Wat is een winterdip?
“Een stemmingsdaling in de herfst of winter, die meestal start in oktober. Je bent somber, neerslachtig, hebt de neiging om langer te slapen en soms ook wat meer te eten dan normaal.”
Kan iedereen er last van krijgen of moet je aanleg hebben?
“Er is geen genetische kwetsbaarheid bekend. De één heeft er eerder last van dan de ander, maar waar dat aan ligt is niet duidelijk. Wel maakt het uit waar je woont. Hoe noordelijker, hoe vaker de winterdip voorkomt. In Scandinavische landen heeft vier procent van de bevolking het. Ze hebben daar ter preventie zelfs meer lux dan normaal in de TL lampen. In Nederland treft de winterdip drie procent van de bevolking, dat zijn zo’n half miljoen mensen.”
Is een winterdip iets van nu of bestond het vroeger ook al?
“Er wordt al sinds de jaren vijftig onderzoek naar gedaan. De eerste – Russische – publicatie dateert uit 1965. Maar vanaf 1975 kwam het onderzoek pas echt goed op gang.”
Kun je zelf iets doen om de klachten te verminderen?
“Drie dingen. Eén: ga elke dag voor tien uur een half uur naar buiten. Daar krijg je al snel tienduizend lux binnen, ook al is het grijs en bewolkt. Die tienduizend lux heb je nodig om je biologische klok gelijk te zetten. Het daglicht geeft deze klok via de oogzenuw het signaal ‘de dag is begonnen’. Je wordt wakker, het lichaam stelt je temperatuur en hormonen bij waardoor je je beter gaat voelen en aan de gang kunt. Geen gelegenheid om naar buiten te gaan? Begin van de ochtend een halfuur voor een lichtbak zitten, is een goed alternatief.”
Tip twee: “De biologische klok krijgt ook een steuntje in de rug door structuur. Doe alles – opstaan, ontbijten, lunchen, slapen – op dezelfde tijd. En drie: leg je er bij neer dat je het gevoel van een winterdip hebt, maar laat je gedrag er niet door beïnvloeden.”
Leg je er bij neer dat je een winterdip hebt
Heeft het zin om vitamine D te slikken?
“Nee. Vitamine D wordt in de lente- en zomermaanden opgebouwd in de lever. In de herfst, het moment waarop de winterdip over het algemeen start, heb je nog voldoende voorraad. Bovendien; de winterdip wordt bestreden via licht in het oog. Vitamine D maak je aan door zonlicht op de huid. Een heel ander mechanisme dus.”
Afreizen naar een zonnig oord dan maar?
“Als je gevoelig bent voor minder daglicht en daardoor last hebt van een seizoensgebonden stemmingsdaling, is naar een zonnige bestemming gaan zeker een idee. Heb je na zo’n vakantie minder klachten dan wanneer je de vakantie in eigen land doorbrengt, dan is er een goede kans dat dit effect door het extra licht komt. Je zou dan eigenlijk elk jaar in het begin van de donkere periode nog even naar de zon moeten gaan. Maar zelfs als je dat doet, is het – om het effect te laten beklijven – aan te raden om in de herfst en winter elke ochtend voor tien uur naar buiten te gaan. En regelmaat aan te houden.”
Is een winterslaap nog een idee?
“Een winterdip heeft veel kenmerken van een winterslaap. Langer slapen bijvoorbeeld, meer eten – vetreserves opbouwen – en jezelf deprimeren. Neem een beer, die zal zijn drive om dingen te doen tijdens de winterslaap moeten onderdrukken, ofwel deprimeren. Doet hij dat niet, dan zal hij zijn hol uit moeten om al die dingen te doen. Het onderdrukken van zijn drive zal hem helpen om te blijven liggen en zijn energie te sparen. Voor mensen met een winterdip ligt dat anders omdat er in onze winters geen voedselschaarste bestaat. Dus accepteer dat je in zo’n periode wat meer geneigd bent om in bed te blijven liggen, maar geef er niet aan toe. Leg je neer bij het gevoel, maar niet bij het gedrag.”