kunnen schakelen als de studie bepaalde bevindingen oplevert, waardoor de studie moet worden bijgestuurd. De One Health PACT studie wordt uitgevoerd door Erasmus MC – Afdeling Virologie, Utrecht University – Faculteit Diergeneeskunde, Wageningen University & Research, UMC Leiden, RadboudUMC, Nederlands Instituut voor Ecologie, Avans Hogescholen, Universiteit Leiden en UMC Utrecht.