Generation R

Ruim één op de tien 14-jarigen heeft symptomen van eetbuien, ook jongens

Ruim 10 procent van de 14-jarigen heeft weleens symptomen van eetbuien. Ruim een derde daarvan zijn jongens. Dat blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam en het Erasmus MC. De onderzoekers maken zich vooral zorgen over controleverlies over eten.

1 likes
Leestijd 2 min
eetbui
Op 14-jarige leeftijd rapporteert ongeveer 13 procent van de jongeren desgevraagd in de afgelopen drie maanden weleens symptomen te hebben gehad van een eetbui. Denk daarbij bijvoorbeeld aan controleverlies over eten of in korte tijd heel veel eten. Op 10-jarige leeftijd kwam dit gedrag nog nauwelijks voor.

‘De vroege adolescentie lijkt dus een kwetsbare fase waarin overeten en controleverlies over eten zich ontwikkelen’, aldus psycholoog en epidemioloog prof. dr. Pauline Jansen. Zij leidde het onderzoek samen met dr. Ivonne Derks. Opvallend was dat bijna 40 procent van de jongeren met eetbui-symptomen jongens waren.

De onderzoekers gebruikten informatie uit vragenlijsten van 3600 jongeren die meedoen aan de langlopende Rotterdamse Generation R-studie. De resultaten zijn verschenen in het Journal of Eating Disorders.

Zorgelijke trend

Het onderzoek gaat over milde vormen van eetbuien en dus niet over de extreme eetbuien bij bulimia nervosa en de eetbuistoornis. Bij die eetstoornissen komen de eetbuien wekelijks of zelfs dagelijks voor en is het hele leven ontwricht. Toch observeren de onderzoekers een zorgelijke trend. Jansen: ‘We zien dat jongeren met eetbui-symptomen ook veel diëten en (ongezond) compensatiegedrag laten zien, zoals het overslaan van maaltijden.’

Eveneens bleken de eetbui-symptomen, en dan vooral controleverlies over eten, sterk samen te hangen met lichaamsontevredenheid, met een hoger gewicht en met psychische problemen, zoals angst, somberheid en agressief gedrag. Veel van deze factoren zijn al eerder zichtbaar dan de eetbuien zelf. ‘Vaak denken we dat deze problemen een gevolg zijn van eetbuien, maar mogelijk dragen ze dus ook bij aan de ontwikkeling ervan’, aldus Jansen.

Kinderen van 10 jaar met bepaalde eetgewoontes hadden een grotere kans op eetproblemen op latere leeftijd. Die gewoontes zijn de neiging om te eten in reactie op negatieve emoties of het zien of aangeboden krijgen van eten, of de neiging om veel met lijnen bezig te zijn.

Tijdig signaleren

Het onderzoek laat zien dat hulpverleners moeten waken voor een patroon waarin bepaalde eetpatronen ontwikkelen tot eetbui-symptomen en mogelijk zelfs escaleren in een eetstoornis, stellen de onderzoekers. ‘Het is belangrijk dat de publieke gezondheidszorg psychische problemen, een negatief zelfbeeld, en daarmee samenhangende ongezonde eetpatronen tijdig signaleren en indien nodig passende hulp bieden. Het is noodzakelijk om hier goede screeningsinstrumenten voor te ontwikkelen’, besluit Jansen.

Dit onderzoek is gefinancierd met een ZonMw Fellowship Geestelijke Gezondheidszorg.

Lees ook