Het gaat om twee afzonderlijke studies met hetzelfde doel: zoveel mogelijk gegevens over huidtumoren verzamelen zodat straks al bij de eerste diagnose van huidkanker kan worden voorspeld hoeveel risico er is op uitzaaiingen.
Die prognose bij huidkankers met risico op uitzaaiingen is nodig om te bepalen of er een agressievere behandeling nodig is of om te bepalen wie van de duizenden huidkankerpatiënten goed in het oog moet worden gehouden. Omgekeerd is de prognose hard nodig om te bepalen welke patiënten juist minder vaak op controle bij de arts hoeven te komen.
800 sterfgevallen
De studies gaan over twee soorten huidkanker: melanoom en plaveiselcelcarcinoom (PCC). Melanoom is de gevaarlijkste soort huidkanker: per jaar 7000 nieuwe patiënten en 800 sterfgevallen omdat melanoom van alle huidkankers het vaakst uitzaait. PCC wordt jaarlijks bij 14.000 patiënten gevonden, en dat aantal stijgt met 5 procent per jaar. PCC eist jaarlijks minder dan 100 dodelijke slachtoffers, 2 procent zaait uit.
Over de risicofactoren van melanoom is relatief veel bekend, vertelt Loes Hollestein. ‘We maken onderscheid tussen een zogeheten dik melanoom en een dun melanoom. Een dik melanoom, en zeker als daarbij zweervorming wordt gevonden, geeft de grootste kans op uitzaaiingen. Nadat we het melanoom hebben weggesneden, blijft deze patiënt onder controle. Sommige patiënten met een dik melanoom krijgen in studieverband immunotherapie, ook als er geen uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn gevonden.’
Instructies
Mensen met een dun melanoom zonder zweervorming gaan, nadat de tumor is weggesneden, met ontslag. ‘Ze krijgen instructies hoe ze zelf hun huid in de gaten moeten houden, en hoeven niet meer terug te komen bij de dokter.’
Toch ontstaan bij sommige van deze patiënten op termijn uitzaaiingen. ‘Je wilt dus aanvullende informatie over die melanomen. Zijn er, los van de dikte en de zweervorming, risicofactoren te vinden die het ontstaan van die uitzaaiingen voorspellen?’
Monitoren
Over de risico’s op uitzaaiing bij PCC is nog maar weinig bekend, zegt Marlies Wakkee. ‘Daarom blijven álle patiënten vijf jaar onder controle. Niet alleen om te monitoren of de tumor is uitgezaaid, maar ook om te zien of er een PCC op een andere plek ontstaat. Dat zijn jaarlijks onvoorstelbaar veel consulten. Je zou graag per patiënt een goede voorspelling willen maken of die monitoring nodig is. Ook wil je voorspellen of het wegsnijden van het PCC voldoende is, of dat je bijvoorbeeld aanvullend moet bestralen.’
Om goede voorspelmodellen te maken, moeten alle processen die zich in de cellen van de melanomen en PCC’s afspelen, tot in detail worden ontrafeld. Dat gebeurt onder meer door opgeslagen restweefsels van huidtumoren onder de loep te nemen. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar het DNA en RNA van de tumorcel, naar de verschillende soorten cellen van het immuunsysteem die zich in de tumor bevinden, en naar de wisselwerking tussen die twee.
PALGA
Wakkee en Hollestein maken voor hun onderzoek gebruik van data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). In het PALGA worden álle uitslagen van Nederlands weefselonderzoek –anoniem en versleuteld- digitaal opgeslagen.
De data van de NKR en PALGA zijn gekoppeld en vormen een eldorado voor het onderzoek van Wakkee en Hollestein. ‘We mogen heel blij zijn dat wij in Nederland beschikking hebben over twee van zulke uitgebreide databanken. Die herbergen echt een schat aan informatie.’
Tumorblokjes
Anonieme patiëntgegevens van de NKR zijn dus gekoppeld aan de uitslagen van het weefselonderzoek in de PALGA database. Er zijn zelfs van iedere patiënt nog tumorblokjes opgeslagen. ‘We kunnen de tumorblokjes onderzoeken van patiënten die 10 jaar of zelfs langer geleden huidkanker hebben gekregen. Én we kunnen kijken of, en zo ja wanneer, zij uitzaaiingen of nieuwe tumoren hebben gekregen.’
Op deze manier zijn al twee grote groepen van ongeveer 200 patiënten geselecteerd bij wie een ongevaarlijk geacht plaveiselcelcarcinoom of melanoom in de loop van de jaren erna toch is uitgezaaid. ‘We gaan die tumorblokjes vergelijken met de tumorblokjes van patiënten bij wie de tumor niet is uitgezaaid. We hopen daaruit kenmerken en patronen te destilleren die ons kunnen helpen bij het opstellen van de voorspelmodellen.’
Niet voor niets
De stip aan de horizon is een checklist met kenmerken aan de hand waarvan de arts straks een huidkankerpatiënt met een gerust hart met ontslag kan sturen. Of juist onder zijn hoede kan houden. ‘Bestraling en immunotherapie zijn waardevolle behandelingen voor huidkankerpatiënten met uitzaaiingen en voor patiënten die een groot risico lopen op uitzaaiingen. Maar het zijn wel intensieve behandelingen, die je niet voor niets wilt voorschrijven.’
De subsidies zijn afkomstig van KWF en Health Holland TKI.