Bij een kijkoperatie wordt koolzuurgas in de buik geblazen om ruimte te creëren voor de instrumenten en de camera. Het apparaat dat chirurgen hiervoor gebruiken– de insufflator – is niet met de tijd meegegaan, vindt John Vlot, kinderchirurg bij het Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis. ‘Vergeleken met alle hoogstaande techniek op de operatiekamer, is dit een vergeten apparaat. We opereren nu alle patiënten onder een standaard druk, ongeacht hun gewicht of medicijngebruik. Eigenlijk is de huidige insufflator een veredelde fietspomp.’
Ongemerkt schade
Dat is zonde, want het is heel belangrijk om de gasdruk tijdens een kijkoperatie goed af te stellen. ‘Bij een te lage druk heeft de chirurg te weinig ruimte om goed te opereren. Is de druk te hoog, dan krijgt het hart moeite om het bloed rond te pompen en ontstaan er problemen met de beademing. Daardoor kan ongemerkt schade aan de organen ontstaan, die vermeden kan worden. Patiënten hebben daarnaast na de operatie vaak pijn door de oprekking van de buikwand.’ Met het huidige apparaat is ge-individualiseerde af- en bijstelling van de druk echter niet mogelijk. Gevolg: bijna alle patiënten worden geopereerd onder een te hoge druk.
Realtime bijsturen
In hun laboratorium ontwikkelde een team van artsen en techneuten een nieuwe, veel slimmere versie van de insufflator. The Next Generation Insufflator noemden ze hem. ‘Dit apparaat kan de spanning in de buikholte wél nauwkeurig meten, en deze tijdens de operatie bijsturen’, vertelt Frank Sterke. Hij is als ingenieur-onderzoeker betrokken bij het project. ‘Ons apparaat meet tijdens de operatie de rek in de buikwand, omdat die niet één op één correleert met de druk. Zo ziet de chirurg meteen of de buikwand te veel uitgerekt wordt. We kunnen realtime bijsturen naar de optimale condities, met zo min mogelijk negatieve gevolgen voor de patiënt.’
Het klinische prototype van de Next Generation Insufflator is inmiddels af, uitgebreid getest en de patenten zijn aangevraagd. Kortom, de onderzoekers zijn klaar voor de eerste klinische studies. ‘We weten nu dat het werkt, dus willen we ons apparaat naar de patiënt brengen’, vertelt arts-onderzoeker Willem van Weteringen. Daarvoor is het team, samen met het Technology Transfer Office van het Erasmus MC, nu in gesprek met investeerders en andere partijen die hen verder kunnen helpen.
Te lang genegeerd
Het team hoopt dat hun slimme insufflator snel zijn intrede zal doen op operatiekamers in Nederland en daarbuiten. Vlot: ‘Dit apparaat is te lang genegeerd. De chirurg bedient de insufflator en is zich vaak niet bewust van de problemen die het oplevert als de druk te hoog staat. De anesthesioloog lost die acute problemen wel weer op, maar uiteindelijk is de patiënt de dupe. Het wordt tijd om dat samen op te lossen.’