Overmatige vochtinname

Onschadelijke gewoonte of hormoonstoornis? Zouttest geeft uitsluitsel

Overmatig drinken kan een medisch onschadelijke gewoonte zijn, maar het kan ook wijzen op een zeldzame hormoonstoornis. Een test met een zoutoplossing is de meest betrouwbare methode om de juiste diagnose te stellen. Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC.

9 likes
Leestijd 2 min
water drinken

Meer dan drie liter per dag drinken met een overeenkomstige toename van de urine-uitscheiding wordt als te veel beschouwd. Dit zogenaamde polydipsie-polyurie syndroom ontwikkelt zich meestal na verloop van tijd als een gewoonte of is een neveneffect van een psychische aandoening.

Vasopressine

In zeldzame gevallen kan de oorzaak echter een tekort aan het hormoon vasopressine (AVP) zijn. Dit wordt AVP-deficiëntie genoemd, vroeger bekend als centrale diabetes insipidus.

Bij AVP-deficiëntie ontbreekt in de hypofyse het hormoon vasopressine (AVP), dat het water- en zoutgehalte in ons lichaam regelt. Getroffenen kunnen hun urine niet concentreren en verliezen daardoor grote hoeveelheden vocht. Daarom hebben ze een sterk dorstgevoel en moeten ze veel drinken om uitdroging te voorkomen.

Het onderscheid tussen de ‘onschadelijke’ vorm van overmatig drinken en AVP-deficiëntie is uiterst belangrijk, omdat de behandeling fundamenteel anders is. AVP-deficiëntie wordt behandeld met het hormoon vasopressine, terwijl mensen met primaire polydipsie gedragstherapie krijgen om de  hoeveelheid die ze drinken langzaam te verminderen.

‘Een verkeerde behandeling kan levensbedreigende gevolgen hebben’

‘Een verkeerde behandeling kan levensbedreigende gevolgen hebben, omdat een verkeerde therapie met vasopressine kan leiden tot watervergiftiging. En omgekeerd zal minder drinken bij AVP-deficiëntie leiden tot uitdroging’, legt Julie Refardt, internist-endocrinoloog van de afdeling Interne Geneeskunde van het Erasmus MC uit.

Internist-endocrinoloog Julie Refardt en collega’s vergeleken twee testen om onderscheid te maken tussen polydipsie-polyurie syndroom en AVP-deficiëntie.

De afgelopen jaren hebben onderzoekers van verschillende internationale academische ziekenhuizen gewerkt aan testmethoden om onderscheid te kunnen maken tussen deze twee ziektebeelden. Een test waarbij het hormoon vasopressine wordt gestimuleerd middels een zoutinfuus toonde een zeer hoge betrouwbaarheid van 97 procent. Het nadeel is dat vanwege de sterke zoutstijging constante monitoring van de patiënten en halfuurlijkse zoutmetingen in het bloed noodzakelijk zijn.

Dezelfde onderzoekers ontwikkelden daarom een vereenvoudigde en goed te verdragen test waarbij in plaats van het zoutinfuus een infuus met de eiwitcomponent arginine wordt toegediend, die ook het hormoon vasopressine stimuleert. Deze test toonde een even goede betrouwbaarheid.

Zouttest gouden standaard

In het nieuwe internationale onderzoek van Refardt en collega’s zijn de twee testen rechtstreeks met elkaar vergeleken. De resultaten, gepubliceerd in The New England Journal of Medicine, tonen aan dat de zouttest beter en betrouwbaarder is dan de arginine-infuustest. ‘In de toekomst zou de zoutoplossingtest daarom de gouden standaard moeten zijn, terwijl de argininetest op de tweede plaats moet komen’, concludeert Refardt.

N Engl J Med 2023;389:1877-87.
DOI: 10.1056/NEJMoa2306263

Lees ook