Seksespecifieke geneeskunde

Langzaam geeft het vrouwenhart haar geheimen prijs

Dat hart- en vaatziekten zich bij vrouwen anders gedragen dan bij mannen, is al enige tijd bekend. Door onderzoek van het Erasmus MC wordt steeds duidelijker hoe artsen daarmee om moeten gaan. ‘Uit al onze studies blijkt dat je mannen en vrouwen als groep apart moet bestuderen.’

121 likes
Leestijd 5 min
vrouwenhart

Twee vrouwelijke wetenschappers promoveerden onlangs op studies naar hart- en –vaatziekten bij vrouwen, en naar de geneesmiddelen die daarvoor worden voorgeschreven.

Dr. Elif Aribas ontdekte dat cardiologen zich nog niet voldoende bewust zijn van het gegeven dat hartklachten bij vrouwen een andere oorzaak hebben dan bij mannen. Hartklachten bij vrouwen worden namelijk vaak veroorzaakt door afwijkingen in de kleine haarvaatjes rond het hart. Daar zijn cardiologen nog onvoldoende van doordrongen, en ze hebben dikwijls ook nog niet de juiste diagnostiek voorhanden.

Dr. Michelle Schreuder bracht aan het licht dat vrouwen vaak de verkeerde doses medicatie krijgen voorgeschreven en dat ze andere bijwerkingen ervaren, bijvoorbeeld van ACE-remmers – medicijnen tegen hoge bloeddruk.

De studies tonen maar weer eens aan dat het vrouwenlijf toch echt anders in elkaar steekt dan dat van de man, en dat de kennis daarover beter kan.

Haarvaatjes

Een hartinfarct wordt meestal veroorzaakt doordat de kransslagaderen, de grote slagaders die het hart van bloed voorzien, verkalken en verstopt raken. Dat is althans bij mannen het geval. Bij vrouwen, zo is onlangs ontdekt, lijken hartklachten vaak te ontstaan doordat de haarvaatjes rond het hart niet goed functioneren.

Elif Aribas (vooraan) promoveerde op het vrouwenhart.

‘Vrouwen die een hartinfarct hebben gehad, blijken vaak normale kransslagaderen te hebben’, legt Aribas uit. ‘Toen is de gedachte ontstaan dat de kleinste haarvaatjes ermee te maken hadden. Dit wordt ook wel microvasculair lijden genoemd. Inmiddels kan er medisch onderzoek worden gedaan om te kijken of hiervan sprake is.’

Nieuw ziektebeeld

Microvasculair lijden van het hart is in feite een nieuw ziektebeeld. Aribas onderzocht of cardiologen het ziektebeeld (h)erkennen, en of ze vrouwen die met klachten op hun poli komen het juiste diagnostisch onderzoek aanbieden. Dat bleek niet het geval. ‘Cardiologen hadden behoefte aan een richtlijn. Dus die heb ik geschreven, samen met de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie.’

Er zijn aanwijzingen dat de eerste schade bij vrouwen al op jonge leeftijd ontstaat. ‘Wat we tot nu toe weten is dat microvasculair lijden zich langzaam opstapelt en dat het deels door dezelfde risicofactoren wordt veroorzaakt als verkalking in de grote aderen. Een gezonde leefstijl kan dus – ook al op jonge leeftijd – helpen om microvasculair lijden te voorkomen.’

Andere bril

Dokters doen er dus verstandig aan met een andere bril naar vrouwen met hart- en vaatziekten te kijken. Dat wordt ook bevestigd door de studie van Schreuder, die ontdekte dat vrouwen tijdens hun menstruatie vaker hartkloppingen en pijn op de borst rapporteren.

Ze deed het onderzoek bij vrouwen in de vruchtbare leeftijden bij vrouwen die (nog) niet onder behandeling zijn bij de cardioloog. Van andere aandoeningen, zoals migraine en epilepsie is al bekend dat vrouwelijke geslachtshormonen een rol spelen.

Ik liep meteen al tegen het feit aan dat er veel te weinig vrouwen hebben meegedaan aan studies

‘Oestrogenen hebben een beschermende werking op het hart- en vaatstelsel. Als vrouwen in de overgang komen en de hoeveelheid oestrogenen afneemt, krijgen ze meer hart- en vaatziekten’, legt Schreuder uit.

