Dat is een eerste bevinding van een ZonMw-project dat gepast gebruik van verpleegkundige zorg in de wijkverpleging onderzoekt. Daaraan werken wetenschappelijk onderzoeker Milou Cremers en universitair hoofddocent Erwin Ista van de sectie Verplegingswetenschap van de afdeling Interne Geneeskunde van het Erasmus MC mee.
En wijkverpleegkundige krijgt meer tijd voor écht noodzakelijke hulp
Cremers en Ista doen sinds 2021 onderzoek naar handelingen in de thuiszorg die eigenlijk achterwege kunnen blijven. Ze noemden hun onderzoek de De-IMPLEmentation of low-value care in home care nursing-studie, kortweg DIMPLE. Dat onderzoek leidde, na een enquête onder verpleegkundigen en verzorgenden van verschillende thuiszorginstellingen, tot een top 10 van ‘Beter Laten’ zorghandelingen. Daartussen stond ook hulp bij het aan- en uittrekken van steunkousen.
Nieuw spreekuur
De Utrechtse wijkverpleegkundige Sabine Fonville, aangesloten bij de studie, bedacht een list. Ze wist dat haar thuiszorgorganisatie Careyn in maart 2023 was gestart met een nieuw hulpmiddelenspreekuur voor cliënten. Ze regelde dat nieuwe cliënten met een indicatie voor hulp bij aan- en uittrekken van steunkousen werden aangemeld bij dit spreekuur.
‘Wij hebben best veel cliënten met steunkousen’, legt ze uit. ‘In het verleden was het vaak een automatische aanname dat iemand van het wijkteam steunkousen aantrok. Dus ik dacht: dit is een mooie kans om te onderzoeken welke cliënt dat zelfstandig kan.’
Ergotherapeut Klaske Jongsma, ook van Careyn, legt uit: ‘Het grootste probleem voor veel ouderen is dat ze niet goed bij hun voeten kunnen. Daar zijn hulpmiddelen voor: apparaten waaraan je de steunkous vastmaakt, zodat je zonder te bukken je voet in de kous kunt doen, waarna het apparaat de kous omhoog trekt. Dat wordt meestal gecombineerd met een glijzak, die de weerstand op het been vermindert.’
Meteen blij
Tijdens het spreekuur bekijkt de ergotherapeut of iemand in staat is om met een hulpmiddel zelf de steunkousen aan te doen. ‘Zo niet, dan kunnen mensen alsnog bij het wijkteam terecht.’ Maar wat bleek: een aanzienlijk aantal ouderen kon het, eenmaal vertrouwd met het hulpmiddel, prima zelf.
Fonville’s wijkteam bespaarde het eerste half jaar ongeveer 10 uur per week aan steunkousen uit- en aantrekken, op een totaal van 51 uur en 45 minuten steunkousenzorg, becijferde Cremers. ‘Dus dat scheelt bijna 20 procent. Er zijn zelfs 4 cliënten uit zorg gegaan.’
Bovendien komt er bijna geen nieuwe aanmelding meer bij omdat huisartsen cliënten doorsturen naar het hulpmiddelenspreekuur voor steunkousen. ‘Dus er hoeft ook geen wijkverpleegkundige meer op pad voor een indicatiegesprek. Dit scheelt ook weer tijd voor de wijkverpleegkundige, die ze aan nieuwe cliënten kan besteden.’
Win win
Daarnaast hoeft er door het spreekuur geen ergotherapeut in consult te worden gevraagd om te kijken welk hulpmiddel er nodig is, en vervolgens geen wijkverpleegkundige om de cliënt te begeleiden met het hulpmiddel, schetst Cremers. ‘Uiteraard blijft er altijd een groep cliënten over voor wie steunkousenzorg wel passende zorg is.’
Win, win dus. Voor thuiszorgorganisaties, wijkverpleegkundigen en –verzorgenden, maar ook voor hulpbehoevende cliënten. Want mensen krijgen weer meer vrijheid, legt Cremers uit. ‘Soms moeten die kousen ’s avonds om 7 uur al uit, omdat cliënten dan al op de route van de thuiszorg liggen. Maar het is beter om ze te dragen tot je naar bed gaat. Zelf aan- en uittrekken geeft mensen veel meer zelfstandigheid en regie over hun leven. Van wachten wordt niemand blij.’
De DIMPLE-studie wordt gefinancierd door ZonMw. In de DIMPLE-studie wordt ook gekeken hoe wijkverpleegkundigen andere niet gepaste zorg kunnen verminderen, zoals hulp bij oogdruppelen en zwachtelen van de benen, of gepaste ADL zorg, hulp bij lichamelijke zorg. ‘We kijken waar de cliënt het zelf kan en stimuleren de zelfzorg. In ons onderzoek hebben we gezien dat we op al deze onderwerpen tijd kunnen besparen.’
Lees meer over wat het project heeft opgeleverd voor de steunkousenzorg van Careyn in Utrecht.