In de COVIC 19 studie wordt het antistofrijke bloedplasma toegediend aan patiënten met een verzwakt afweersysteem, zoals mensen die een transplantatie hebben ondergaan. Bij deze patiënten werken de coronavaccins niet altijd goed. COVID-19 blijft dus voor een deel van hen een bedreiging.
De groep patiënten met een verzwakt immuunsysteem is groot. Alleen al in het Erasmus MC zijn ongeveer 2000 mensen met een getransplanteerde nier bekend, en in heel Nederland wel 10.000. Daar komen de mensen met hart, lever -en longtransplantaties, bloedziekten en immuunstoornissen nog bij.
Geen therapie
Voor deze zogeheten immuungecompromitteerde patiënten is op dit moment in Nederland geen antivirale therapie beschikbaar, mochten zij met de omikron-variant besmet raken. Tegen de omikron-variant BA.1 leek de monoclonale antistof sotrovimab redelijk goed te werken, maar tegen de BA.2-variant die in Nederland inmiddels rond gaat, werkt deze niet.
‘De omikron-varianten zijn ook voor immuungecompromitteerde patiënten minder ziekmakend dan eerdere varianten. Er overlijden dus ook veel minder patiënten aan. Maar relatief veel van hen komen nog in het ziekenhuis terecht’, vertelt Rijnders. Zo bleek uit recent onderzoek van het Erasmus MC dat 23 van de 113 immuungecompromitteerde patiënten die een omikron-infectie opliepen, ondanks vaccinatie toch in het ziekenhuis opgenomen moesten worden.
De ziektelast is groot. Een kwart van deze patiënten is 2 maanden na hun besmetting nog niet volledig hersteld. Een therapie die snel na besmetting kan worden toegediend en deze complicaties kan voorkomen, is dus dringend gewenst.
Onvoldoende
Rijnders publiceerde onlangs samen met onderzoekers uit 11 Nederlandse ziekenhuizen en uit Barcelona de resultaten van de Cov-Early en COnV-Ert studie in Nature Communications. Uit die studie –uitgevoerd in 2020 en 2021- blijkt dat het plasma met antistoffen dat destijds voor handen was, het herstel van coronapatiënten onvoldoende versnelde.
Wel leek het de kans op ziekenhuisopname te verlagen, maar de studie was te klein om daar sluitende conclusies over te trekken. De lagere kans op een ziekenhuisopname na behandeling met plasma werd onlangs wel in een grote Amerikaanse studie vastgesteld.
Superdonoren
Voor de COVIC 19-studie gebruiken de onderzoekers plasma van ‘superdonoren’, met grote hoeveelheden antistoffen. ‘Dat bijna alle plasmadonoren volledig zijn gevaccineerd, en veel van hen ook een omikron-infectie hebben doorgemaakt, heeft voor het verzamelen van geschikt plasma grote voordelen’, zegt hij.
‘Voordat we het plasma uitkiezen, test het virologisch laboratorium van het Erasmus MC het op werkzaamheid. Ze doen dat met in een proefbuis opgekweekt omikron-virus. Alleen de zakjes plasma met de allerhoogste antistoftiters worden gebruikt voor de behandeling van patiënten in het onderzoek.’ Ook voor deze studie wordt daarom dus weer samengewerkt met bloedbank Sanquin en de afdeling Viroscience.
Rijnders hoopt dat met de COVIC-19 en andere studies (zie kader) kan worden bewezen dat behandeling met plasma met een grote hoeveelheid antistoffen het aantal ziekenhuisopnamen van kwetsbare patiënten kan verminderen, en wanneer ze toch opgenomen moeten worden, dat de behandeling het herstel kan bespoedigen.
‘Er is nu geen sluitend bewijs dat plasma met antistoffen bij immuungecompromitteerde patiënten met een omikron-infectie een werkzame behandeling is. In het ene ziekenhuis in Nederland wordt de therapie nu soms wel toegepast, in het andere veel minder vaak of helemaal niet. Corona zal niet meer verdwijnen. Daarom is het essentieel dat we, gebruik makend van de kennis van de voorbije 2 jaar, een grote en goed doordachte studie bij de kwetsbaarste patiënten doen.’
Over COVIC-19
De naam van de studie, COVIC-19, is een samensmelting van COVID-19 en ImmuungeCompromitteerd. Ziekenhuizen in Duitsland, Frankrijk, Engeland en Nederland willen 1000 immuungecompromitteerde patiënten bij de studie. Patienten mogen maximaal 7 dagen klachten hebben en nog niet zijn opgenomen in een ziekenhuis.
De helft van de deelnemers zal onmiddellijk met plasma worden behandeld terwijl de andere helft het pas krijgt toegediend als een ziekenhuisopname nodig wordt. Rijnders: ‘Zodra de studie in Nederland van start gaat, zullen we de doelgroep via verschillende kanalen informeren. Ze kunnen zich, wanneer ze positief testen, via hun behandelaar melden of rechtstreeks via de studiewebsite. Die wordt te zijner tijd bekend gemaakt.’
Immuungecompromitteerde patiënten die pas in beeld komen wanneer ze al in het ziekenhuis zijn opgenomen, kunnen bij een 2e studie aansluiten. ‘Deze wordt vanuit het UMCU gecoördineerd en heet de REMAP-CAP studie. REMAP-CAP was één van de eerste studies die het nut van behandeling met cortisonen bij ernstige COVID-19 aantoonde.’