‘Tijdens de menstruatie is de hoeveelheid oestrogenen in het lichaam op z’n laagst. Dat kan de hartkloppingen verklaren. Meer onderzoek is nodig, maar artsen zouden vrouwen die met klachten komen, kunnen vragen naar hun menstruatiecyclus. Mogelijk kan medicatie daarop worden afgestemd.’

Michelle Schreuder (links) met haar co-promotor Jeanine Roeters van Lennep.

Schreuder nam ook man-vrouwverschillen onder de loep bij gebruik van de vijf belangrijkste geneesmiddelen voor hart- en vaatpatiënten. ‘Dit zijn medicijnen die al heel lang worden gebruikt, dus de studies naar effectiviteit en bijwerkingen zijn ook al oud.’

‘Ik liep meteen al tegen het feit aan dat er veel te weinig vrouwen hebben meegedaan aan die studies. De verhouding lag op 80 procent mannen en 20 procent vrouwen. De bijbehorende data voor mannen en vrouwen waren vaak niet meer beschikbaar. ’

Bloeddrukverlagers

Toch is het voor een aantal medicijnen gelukt. De bloeddrukverlagers genaamd ACE-remmers, bijvoorbeeld, veroorzaken bij vrouwen aantoonbaar meer bijwerkingen.

Ze hebben last van droge hoest. ‘Vrouwen hebben vaker een gen-polymorfisme dat die hoestklachten veroorzaakt. Hoest moet dus serieus worden genomen. Anders bestaat de kans dat vrouwen stoppen met het medicijn . Er zijn alternatieven die deze bijwerking niet hebben’, legt Schreuder uit.

Bij bepaalde bloedverdunners geldt overigens dat mannen en vrouwen juist wel dezelfde dosis zouden moeten krijgen. ‘Vrouwen krijgen minder vaak de optimale dosis voorgeschreven, omdat na enkele kleine studies werd aangenomen dat vrouwen sneller bloedingen krijgen. Maar het was niet goed uitgezocht of die aanname wel echt klopt. Uit mijn studie is nu gebleken dat vrouwen niet sneller bloedingen krijgen en dat ze dus gewoon dezelfde optimale dosis moeten krijgen als mannen.’

Sekse- en gendersensitieve geneeskunde

Internist-vasculair specialist Jeanine Roeters Van Lennep en epidemioloog dr. Maryam Kavousi begeleidden Aribas en Schreuder bij hun studies. Beide wetenschappers zijn fervente wegbereiders van diversiteit en sekse- en gendersensitieve geneeskunde in het Erasmus MC.

‘Uit al onze studies blijkt dat je mannen en vrouwen als groep apart moet bestuderen en niet op een hoop moet vegen. Er zijn grote verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen hun leeftijdscategorieën en levensfasen.’

‘Vrouwen zijn géén subgroep’

Op dit moment wordt in wetenschappelijke studies vaak ‘gecorrigeerd’ voor verschillen tussen mannen en vrouwen. Roeters Van Lennep: ‘Er wordt dan gezegd: vrouwen zijn een beetje anders, maar daar corrigeren we wel voor. Of ze doen een subgroepanalyse. Vrouwen zijn dan de subgroep. Maar we hebben het wel over 50 procent van de bevolking. Wij zijn géén subgroep!’

Kavousi vult aan: ‘Ik ben sinds september voorzitter van de epidemiologiewerkgroep van de European Association of Preventive Cardiology. Daarin worden vrouwen gezien als ‘special population’. Ik heb bij mijn aanstelling gezegd dat ik dit nog gedurende mijn termijn wil corrigeren.’

Boek en video’s over vrouwenhart

Onlangs verscheen de derde editie van het boek ‘Vrouwenhart, van ischemie naar preventie, geschreven door Erasmus MC’ers Jeanine Roeters van Lennep en Ellen Rouwet en Yolande Appelman van Amsterdam UMC. Hierin staan de nieuwste inzichten en richtlijnen. Het boek is bedoeld voor zorgprofessionals maar is ook goed leesbaar voor mensen met een interesse in hart- en vaatziekten.

Over hart- en vaatfalen bij vrouwen zijn ook enkele informatieve video’s gemaakt.

Lees ook