Bloedtest

Kortere hormoonbehandeling na borstkanker

Met een nieuw apparaat, een soort centrifuge, wordt bloed getest van vrouwen die na borstkanker vijf jaar hormoonbehandeling kregen. Omdat hiermee een paar liter bloed getest kan worden, in plaats van 7,5 ml zoals dat nu gebeurt, is de test veel nauwkeuriger dan de huidige methode. Het apparaat is aangeschaft met een subsidie in het kader van het Josephine Nefkens Personalized Cancer Treatment Program.

Deel
17 likes
Leestijd 4 min

Beeld: Levien Willemse

Patiënten met niet-uitgezaaide borstkanker krijgen vaak een reeks aan behandelingen: een operatie waarbij de tumor en lymfeklieren worden verwijderd, vervolgens eventueel radiotherapie en vaak ook een chemokuur. Vrouwen met een hormoongevoelige tumor krijgen nadien vaak ook hormonale therapie voorgeschreven. Deze aanvullende therapie moet de kans kleiner maken dat de borstkanker weer terugkomt. Stefan Sleijfer, internist-oncoloog en afdelingshoofd Interne Oncologie: “We weten dat bij vrouwen met hormoongevoelige borstkanker de kans vrij groot kan zijn dat de ziekte terugkomt. Als je vijf jaar lang hormonale therapie geeft, is die kans een stuk kleiner. Er zijn ook studies waaruit blijkt dat die kans nog kleiner wordt wanneer je tien jaar hormonale therapie geeft.”

Bijwerkingen

Nadeel van deze therapie zijn de bijwerkingen: vervroegde overgang, een toename van gewicht, gemoedsstoornissen en andere overgangsklachten, zoals opvliegers, problemen met seksualiteit en met de gewrichten. “Het is een heel scala aan bijwerkingen die kunnen optreden. Je ziet dat vrouwen heel graag die tabletten willen slikken om de kans op kanker te verkleinen, maar ook dat ze dat door die bijwerkingen soms niet volhouden. Dus waar je heel veel behoefte aan hebt, is beter te kunnen specificeren aan welke vrouw we nu wél hormonale therapie zouden moeten geven en aan welke niet. Want veel van die vrouwen zijn al genezen door de operatie, de bestraling en eventuele chemotherapie. Of door vijf jaar hormonale therapie. We willen graag weten bij welke vrouwen het echt noodzakelijk is om door te gaan tot tien jaar therapie. En bij welke van die vrouwen we na vijf jaar veilig kunnen stoppen.”

Nieuwe test

Sleijfer: “Nu kunnen we kijken bij vrouwen die vijf jaar deze therapie hebben gehad, of ze nog kankercellen in hun bloed hebben. Dat doen we door een buisje bloed van 7.5 ml af te nemen. Vind je daar nog kankercellen in, dan is het risico groot dat de ziekte nog gaat terugkomen en wordt de hormonale therapie uitgebreid naar tien jaar. Maar vind je geen kankercellen, kan het toch nog gebeuren dat de kanker terugkomt. Zo’n test is dus niet perfect. Dat is niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat een mens ongeveer vijf tot zes liter bloed heeft. Wanneer er in je bloed weinig kankercellen zitten, is de kans klein dat je die terugvindt in één bloedbuisje van 7,5 ml.”

“Bij de nieuwe test vragen we de vrouwen om naast die bloedafname een leukoferese te ondergaan. Bij een leukoferese krijgt een patiënt twee infusen. Eén infuus leidt door middel van een pomp het bloed langs een centrifuge. Met die centrifuge kun je de zware cellen in het bloed, namelijk witte bloedcellen maar ook eventuele kankercellen, eruit centrifugeren. Zo checken we dan niet in 7,5 ml bloed of er kankercellen inzitten, maar in een groot deel van het hele bloedvolume. Daardoor wordt de test veel nauwkeuriger. We voeren drie of vier liter bloed door die centrifuge heen en vervolgens gaat het bloed via het ander infuus terug het lichaam in.”

Stip aan de horizon

“Als het protocol klaar is en alle voorbereidingen zijn gedaan, willen we met andere ziekenhuizen in de regio vrouwen benaderen die vijf jaar hormonale therapie hebben gehad en willen meewerken aan dit onderzoek. Onze stip aan de horizon is een goede test ontwikkelen die over de hele wereld gebruikt gaat worden. Als we dat bereiken kunnen we veel beter voorspellen hoe de genezing zal verlopen, waardoor patiënten een beter besluit kunnen nemen of ze wel of niet doorgaan met hormonale therapie.”

De volgende stap

“Dit onderzoek gaat over de vraag ‘zijn er nog kankercellen aan boord, ja of nee?’ Wat je natuurlijk ook graag wilt weten: als mensen kankercellen hebben, wat zijn dat dan voor kankercellen? De ene borstkanker is niet de andere. Onder de microscoop zien ze er misschien precies hetzelfde uit, maar bij de ene patiënt reageert de behandeling wel goed, bij de andere niet. Dat zit hem voor een groot gedeelte in de eigenschappen van die kankercel. Wat je met dit soort onderzoek kunt doen is, behalve opsporen en tellen van die cellen, deze cellen ook onderzoeken. Zijn de kankercellen bij de ene vrouw hetzelfde of anders dan bij een andere vrouw? Als we dat beter weten kan het zijn dat we op basis van de kenmerken van die kankercel onze therapieën beter kunnen gaan geven. Eerst de cellen karakteriseren en aan de hand daarvan de therapie bepalen. Dat is de next step. Dan hebben we die kankercel in handen.”

Dankbaar werk

“Het vak van internist-oncoloog is een waanzinnig mooi vak. Je kunt heel veel voor andere mensen betekenen. We kunnen patiënten niet altijd genezen, maar wel substantieel bijdragen aan langer leven en minstens zo belangrijk: een betere kwaliteit van leven. Het is dus heel erg dankbaar werk.”

 

Josephine Nefkens Personalized Cancer Treatment Program

Het Josephine Nefkens Personalized Cancer Treatment Program heeft als doel nieuwe vormen van behandeling voor patiënten met kanker te ontwikkelen en deze zo snel mogelijk in de kliniek te brengen. Het programma is mogelijk gemaakt door een grote subsidie van 7,5 miljoen euro van de Josephine Nefkens Stichting. Dit geld wordt enerzijds besteed aan de aanschaf en ontwikkeling van laboratoriumapparatuur voor onderzoeken. Anderzijds voor het creëren van een nieuwe onderzoeksgemeenschap binnen het Erasmus MC Kanker Instituut, wat thema- en afdelingsoverstijgend is, om onderzoekers uit verschillende ACEs, thema’s en afdelingen bij elkaar te gaan brengen.

Lees ook