Signaleren van ‘uitdagingen’
Niet de grootste, wel vooraanstaand? Hofman: “Aan ERGO doen 15.000 inwoners uit de Rotterdamse wijk Ommoord van 45 jaar en ouder mee. Elders in de wereld lopen grotere studies. Maar het aantal deelnemers aan een cohortstudie (langdurig onderzoek onder mensen uit een bepaalde leeftijdscategorie, red) is niet het enige dat telt. De detaillering en nauwkeurigheid waarmee wij de gegevens van alle deelnemers vastleggen, dát is onze kracht. We verrichten uitgebreid lichamelijk onderzoek, maken gebruik van geavanceerde beeldvormende technieken (bijvoorbeeld MRI en CT-scanners), verzamelen en analyseren eiwitten en het DNA. En dat doen we bij álle deelnemers. De kwaliteit van de in Ommoord verzamelde data is vergelijkbaar met de gegevens die een topziekenhuis als het Erasmus MC in Rotterdam in huis heeft. Dat maakt het ook mogelijk om direct aan te sluiten op de kennis in de kliniek, bij afdelingen als Neurologie, Cardiologie en Interne Geneeskunde. Er vindt continu kruisbestuiving plaats: wij delen onze bevindingen met de artsen binnen de ziekenhuisafdelingen en de onderzoekers in de laboratoria van het Erasmus MC, en zij delen hun bevindingen met ons. Die interactie resulteert in een geweldige hoeveelheid kennis.”
Meer begrip
Ter illustratie: in de 25 jaar dat ERGO bestaat, zijn er ruim 1.250 wetenschappelijke publicaties verschenen en zijn 175 wetenschappers op ERGO-onderzoek gepromoveerd. Zelf is Hofman de meest geciteerde wetenschapper van Nederland. Onlangs ontving hij van Thomson Reuters – een organisatie die wetenschappelijke rangordes bijhoudt – een presentje: vakgenoten verwezen in hun publicaties 100.000 maal naar de artikelen van Hofman. “Maar veel belangrijker”, benadrukt Hofman, “is onze bijdrage aan het begrip van ziekten in een ouder wordende populatie, zoals Alzheimer, macula degeneratie, hart-en-vaatziekten, osteoporose en huidkanker. Ook onze kennis van de genetica is drastisch toegenomen. Een voorbeeld: vijf jaar geleden kenden we misschien twee genen die invloed hebben op lichaamslengte. We hebben inmiddels bijna 700 genetische varianten gevonden die een rol spelen. Daarmee kan overigens nog maar zo’n twintig procent van de lengte worden verklaard. Er valt dus nog volop te ontrafelen. Ook voor ziekten zijn er dankzij ERGO veel meer genetische factoren bekend geworden. Voor de oogziekten macula degeneratie en myopie zijn bepalende factoren in het DNA opgespoord.”
ERGO richt zich op één bepaalde wijk in Rotterdam. Is dat niet een bezwaar? Hofman: “Ik beschouw het als een kracht. Omdat het onderzoeksveld zo afgebakend is, kun je de groep ook goed ‘vasthouden’ en is de betrokkenheid groot: ongeveer 80% van de 45-plussers uit Ommoord doet mee en we hebben maar weinig uitvallers. Ons eigen onderzoekscentrum staat in de wijk. Er is uitstekend contact tussen de mensen die daar werken en de deelnemers. Natuurlijk, geografisch en sociaaleconomisch gezien is het een bepaald soort groep, maar voor de meeste vraagstukken is dat geen bezwaar. Of je nu in India, Wassenaar of Ommoord kijkt, iemands bloeddruk wordt voor het belangrijkste deel toch bepaald door dezelfde biologische processen en factoren.”
