Longkanker

Straks meestal slechts 1 biopt nodig voor moleculaire diagnostiek longkanker

In de  regio Zuidwest Nederland is onder de naam ‘IMAGO’ een  pilotproject gestart voor patiënten met een bepaalde vorm van uitgezaaide longkanker.

10 likes
Leestijd 3 min
3d,Illustration,Of,Molecule,Model.,Atom,Benzil,A,Compound,Of

In het kader van dit project wordt tumorweefsel van deze patiënten in één klap volledig genetisch geanalyseerd en besproken in een werkgroep van experts. Dat gebeurt in het Erasmus MC Kanker Instituut met Next Generation Sequencing én aansluitend bespreking in een Molecular Tumor Board.

Het voordeel is dat de patiënt straks sneller een complete uitslag hoort over welke (zeldzame) genmutaties er in zijn tumorweefsel zitten en hoe die kunnen worden behandeld. Er is dan vaak nog slechts 1 biopt nodig voor het hele onderzoek. Longartsen, pathologen en klinisch moleculair biologen in de pathologie (KMBP) van het Erasmus MC en het Amphia Ziekenhuis werken in dit pilotproject nauw samen met zorgverzekeraars.

Het gaat om patiënten met niet-kleincellige, niet-plaveiselcelcellige longkanker. Onderzoekers in de Verenigde Staten hebben onderzoek gedaan naar dit type longkanker. Daaruit blijkt dat patiënten het beter doen als hun longtumorweefsel volgens de nieuwe aanpak wordt geanalyseerd. ‘Ze leven langer omdat met deze methode alle mogelijke genmutaties worden geïdentificeerd. Daardoor kan er eerder met de juiste behandeling worden gestart’, lichten patholoog Jan von der Thüsen en longartsen Anne-Marie Dingemans en Cor van der Leest toe. ‘Het IMAGO-project moet uitwijzen of de aanpak ook in Nederland werkt.’

Ingewikkeld

Onderzoek naar veranderingen in het DNA van longtumorweefsel is ingewikkeld. Er moet worden ingezoomd op de kleinste details van de tumorcel. In het Erasmus MC staat een machine die tumorweefsel in één keer kan analyseren op álle relevante genmutaties. Next Generation Sequencing (NGS) heet die methode. NGS is sneller en makkelijker dan de methode waarbij een biopt van de tumor alleen wordt geanalyseerd op de meest voorkomende gen-varianten. Wordt er geen bekende variant gevonden, dan volgt een analyse met een ander apparaat op minder bekende varianten. Met Next Generation Sequencing kan die analyse in 1 keer plaatsvinden.

‘Zo’n compleet palet van onderzoek zorgt dat het tumormateriaal optimaal wordt gebruikt. Het kan voor de patiënt een extra afname van een biopt schelen, wat een vervelend onderzoek is. Maar het scheelt vooral ook kostbare tijd, waarin uitslagen moesten worden afgewacht’, onderschrijven de longartsen Dingemans van het Erasmus MC en Van der Leest van het Amphia Ziekenhuis.

Molecular Tumor Board

Maar dan is het wel zaak dat de uitslagen van zo’n analyse juist worden geïnterpreteerd. Dat gebeurt in een speciale werkgroep: de Molecular Tumor Board (MTB). Dat is een multidisciplinaire groep van specialisten, zoals longartsen, maar ook pathologen en klinisch moleculair biologen in de pathologie. Samen duiden ze de uitslagen van de Next Generation Sequencing.

‘Brede Next Generation Sequencing gaat helpen bij de diagnostiek’, verwacht patholoog Jan von der Thüsen. ‘Omdat we beter kunnen vaststellen in  welk ‘hokje’ de patiënt past, kunnen we van tevoren bepalen wat de best geschikte behandeling zal zijn. Dat is niet per se een genezende behandeling, maar wel een behandeling die zoveel mogelijk leven van een goede kwaliteit toevoegt’, zegt Von der Thüsen, die jarenlange expertise heeft in het onderzoek van tumorweefsel en met Dingemans en Van der Leest in de Molecular Tumor Board zit.

Prognose

Longkanker was vroeger een overzichtelijke ziekte, vullen Dingemans en Van der Leest aan. Je had een grootcellige en een kleincellige variant en dat was het. ‘Er zijn in de loop der jaren veel verschillende mutaties ontdekt, die allemaal een andere therapie vergen. Ook heeft elke mutatie zijn eigen prognose. Daarom geldt: hoe meer je weet over de genetische eigenschappen van de tumor, hoe beter je de patiënt met longkanker kunt behandelen.’

De specialisten in de Molecular Tumor Board bepalen niet alleen welke mutaties er in het tumorweefsel zitten, zij hebben ook een overzicht van studies naar experimentele medicijnen die in binnen- en buitenland lopen. Dingemans en Van der Leest: ‘Bij de bespreking van de uitslagen kijken we dus ook of er studies zijn die mogelijk geschikt zijn voor de patiënt.’

De ontwikkelingen in de oncologie gaan ontzettend snel, voegt Von der Thüsen toe. ‘Er worden steeds meer veranderingen in het tumor-DNA gevonden die invloed hebben op de gevoeligheid voor therapieën. Daar zitten heel zeldzame varianten bij. Het is daarom belangrijk om deze kennis en ervaring op één plek te bundelen. Op deze plek kunnen we nieuwe experts opleiden, en we kunnen onze kennis delen met partners in de regio’, schetst Von der Thüsen het voordeel van de samenwerking.

Een ander groot voordeel van de nieuwe samenwerking is dat patiënten gedurende hun behandeling worden gemonitord in de Molecular Tumor Board. ‘Tumoren hebben soms de neiging resistent te worden voor de medicatie. Met Next Generation Sequencing kunnen we tussentijds in het bloed snel onderzoeken waar de resistentie is ontstaan, en de medicatie aanpassen’, besluit Von der Thüsen.

Lees ook