De nieuwe normen voor vaatschade in de hersenen geven artsen meer zekerheid over hoe de ze uitslagen van hersenscans moeten duiden, vertelt prof. Meike Vernooij, neuroradioloog aan het Erasmus MC. ‘We kunnen nu beter bepalen of wat we op een scan zien nog aanvaardbaar is tegen een achtergrond van normale veroudering, of dat er reden is om verder onderzoek te doen.’
Onnodig schrikken
‘Als je met je kind naar een consultatiebureau gaat, meten ze lengte en gewicht en vergelijken ze dat met groeicurves’, zegt prof. Geert Jan Biessels, neuroloog van het UMC Utrecht. ‘Zo zie je meteen wat normaal is en wat niet. Maar hersenscans beoordelen we in het ziekenhuis nu vooral op het oog. Dat is subjectief, en vaak wordt niet duidelijk aangegeven of bijvoorbeeld vaatschade of krimp past bij de leeftijd van de patiënt. Veel mensen schrikken daardoor onnodig van hun scanuitslag.’
Zelfs als ze nooit een beroerte hebben gehad, is bij ouderen vaak lichte vaatschade te zien op hersenscans. Die schade kan zo ernstig worden dat iemand cognitieve problemen krijgt, of wankel gaat lopen. De rol van vaatschade wordt vaak niet of te laat onderkend. Scans laten die schade al vroeg zien, maar zonder normaalwaardes kan het lastig zijn om de ernst goed in te schatten.
‘Hersenscans beoordelen we nu vooral op het oog. Dat is subjectief.’
De resultaten die de onderzoekers nu gepresenteerd hebben zijn gebaseerd op gegevens uit twee grote onderzoeksprojecten, waaraan verschillende onderzoeksgroepen hebben bijgedragen. In totaal zijn meer dan 20.000 hersenscans van duizenden deelnemers geanalyseerd. Deze inspanningen leverden gedetailleerde grafieken op die voor verschillende vormen van vaatschade laten zien wat normale waarden zijn. Per leeftijdsgroep en geslacht, net als de groeicurves in het consultatiebureau.
De onderzoekers beschrijven hun bevindingen in de wetenschappelijke tijdschriften Stroke en Neurobiology of Ageing.
Gerust stellen
De nieuwe grafieken helpen artsen hun patiënten gerust te stellen als de scan binnen de verwachte bandbreedte valt. Ook bieden ze mogelijkheden voor preventie en interventie. Artsen kunnen patiënten met hersenschade die kan leiden tot een beroerte of cognitieve achteruitgang bijvoorbeeld adviseren meer te bewegen, hun bloeddruk en cholesterol beter onder controle te houden en te stoppen met roken. ‘Hoewel we hersenveroudering niet tegen kunnen houden, kunnen we in sommige gevallen verdere schade beperken door risicofactoren aan te pakken,’ zegt Biessels.
De onderzoekers verwachten dat de nieuwe normen snel deel kunnen gaan uitmaken van de klinische praktijk. Naast betere patiëntenzorg dragen de gegevens ook bij aan verder onderzoek naar ziekten zoals dementie en beroertes.
Samenwerking
De nieuwe resultaten komen voort uit twee samenwerkingsprojecten:
- In het eerste, dat onderdeel is van het Nederlandse TAP-dementia-programma, werkten onderzoekers uit Rotterdam en Utrecht samen. Ze brachten op basis van meer dan 11.000 scans van duizenden deelnemers over een brede leeftijdsrange de belangrijkste uitingen van verouderings-gerelateerde vaatschade in kaart. Die schade bestond onder meer uit witte stof-laesies (kleine beschadigingen in de verbindingen tussen hersengebieden), lacunes (littekens van kleine infarctjes), microbloedingen en atrofie (hersenkrimp).
- In het tweede project leidde het team uit Utrecht een samenwerking tussen 15 onderzoeksgroepen van over de hele wereld, om normwaardes voor witte stof-laesies te maken. Door het internationale karakter, met deelnemers van verschillende leeftijden, geslachten en etniciteit, gescand met verschillende scanners, zijn de resultaten van het onderzoek breed toepasbaar.