‘Baanbrekend’ noemde de Leidse hoogleraar transplantatiechirurgie prof. Ian Alwayn het, de eerste transplantatie van een nier van een varken naar een mens. In een ziekenhuis in New York transplanteerden artsen de varkensnier bij een hersendode vrouw met nierfalen. Het orgaan was genetisch zo aangepast dat het niet werd afgestoten.
De vraag die op tafel ligt is: is er steun in de samenleving voor het gebruik van dieren als donor?
De gebeurtenis zette de discussie over het dier als donor weer op de agenda. In de toekomst kunnen organen van dieren – of menselijke organen gekweekt in dieren – een oplossing zijn voor het tekort aan donororganen. Het is in Nederland momenteel verboden dieren te gebruiken als donor en de techniek is nog niet zover, maar de discussie moet wel worden gevoerd. Dat stellen de initiatiefnemers van de Donordierdialoog, een serie maatschappelijke dialogen over dieren als donor, door het hele land, georganiseerd door het Rathenau Instituut en NEMO Kennislink.
Vanuit het Erasmus MC zijn medisch ethicus dr. Eline Bunnik en ontwikkelingsbioloog prof. dr. Joost Gribnau betrokken bij de Donordierdialoog.
Geen natuurlijk leven
De discussie over dieren als donor is niet nieuw, maar wel nuttig en belangrijk om te blijven voeren, stelt Bunnik. Wettelijk mag het dan nog niet toegestaan zijn in Nederland, maar het internationale wetenschappelijk onderzoek gaat door en er zijn potentieel veel patiënten bij gebaat.
De vraag die tijdens de Donordierdialooog op tafel ligt is: is er steun in de samenleving voor het gebruik van dieren als donor? Bunnik: ‘Er zijn groepen die er duidelijk tegen zijn. Zij wijzen op de rechten en het welzijn van dieren. Mogen we dieren gebruiken en genetisch aanpassen voor menselijke doeleinden? Opgroeien in een laboratorium is geen natuurlijk leven voor een dier. Aan de andere kant kun je zeggen: we houden nu ook al dieren om vlees te eten. Is het inkorten van de wachtlijst voor orgaandonatie dan geen beter doel?’ Tegenstanders wijzen ook op het gevaar van een hellend vlak en problemen met de veiligheid.
Nachtmerries
Toch proefde Bunnik in voorbereidende gesprekken met nierpatiënten ook optimisme. Sommige reacties verbaasden haar. ‘Een vrouw die een donornier had gekregen, vertelde dat ze na de transplantaties nachtmerries had over de overleden donor. Zij had liever een orgaan van een varken gekregen dan van een mens.’ Het was een argument dat Bunnik niet eerder had gehoord en dat haar verraste. ‘Ik had verwacht dat organen van dieren een ‘yuck’-reactie zouden oproepen. Het mengen van soorten wordt toch vaak als weerzinwekkend ervaren. Dat zou mee kunnen vallen; sommige nierpatiënten hebben misschien wel een voorkeur voor een dierdonor.’
Eerder organiseerden NEMO Kennislink, het Rathenau Insituut en het Erasmus MC al de DNA-dialoog, over het aanpassen van genetisch materiaal.
Podcast
Benieuwd naar de uitkomsten van de dialoog? Eline Bunnik en ontwikkelingsbioloog Joost Gribnau bespreken ze in de podcast In Opname.