Transplantatie

Sander leeft al 18 jaar met de nier van zijn vader

Sander Bakker is net vader geworden als zijn nieren hard achteruitgaan. Een transplantatie is onvermijdelijk. Van zijn vader Cees krijgt hij een donornier, die inmiddels al 18 jaar meegaat. ‘Ik heb zoveel energie. Ik blijf maar doorgaan.’

Deel
16 likes
Leestijd 4 min
Sander en Cees Bakker
Sander Bakker (l) kreeg een donornier van zijn vader Cees (r).

Als Sander Bakker (51) en zijn vader Cees (79) het Erasmus MC binnenlopen, vallen ze meteen op. Ze zijn lang, tegen de 2 meter aan. Sander heeft al 30 jaar een eigen schildersbedrijf en heeft zijn met verf besmeurde werkkleding nog aan. ‘Als je me nu ziet, denk je: “Wat mankeer je nou?” Maar ik ben echt heel slecht geweest, een vaatdoek’, vertelt hij.

Op zijn zestiende blijkt dat Sander de ziekte van Alport heeft. Een zeldzame erfelijke nierziekte die ook de ogen en de oren aantast. Na de geboorte van zijn eerste zoon in 2004 begonnen op 29-jarige leeftijd de eerste ernstige gezondheidsproblemen. Hij kreeg longsarcoïdose en moest veel prednison en antibiotica slikken. Door die medicatie, in combinatie met zijn nierziekte, ging zijn nierfunctie razendsnel achteruit. ‘Dat is het moment waarop de artsen zeiden: “We moeten eens kijken of er in jouw netwerk iemand een nier kan afstaan”’, herinnert hij zich.

In die periode was hij er slecht aan toe. ‘Ik ging tegelijkertijd met mijn 1-jarige zoon naar bed, ongeveer rond 7 uur.’ Hij was constant moe, had dikke enkels door vochtophoping en slikte plaspillen, prednison en bloeddrukverlagers. Allemaal gevolgen van een verslechterde nierfunctie.

Kans op een normaal leven

Sander had snel een nieuwe nier nodig. Vader Cees laat zich testen, en hij blijkt een goede match voor zijn zoon. Het proces is zwaar voor Sander. ‘Op dat moment heb je het erg moeilijk, want je vraagt je af: “Ga ik mijn vader opofferen?” Ze gaan snijden in een gezond persoon. Maar uiteindelijk heb je geen keus: ik was ten dode opgeschreven, dus dit was mijn enige kans op een normaal leven.’ Voor vader Cees is de keuze snel gemaakt. ‘Eigenlijk is het nooit aan de orde geweest of ik het wel of niet wilde doen. Ik zou het gewoon altijd doen.’

‘Eigenlijk is het nooit aan de orde geweest of ik het wel of niet wilde doen’

In de voorbereiding op de niertransplantatie gaat Cees in gesprek met de maatschappelijk werker. ‘Ik ben goed doorgezaagd tijdens die gesprekken. De maatschappelijk werker zorgt er voor dat je goed beseft wat je gaat doen als donor’, herinnert hij zich. Tegenwoordig zijn de vooruitzichten van donoren goed, maar 18 jaar geleden zaten er nog veel risico’s verbonden aan nierdonatie. ‘Ook de mening van mijn vrouw werd hierin meegenomen. Want zij liep het risico om haar zoon én man kwijt te raken’, vertelt hij.

Niet vanzelfsprekend

De niertransplantatie zelf was voor de hele familie erg spannend. ‘Ik had toen een zoon van 2 jaar oud en je gaat toch afvragen of je nog wel naar huis komt. Dat soort dingen spoken wel door je hoofd’, vertelt Sander. Bij Cees wordt de nier met een soort grote lepel uit zijn lichaam gehaald, waarna deze bij Sander in zijn lies wordt gelegd. De operatie verloopt voor beide mannen erg goed. ‘De arts heeft een keer gezegd dat de getransplanteerde nier een grote, gezonde nier was’, vertelt Cees.

Na de operatie voelt Sander direct dat de nieuwe nier goed werkt. ‘Ik ging de operatiekamer in met enorm dikke enkels en toen ik wakker werd waren mijn enkels helemaal slank’, vertelt hij. De nieuwe nier had direct het opgehoopte vocht in zijn benen gefilterd. Ook vader Cees herstelt goed en mag snel weer naar huis.

Blijven opletten

Sander pakt langzaam zijn leven weer op. Hij blijft schilderen en krijg nog twee zoons. ‘Vergeleken met de tijd van voor de operatie heb ik zoveel energie. Ik blijf maar doorgaan. Ik geniet van actieve vakanties met mijn drie zoons’, vertelt hij. Wel moet hij altijd opletten. Elke transplantatiepatiënt moet medicijnen slikken om afstoting van het orgaan te voorkomen. Deze medicijnen verzwakken het afweersysteem, waardoor mensen met een donororgaan vatbaarder zijn voor ziektes en infecties.

Sander geniet van vakanties met zijn drie zoons.

‘In de eerste drie jaar was ik erg angstig voor besmetting. Ik was er een beetje ziekelijk mee bezig. Het leek wel een obsessie’, vertelt Sander. Hij moet bijvoorbeeld opletten met salades, buffetten, pannenkoeken, BBQ’en, softijs en slagroom. ‘In de eerste drie jaar had ik dit kopje koffie niet durven aannemen, ging ik niet bij klanten naar de wc en durfde ik niet in een restaurant te eten’, zegt hij. Inmiddels durft hij wat meer risico’s te nemen, maar het blijft opletten.

Elk jaar viert Sander de dag waarop hij een nieuwe nier en daarmee een nieuw leven kreeg

Dat werd in 2020 nog eens duidelijk. Sander kreeg een ontsteking van het bindweefsel in zijn enkel. De antibiotica die hij daarvoor kreeg, zorgde ervoor dat zijn nierfunctie achteruit ging. ‘Ik kon niet meer lopen en het duurde een half jaar voordat ik weer helemaal het ventje was,’ vertelt hij.

Nierverjaardag

Elk jaar viert Sander zijn nierverjaardag: de dag waarop hij een nieuwe nier en daarmee een nieuw leven kreeg. ‘Ieder jaar halen we een gebakje en staan we er met de familie bij stil. Als het straks 20 jaar geleden is, maken we er een groot feest van,’ vertelt Sander. ‘We staan dan niet alleen stil bij hoe fijn het is dat de nier het nog goed doet, maar vooral bij hoeveel energie ik nog heb. Ik sta stil bij alles wat ik weer kan doen.’

Complexe zorg

Als universitair medisch centrum richt het Erasmus MC zich op patiënten die complexe zorg nodig hebben en op patiënten met een zeldzame aandoening. Voor die patiënten beschikken wij over de specifieke expertise en voorzieningen. Zoals beschreven in Koers28, de strategie van het Erasmus MC.    

Lees ook