Erasmus MC

Minimaal invasieve autopsie als alternatief voor obductie

De doodsoorzaak vaststellen kan met scans en biopten minstens zo goed als met volledige lijkschouwing.

Deel
0 likes
Leestijd 3 min
mri-of-ct

Dat concluderen onderzoekers van de afdelingen Pathologie en Radiologie van het Erasmus MC. Zij publiceerden hun bevindingen op 25 september 2018 in het wetenschappelijke tijdschrift Radiology.

Autopsie met gebruik van CT, MRI en biopten presteert net zo goed als inwendige en uitwendige lijkschouwing bij het opsporen van de doodsoorzaak. Bijkomend voordeel is dat deze zogenaamde ‘minimaal invasieve autopsie’ meer diagnoses oplevert en voor de nabestaanden minder belastend is.

Wegnemen van twijfels

Obducties leveren een schat aan informatie. Ze geven inzicht in nieuwe ziekten en in bijwerkingen van nieuwe geneesmiddelen, leveren gegevens voor gezondheidsstatistieken en epidemiologisch onderzoek en verschaffen weefsels voor laboratoriumonderzoek. Obducties zijn ook belangrijk voor het onderwijs in de pathologie aan medische studenten en voor de opleiding van medisch specialisten. “De belangrijkste functie van obducties is het wegnemen van twijfels over de doodsoorzaak”, zegt de projectleider van de studie, prof. dr. Wolter Oosterhuis, van de afdeling Pathologie van het Erasmus MC. Oosterhuis: “Omdat de obductie in ongeveer 15% van de gevallen een onverwachte doodsoorzaak aantoont, geeft ze belangrijke feedback aan clinici, waar toekomstige patiënten van kunnen profiteren.”

Alternatief

Het aantal overledenen waar een obductie op wordt gedaan, is sterk afgenomen. Oosterhuis: “Dit heeft verschillende redenen, waaronder de overtuiging dat de obductie niets zal aantonen dat nog niet bekend was, en terughoudendheid van nabestaanden om toestemming te geven, vanwege het ingrijpende karakter van de procedure.” Omdat de conventionele obductie zo sterk terugloopt, worden niet-invasieve of minimaal invasieve alternatieve autopsie-methoden ontwikkeld. Postmortale CT en MRI brengen het hele lichaam uitwendig en inwendig in beeld, en laten zien waar biopsieën moeten worden genomen voor onderzoek met de microscoop.

Even goed

In het Erasmus MC werden bij 99 overledenen de prestaties van de minimaal invasieve autopsie vergeleken met die van de obductie. De minimaal invasieve autopsieprocedure combineerde postmortale MRI, CT en CT-geleide biopsieën van de belangrijkste organen en van afwijkingen, die werden gezien op de CT- en MRI-scans. De twee methoden deden het even goed voor wat betreft het vaststellen van de directe doodsoorzaak, stelt dr. Annick Weustink, radioloog en projectleider vanuit de afdeling Radiologie. Er was overeenstemming tussen de minimaal invasieve autopsie en de obductie voor de doodsoorzaak in 92% van de gevallen. Er was overeenstemming met de consensus doodsoorzaak in 96 van de 99 gevallen bij minimaal invasieve autopsie, vergeleken met 94 van de 99 bij obductie.

Beter

De minimaal invasieve autopsie presteerde beter dan de obductie in het stellen van diagnosen. De overleden patiënten hadden samen in totaal 288 hoofddiagnosen gerelateerd aan de consensus doodsoorzaak. De minimaal invasieve autopsie diagnosticeerde daarvan 259 (90%), en de obductie 224 (78%). Weustink: “De reden is dat bij de minimaal invasieve autopsie het lichaam van top tot teen wordt onderzocht en bij de obductie meestal alleen de romp en, als het is toegestaan door de nabestaanden, de hersenen. Bovendien laten postmortale CT en MRI afwijkingen zien in het skelet en de spieren, die gemakkelijk worden gemist bij de obductie”.

Meer acceptabel

Oosterhuis: “De minimaal invasieve autopsie is hopelijk meer acceptabel voor nabestaanden die op culturele of religieuze gronden geen toestemming kunnen geven voor een obductie. Dit is belangrijk voor een stad als Rotterdam, waar ongeveer de helft van de bevolking een niet-Westerse achtergrond heeft. Het obductiepercentage in deze bevolkingsgroep is nog geen 10% van het percentage in de Westerse bevolkingsgroep.”

Een obductie is eenmalig, en kan niet worden overgedaan. Zaken die over het hoofd werden gezien of verkeerd geïnterpreteerd, kunnen niet meer worden gecorrigeerd. De minimaal invasieve autopsie echter is een objectieve momentopname van de patiënt bij het overlijden. De opgeslagen beelden kunnen opnieuw worden bekeken en geanalyseerd door pathologen, radiologen, clinici en nabestaanden. Voor wetenschappers zijn ze een betrouwbare database voor onderzoek.

Lees ook