Het Sophia is daarmee een van de twee Nederlandse ziekenhuizen met zo’n erkenning voor kinderen. Wat doen ze zo goed in het Sophia dat ze bij de IASP zijn opgevallen?
De biopsychosociale benadering van pijn én het feit dat veel disciplines samenwerken bij de behandeling van patiëntjes met pijn, zeggen physician assistant Bernadette de Mol en kinderanesthesioloog-pijnspecialist Tom de Leeuw eensgezind in koor.
Biopsychosociaal
Een biopsychosociale benadering? “Pijn is lang niet altijd het gevolg van een duidelijk aanwijsbare oorzaak”, legt De Leeuw uit. “We weten allemaal: als je met een hamer op je duim slaat, dan doet dat pijn. En die pijn zakt na verloop van tijd weer weg. Maar dat is niet altijd de pijn die wij hier zien. Wij kijken niet louter naar de fysieke factoren van pijn. We kijken ook naar de psyche en naar omgevingsfactoren en proberen daar zo nodig iets aan te doen.”
De Mol: “De kinderen die wij zien, komen uit heel het land en hebben vaak al een lange weg in het medisch circuit achter de rug. Ze hebben pijn en het is vaak onduidelijk hoe dat precies komt. Ze hebben bijvoorbeeld Complex Regionaal Pijn Syndroom, ofwel posttraumatische dystrofie. Dat is een aandoening die kan optreden als complicatie na chirurgie of trauma.”
De Mol en De Leeuw zien ook kinderen die veel pijnlijke behandelingen hebben ondergaan, of al op heel jonge leeftijd zijn geopereerd. Pas begin jaren negentig werd adequate pijnbestrijding een standaard procedure in de kindergeneeskunde, weten De Mol en De Leeuw. Toen ontdekten wetenschappers door onderzoek wat pijn doet met de hersenen en zenuwen die nog in ontwikkeling zijn.
Pijnbestrijding
De Leeuw: “We weten inmiddels ook dat kinderen die al op heel jonge leeftijd een operatie hebben ondergaan, en daarbij veel napijn hebben gehad, later gevoeliger zijn voor pijn. Ook op volwassen leeftijd zien we deze kinderen terug in pijnbehandelcentra. Die kleine kruimeltjes op de intensive care neonatologie worden al geopereerd. Als zij dus geen goede pijnbestrijding krijgen, blijven zij de rest van hun leven heel gevoelig voor pijn.”
Dat komt – simpel gezegd – doordat de paden die pijnprikkels afleggen in de zenuwbanen bij pasgeborenen nog in ontwikkeling zijn. Als er dan in zo’n vroeg stadium van het leven al hevige pijnprikkels overheen reizen, blijven de paden in de zenuwbanen voor de rest van het leven gevoelig.
Combinatie
Pijn is dus, kort gezegd, een ingewikkeld fenomeen dat van verschillende kanten moet worden bekeken en behandeld. Een combinatie van pijnbehandeling met medicatie, fysiotherapie én psychotherapie komt vaak voor in het Kinderpijncentrum. De Mol: “We geven hier ook pijneducatie. Leren kinderen en hun ouders hoe pijn werkt. De systemen rond het kind, en dan met name de ouders, hebben invloed op de pijnbeleving van het kind.”
De pijneducatie richt zich dan ook op het hele gezin. Het doel is dat het kind minder pijn ervaart en weer normaal kan functioneren: eten, slapen, naar school gaan, sporten en spelen met vriendjes en vriendinnetjes. De Mol: “Uit onderzoek weten we: hoe meer aandacht er is voor pijn en hoe meer nadruk er wordt gelegd op de pijnklachten, hoe meer hersengebieden gaan meedoen in de pijnmodulatie. Iemand die als primaire klacht pijn heeft in zijn linkerbeen, kan dan ook pijn gaan ervaren in zijn rechterbeen.”
Ook het emotionele systeem van de mens speelt een rol in pijnbeleving, omschrijven De Mol en De Leeuw. “De afdalende pijnbanen worden onder andere aangestuurd onder invloed van emoties. Pijn signalen kunnen dus worden versterkt of getemperd, afhankelijk van hoe je je voelt. Ook bij kinderen werkt dat zo.”
Invoelbaar
De Mol: “Het is natuurlijk volstrekt invoelbaar dat ze het doen, maar als ouders zelf veel bezig zijn met de pijn van hun kind, kan dat de pijn in stand houden. Dat proberen we ouders en kind duidelijk te maken. Dat kunnen soms best moeilijke gesprekken zijn, ja.”
Ouders zijn vaak op zoek naar een somatische, lichamelijke oorzaak die de pijn van hun kind kan verklaren, weet De Mol. “Voordat wij deze kinderen in ons team zien, zijn ze vaak al bij verschillende collega’s op spreekuur geweest. Denk aan huisarts, de kinderarts, de orthopeed. Zij hebben al gekeken waarom het kind zoveel pijn ervaart. Bij chronische pijn kan de toedracht van de pijnklachten al niet meer te achterhalen zijn. Van ouders vraagt het soms veel tijd om tot dit inzicht te komen.”
Met hypnotherapie leert het kind de pijn weg te denken
Hypnotherapie
De Mol is erkend hypnotherapeut. “Dat was twintig jaar geleden nog geen erkende behandeling, maar inmiddels is vast komen te staan dat het werkt voor chronische buikpijnklachten. Met hypnotherapie leer je het kind hoe het zich kan ontspannen. Je leert hen onder meer om in meditatieve toestand naar een veilige plek te gaan. Op zo’n manier dat het kind zich op dat moment ook fijn en veilig voelt. Op het moment dat het kind pijn heeft, leert het tijdens de pijnlijke momenten ook naar die plek te gaan. Met hypnotherapie leert het kind de pijn weg te denken.”
Het Kinderpijnteam, dat ook een erkenning als NFU Expertisecentrum op zak heeft, is een polikliniek waar kinderen, en indien nodig hun ouders op spreekuur komen. Er komen jaarlijks 120 patiënten bij, afkomstig uit het hele land. In het team werken drie kinderpijnanesthesiologen, een physician assistant anesthesie-pijngeneeskunde, twee kinderfysiotherapeuten en twee kinderpsychologen met elkaar samen. Ook adviseren de medewerkers van het Kinderpijncentrum de huisarts, de fysiotherapeut of de psycholoog van het kind.
Bedden
Droom van het Kinderpijnteam is een Kinderpijnbehandelcentrum, waar jonge patiënten kunnen worden opgenomen en waar ze door allerlei verschillende disciplines van het Kinderpijnteam worden onderzocht. “Wij hebben nu geen eigen bedden, maar soms zou je kinderen wel een paar dagen willen opnemen om écht goed te kunnen kijken wat er aan de hand is.”
Een voorstel in die richting wordt op dit moment onderzocht. Meer informatie over pijneducatie is te vinden op www.retrainpain.org