Van het imposante Havenkwartier in Katendrecht tot de metershoge woontoren Zalmhaven. Rotterdam groeit. Wat betekent deze stadsuitbreiding voor haar inwoners? Volksgezondheidsonderzoeker Mariëlle Beenackers bestudeert stedelijke leefomgeving en gezondheidsachterstanden.
Het sociale element en mentale gezondheid zijn vaak nog onderbelicht in stedelijke verdichting, stelt Beenackers. Hoewel een compacte stad veel voordelen met zich meebrengt, zijn er ook kanttekeningen. ‘Het aantal prikkels neemt toe terwijl er minder plekken zijn om te herstellen.’
Resilient Delta
De wens om onderzoek, onderwijs, beleid en praktijk te verbinden bracht Beenackers bij haar rol als Programmaleider van de Academische Werkplaats CEPHIR en het Resilient Delta Initiatief.
De Convergence, het samenwerkingsverband tussen de Erasmus Universiteit, het Erasmus MC en de TU Delft geeft haar de mogelijkheid om haar gezondheidsperspectief te combineren met technische aspecten. Beenackers: ‘In Delft is veel kennis over hoe een stad in elkaar zit, bijvoorbeeld over hittestress en stadsplanning. De EUR biedt juist inzicht vanuit een bestuurlijk element. Als we deze kennis combineren met onze inzichten in gezondheid en gezondheidsachterstanden vanuit het Erasmus MC kunnen we nog meer voor de stad betekenen.’
Beenackers onderzoekt ook de algemene gezondheid van de stad. Ze benadrukt dat gezonde keuzes afhankelijk zijn van een stabiel sociaal fundament. ‘De basis moet eerst op orde zijn, denk vooral aan bestaanszekerheid en armoede.’
Fastfood
Van het idee dat gezondheid een individuele verantwoordelijkheid is wil Beenackers af. Uit onderzoek van CEPHIR is gebleken dat het voedselaanbod in de stad Rotterdam de afgelopen jaren veel ongezonder is geworden. Opvallend zijn de gezondheidsverschillen per buurt. In minder welvarende buurten is de stijging in het aantal fastfoodlocaties het grootst en komen overgewicht en obesitas veel meer voor. ‘Mensen weten wel wat gezond is maar kunnen het niet betalen. Gezonde keuzes zijn voor sommigen een luxe geworden.’ Beenackers: ‘Voorzie mensen van de basisbehoeften, zoals een zinnige dagbesteding en een fatsoenlijk inkomen. Bestaanszekerheid neemt financiële stress weg en biedt de ruimte om gezondere keuzes te maken.’
‘Mensen leven in een context: in een gezin, in een wijk’
Er moet meer worden ingezet op preventie, vindt Beenackers. ‘Laat het systeem voor mensen werken, in plaats van ertegen.’ Beenackers verwijst naar een analogie van publicist en mede-oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden Albert Jan Kruiter. ‘Als je aanklopt bij de overheid voor steun sta je daar als geheel mens. Maar zodra je bij het loket staat gaat er al snel een eiersnijder over je heen. Een plakje gaat naar de afdeling uitkeringen en een ander plakje naar huisvesting.’
Eierplakje
Beenackers ziet dat de collectieve aanpak in de gezondheidszorg onvoldoende is: vaak wordt per individu of orgaan gekeken. ‘Hoewel je specialisten nodig hebt die alles weten over een eierplakje, moet er ook iemand zijn die het gehele ei analyseert. Mensen leven in een context: in een gezin, in een wijk, in een financiële omgeving. Je stelt andere vragen aan iemand met een vrijstaande woning in Nesselanden dan aan een vader met drie jonge kinderen in een flat in Rotterdam Zuid.’ Beenackers merkt dat hier verandering in komt. Zo ziet ze dat de nieuwe generatie artsen leert ook de context van de patiënt in kaart te brengen.