Erasmus MC

‘Durf over problemen te praten’

Tegenslagen horen bij het werk. Maar jonge onderzoekers lopen er soms op vast.

0 likes
Leestijd 4 min

Haar eigen promotietraject ligt goed op schema. Sanne Kloosterboer, arts-onderzoeker bij de apotheek en kinder- en jeugdpsychiatrie, is gezegend met een goede begeleiding en een afdeling waarop ze kan terugvallen. Ook in haar onderzoek naar bijwerkingen van antipsychotica bij kinderen zijn de problemen te overzien. Maar Sanne weet dat niet alle promotieonderzoekers een rooskleurig bestaan leiden. Jonge onderzoekers kunnen al vroeg in hun project met tegenslag kampen: een deelonderzoek dat mislukt, een promotor met een afwijkende visie. En dan is er de prestatiedruk. Hans Clevers, oud-president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, hekelde al eens de keiharde competitie van ‘publish or perish’, als gevolg van de wijze van financiering. Maar ook een probleem in de persoonlijke sfeer kan een jonge wetenschapper uit evenwicht brengen.

 

Stip

Kloosterboer: “Dat is goed te verklaren. Als promovendus ben je ambitieus. Je ziet die stip aan de horizon, die toppublicatie die je wilt schrijven. Daar werk je naartoe, met een plan, een budget en een einddatum. Maar geen enkel project loopt precies volgens plan. Als er iets misgaat en je vertraging oploopt, moet je er in principe zelf uit zien te komen. Je ziet nog steeds die stip, maar denkt: ‘hoe moet ik daar in vredesnaam komen?’ Dat geeft stress, je voelt je overbelast, eenzaam misschien. Je vreest voor je carrière. Geloof maar dat dit impact heeft op de voortgang en de kwaliteit van het onderzoek.”

 

Ervaringen delen

Kloosterboer besloot in actie te komen. Met enkele collega’s organiseerde ze in oktober het Lessons Learned symposium, waarop jonge onderzoekers hun ervaringen konden delen. Vier succesvolle wetenschappers spraken over hun eerste onderzoeksjaren, toen ook voor hen niet alles goud was wat er blonk. “Iedere spreker had zijn of haar eigen verhaal. Maar de focus lag vooral op het persoonlijke aspect. Wat doet een tegenslag met je, en hoe ga je ermee om?”

 

Zorgen delen

Onderzoeker Wendy Bos vertelde tijdens het symposium hoe ze gezondheidsproblemen kreeg toen de finish van haar promotieonderzoek bijna in zicht was. Het heeft haar erg geholpen om haar zorgen met collega’s te delen. Ernst Kuipers, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Erasmus MC, sprak over de druk die hij had ervaren, toen de resultaten van zijn onderzoek niet pasten in het plaatje van de farmaceutische industrie. “Vooral als je net begint, ben je afhankelijk van anderen. Je weet niet altijd de weg.”

 

Deceptie

Teun van Gelder sloeg een nieuwe weg in: “Nefrologie, dat leek mijn toekomst. Ik volgde de opleiding tot internist-nefroloog, promoveerde op een onderzoek bij patiënten met een niertransplantatie, en kende geen twijfel over mijn bestemming. Na mijn promotieonderzoek vond een reorganisatie plaats. Drie afdelingen Inwendige Geneeskunde werden samengevoegd en ik werd verantwoordelijk voor de sectie Niertransplantatie. Die functie bleek me toch minder te liggen dan ik had gedacht en er ontstonden problemen. Ik ging niet meer met plezier naar mijn werk. Dat was toch een deceptie.”

 

‘Misschien wilde je altijd linksaf, maar is het pad aan de rechterkant ook heel mooi’

 

Mooie combinatie

Om een oplossing te vinden sloeg Van Gelder een andere weg in. “Ik kreeg de gelegenheid de opleiding tot internist-klinisch farmacoloog te doen. Daarmee begon ik als het ware weer op nul, terwijl ik in de nefrologie al een aardige carrière had opgebouwd. Maar het plezier in mijn werk keerde terug. Sinds 2010 ben ik hoogleraar Klinische Farmacologie. Mijn baan is een mooie combinatie van patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek.”

 

Zelden hopeloos

“Ik ben één van die velen bij wie het carrièrepad anders is gelopen dan gepland”, vertelde Van Gelder. “Als jonge wetenschapper heb je een bepaald doel, maar er zijn altijd hobbels op de weg. Een tegenslag werpt je terug, maar is zelden hopeloos. Staar je niet blind op dat ene doel, sta open voor een alternatief. Misschien wilde je altijd linksaf, maar is het pad aan de rechterkant ook heel mooi.”

 

Illustratie: Studio Vonq

 

‘Probeer het niet allemaal alleen op te lossen’

Sanne Kloosterboer: “Wat kun je doen als je voelt dat het niet goed gaat? Zoals er niet één valkuil is, is er ook niet één remedie. Maar de voornaamste les is toch dat je je onzekerheid deelt. Wees niet bang om je zwakte te tonen. Het symposium toonde aan dat ook wetenschappers die we nu prijzen, hun moeilijke momenten hebben gekend. Dus stap naar je collega’s en probeer het niet allemaal alleen op te lossen. En ook omgekeerd: als je het idee hebt dat het niet goed gaat met je collega, durf ernaar te vragen. ‘Hoe kan ik je steunen?’ of ‘Ligt er niet te veel hooi op je vork?’ Haal het uit de taboesfeer! Dat lijkt een open deur, maar – zelfs in een ziekenhuis – wordt psychisch leed vaak verzwegen.”

 

Geen blinde focus

Geen blinde focus op de pot met goud aan de horizon, dus. Al hoeft niet iedereen zo ver te gaan als Johannes Haushofer van Princeton University. Deze Amerikaanse wetenschapper publiceerde in 2016 zijn ‘cv of failures’, met een opsomming van de opleidingen waarvoor hij werd afgewezen, de prijzen en beurzen die hij niet ontving en de onderzoeken die hij niet gepubliceerd kreeg. Zijn motto: ‘Iedereen feliciteert me met de successen, maar niemand ziet de mislukkingen. Als een voetballer een penalty mist of geblesseerd raakt, ziet iedereen het. Maar het lijden van de wetenschapper blijft nog te vaak onzichtbaar.’ De carrière van Haushofer verloopt inmiddels heel voorspoedig.

 

 

 

Lees ook