ERC Advanced Grant

Ontstaan heupdysplasie bij kinderen onder de loep

Artrose-hoogleraar prof. dr. Sita Bierma-Zeinstra heeft een ERC Advanced Grant in de wacht gesleept van 2,5 miljoen euro. Met het geld zet ze een onderzoek op naar het ontstaan en verloop van heupdysplasie bij kinderen. Kinderen met heupdysplasie lopen groot risico op heupartrose op jongvolwassen leeftijd.

Deel
9 likes
Leestijd 3 min
ERC Sita_Bierma-Zeinstra_DSCF9675a Foto Esther Morren

Bij heupdysplasie past de heupkop aan de bovenzijde van het bovenbeen niet goed in de kom van de heup. Bijvoorbeeld omdat de heupkom te ondiep en te steil is, waardoor er een onevenredige belasting in het gewricht bestaat.

Bierma-Zeinstra hoopt te ontdekken hoe heupdysplasie van peuter- tot puberleeftijd precies ontstaat en hoe die verandert tijdens de groei. Dat inzicht biedt dan mogelijk aanknopingspunten voor een therapie, zodat artrose op volwassen leeftijd kan worden voorkomen.

De tekst gaat verder onder de illustratie

Schatkamer

In Generation R wordt al bijna twee decennia lang de groei en ontwikkeling van Rotterdamse kinderen gemonitord, van voor de geboorte tot jong-volwassenheid. De studie heeft al een schat aan informatie opgeleverd. De onderzoeksgroep die Bierma-Zeinstra heeft gevormd, gaat gebruik maken van die schatkamer.

Er zijn bijvoorbeeld gegevens over groei, voeding, activiteitenniveau, stofwisseling en lichaamssamenstelling. Er zijn bloedmonsters en genetisch materiaal afgenomen. Maar Generation R heeft ook verschillende scans gemaakt: mri’s en dxa-scans, waarmee de vorm van de heup en de botdichtheid wordt gemeten.

‘Door de groei van de kinderen goed in kaart te brengen, hopen we inzicht te krijgen in de mechanismen die een rol spelen bij het ontstaan van heupdysplasie’, legt Bierma-Zeinstra uit.

Spreidbroekje

Baby’s worden al op het consultatiebureau gescreend op heupdysplasie. Dat gebeurt met een eenvoudig lichamelijk onderzoek. Ernstige gevallen van heupdysplasie worden er dan al uitgevist. Daarnaast krijgen baby’s met een verhoogd risico op heupdysplasie bij drie maanden een echo: zo’n 2 procent van de kinderen krijgt op deze manier de diagnose heupdysplasie.

In Generation R werd na onderzoek bij 1100 9-jarige kinderen ontdekt dat 6 procent van hen een duidelijke heupdysplasie had, en nog eens 26 procent een milde vorm. ‘De vraag is: worden er in de babytijd dan zoveel gevallen gemist? Wij denken dat veel heupdysplasie pas later tijdens de groei ontstaat of zichtbaar wordt.’

Computermodel

Bierma-Zeinstra zal in samenwerking met de TU Delft een computermodel maken dat de groei en ontwikkeling van de vorm van de heupen van 2 tot 18 jaar in beeld brengt. Daarvoor worden data uit Generation R gebruikt. ‘Hoe is de kanteling van het bekken, hoe is stand van de benen, hoe is de botdichtheid, hoe zijn de spieren aangehecht en hoe dik zijn die spieren? De onderste ledematen worden vanuit alle hoeken en in al hun facetten in beeld gebracht.’

Met dat model gaan Bierma-Zeinstra en haar mede-onderzoekers kennis vergaren over het ontstaan van heupdysplasie. ‘Kennis over de krachten die een rol spelen, en of er bepaalde spieroefeningen, of sporten zijn die de heupdysplasie op kinderleeftijd kunnen corrigeren. De groei van bot wordt immers beïnvloed door de krachten die erop worden uitgeoefend. Maar welke spieren moet je dan versterken, en welke activiteit of sport moet je juist niet of wel doen? Ook dat hopen we uit te vinden.’

De kennis over heupdysplasie is belangrijk omdat de aandoening een groot risico vormt op heupartrose. ‘Kinderen met een duidelijke heupdysplasie kunnen al voor hun 40e artrose krijgen. Dat is een probleem want artrose is niet te genezen. Een heupprothese is uiteindelijk dan vaak de enige oplossing, en die gaat gemiddeld 20 jaar mee. Daarna is het wel mogelijk om voor de tweede keer een heupprothese te plaatsen, maar die operatie is veel gecompliceerder. Dat wil je dus voorkomen.’

Artrose, in de volksmond ook wel gewrichtsslijtage genoemd, is niet te genezen. In 2040 is het de ziekte die de meeste verloren gezonde levensjaren veroorzaakt. Door artrose hebben mensen pijn, moeite met lopen en bewegen, en ook meer kans op hart- en vaatziekten omdat ze minder bewegen. Patiënten hebben dus een mindere kwaliteit van leven. Op dit moment zijn er in heel Europa 40 miljoen mensen met minimaal 1 gewricht dat is aangedaan door artrose.

Aan de studie van Sita Bierma-Zeinstra werken verschillende afdelingen van het Erasmus MC mee: Huisartsgeneeskunde, Orthopedie, Kinderorthopedie, Radiologie en Interne geneeskunde. Ook de faculteit Biomechanical Engineering van de TU Delft is aangesloten.

Ook prof. dr. John Martens, hoogleraar Translationele Genomica van kanker in het Erasmus MC, heeft een ERC Advanced Grant van 2,5 miljoen euro in de wacht gesleept. Hij gaat onderzoek doen naar een agressieve vorm van borstkanker. Lees meer over zijn AMBER-studie.

Lees ook