De keuze om een in het ziekenhuis opgenomen coronapatiënt uit isolatie te halen is een balanceer-act, stelt epidemioloog en universitair docent Anne Voor in ’t holt. ‘Doe je het te vroeg, dan loop je de kans dat andere patiënten en het personeel besmet raken met het virus. Doe je het te laat, dan schaad je de psychische gezondheid van patiënten en gebruik je de beddencapaciteit van het ziekenhuis niet optimaal.’
Ziekenhuizen namen ruimte
Aan het begin van de pandemie werd, in het heetst van de strijd, een landelijke leidraad opgesteld voor wanneer een coronapatiënt uit isolatie kan. ‘Die leidraad bood een kader, zodat elk ziekenhuis de ruimte kreeg om zelf te kijken wat haalbaar was in hun situatie’, vertelt Voor in ‘t holt.
Die ruimte hebben ziekenhuizen ook genomen, blijkt uit recent afgerond onderzoek onder leiding van Voor in ‘t holt en arts-microbioloog en hoogleraar Greet Vos, samen met promovendus Cynthia Haanappel van het Erasmus MC. Zij bekeken de gegevens van ruim 8000 coronapatiënten die tussen maart 2020 en december 2021 opgenomen waren in zeven Nederlandse ziekenhuizen. Ook analyseerden ze de lokaal geïmplementeerde infectiepreventie-richtlijnen over het beëindigen van isolatie van coronapatiënten.

Anne Voor in ’t holt is epidemioloog en universitair docent aan het Erasmus MC.
Ze vonden daarbij verschillen tussen de ziekenhuizen, vertelt Voor in ’t holt. ‘Sommige waren strenger dan de landelijke leidraad, sommige soepeler en dat verschilde ook nog in de tijd.’ Dat laat volgens haar zien hoe complex het is om op nationaal niveau te streven naar duidelijke en allesomvattende leidraden en richtlijnen.
Ook wijst ze op het belang van bewustzijn over verschillen tussen ziekenhuizen wat betreft patiëntengroepen en infrastructuur. ‘Daarom zouden voorbereidingen op pandemieën moeten inzetten op een gestructureerd feedbackmechanisme, waarmee lokale behoeften eerder kunnen worden gesignaleerd en meegenomen in nationale richtlijnen.’
Algoritme
De wens van de onderzoekers was om een algoritme te destilleren uit de gegevens van de ruim 8000 opgenomen coronapatiënten. Zo’n algoritme zou kunnen helpen bepalen wanneer een patiënt veilig uit isolatie kan. Dat bleek lastig, vertelt Voor in ’t holt. ‘We vonden geen eenduidig antwoord op welke parameters besmettelijkheid voorspellen.’
In plaats van een kant en klare beslishulp maakten ze daarom een overzicht van welke informatie nodig is om het juiste moment te bepalen waarop een patiënt uit isolatie kan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan gegevens over de landelijke vaccinatiegraad, eigenschappen van het virus en de testcapaciteit van een ziekenhuis.
‘Beleidsmakers kunnen het zien als een handreiking. Zo van: denk hier allemaal over na.’
Dit zogeheten framework kan gebruikt worden bij het opstellen van isolatiebeleid bij de volgende pandemie. Voor in ’t holt: ‘Beleidsmakers kunnen het zien als een handreiking. Zo van: denk hier allemaal over na.’ Want het moment dat er opnieuw onder hoge druk keuzes gemaakt moeten worden, gaat er zeker komen stelt Voor in ‘t holt. ‘Het is niet de vraag óf er een volgende pandemie komt, maar wanneer.’ Juist daarom is het volgens haar zo belangrijk om te blijven reflecteren op de ervaringen tijdens de coronapandemie.
Dit onderzoek is een samenwerking van de afdelingen Medische Microbiologie en Infectieziekten en Viroscience van het Erasmus MC, het Julius Centrum van het UMC Utrecht en zes andere Nederlandse ziekenhuizen: het Maasstad Ziekenhuis, Radboudumc, ETZ, HagaZiekenhuis, LUMC en Medisch Spectrum Twente. ZonMw financierde het project.
Gezondheidsbedreigingen
De focus van het Erasmus MC op vroege diagnostiek, bevolkingsonderzoek en populatiestudies zorgt ervoor dat we snel kunnen reageren op gezondheidsbedreigingen door klimaatverandering, globalisering en leefstijl. We onderzoeken effectieve maatregelen om gezondheidseffecten te voorkomen en te beperken. Zoals beschreven in Koers28, de strategie van het Erasmus MC.