Steeds ouder
Worden we nog steeds alsmaar ouder? In 2010, toen ERGO het vierde lustrum vierde, werd Hofman ook door Monitor geïnterviewd. Toen nam de gemiddelde levensverwachting in Nederland elke vier jaar met een jaar toe. Is die trend inmiddels afgevlakt? Hofman: “Nee, nog steeds neemt de gemiddelde leeftijd toe: voor elke week die je leeft, krijg je er een weekend bij. Je zou verwachten dat die lijn inmiddels wel zou afvlakken, maar dat zien we nog niet gebeuren. Zo’n 200 jaar geleden werden we gemiddeld niet veel ouder dan 35. Nu worden vrouwen in Nederland gemiddeld 83 en mannen 80. En we zitten nog steeds op die stijgende lijn. Binnen een paar generaties worden we gemiddeld honderd.”
Worden de jaren waarin we lijden aan ziekten en gebreken opgerekt? “Nee, we leven langer, maar niet omdat we er meer ziektejaren bij krijgen. We blijven langer gezond en de ziektejaren schuiven verder naar achteren. De ziekteperiode lijkt zelfs iets korter te worden. Dat neemt niet weg dat we, omdat we veel ouder worden, te maken krijgen met grote medische problemen. Of laat ik het ‘uitdagingen’ noemen. Het signaleren daarvan beschouw ik als een van de belangrijkste functies van ERGO. Al heel vroeg, zo rond 1992, hebben we aangegeven hoe groot het Alzheimer-probleem zou gaan worden. Toen werd dat nauwelijks erkend, maar inmiddels zijn we ons er wel van bewust hoe belangrijk het probleem is. Bijna de helft van de negentig-plussers heeft dementie. En er komt een nieuw probleem aan: diabetes. In ERGO-onderzoek van Symen Ligthart, dr. Abbas Dehghan en prof. dr. Oscar Franco wordt aangetoond dat ongeveer de helft van alle 45-plussers gedurende zijn of haar leven diabetes krijgt. Obesitas, ernstig overgewicht, is daarbij vooral de boosdoener. Je kunt je voorstellen dat dit een groot medisch en maatschappelijk probleem is.”
Preventieve maatregelen
Komt er nog een zesde lustrum voor ERGO? “O, absoluut! Van de eerste groep deelnemers – dat waren toen 8.000 mensen van 55 jaar en ouder – is weliswaar twee derde overleden, maar inmiddels hebben we het cohort uitgebreid met deelnemers van 45 jaar en ouder. En volgend jaar komen daar weer 5.000 mensen van 40 jaar en ouder bij. We gaan de leeftijdsgrens dus weer iets lager stellen. Dat doen we omdat we denken dat bepaalde ziekten die zich pas op oudere leeftijd manifesteren dan al voortekenen vertonen. Vroege detectie maakt het wellicht mogelijk om eerder met een behandeling te beginnen of preventieve maatregelen te nemen.”
‘Binnen een paar generaties worden we gemiddeld honderd’
Wat is ERGO?
ERGO staat voor Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek. De deelnemers zijn bewoners van de Rotterdamse wijk Ommoord van 45 jaar en ouder. Elke deelnemer wordt uitgebreid onderzocht, onder andere op het gebied van beweging, bloed, bloeddruk, bloedvaten, hart- en longfunctie, ogen en geheugen. De focus van ERGO ligt op gezondheidsproblemen en ziekten die vooral op oudere leeftijd voorkomen in hersenen (dementie, depressie, angst- en slaapstoornissen), hart- en bloedvaten (infarct en beroerte), botten (osteoporose en gewrichtsslijtage), ogen (macula degeneratie en glaucoom) en huid (psoriasis, eczeem en huidkanker). Ook de genetische aspecten en medicijngebruik worden onder de loep genomen.
Navolging
ERGO is een begrip, ook internationaal, waar het Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek wordt aangeduid met ‘The Rotterdam Study’. In diverse landen worden de opzet en organisatie van ERGO als blauwdruk gebruikt voor een eigen populatiestudie.
Prof. dr. Bert Hofman: “In landen als Japan, Iran, Brazilië en China zijn vergelijkbare studies opgericht. Vaak zijn artsen en onderzoekers van ERGO als medeorganisator of adviseur betrokken. In Bonn wordt nu onder leiding van prof. dr. Monique Breteler gewerkt aan een grote cohortstudie.”
Breteler gaf jarenlang mede gestalte aan het ERGO-onderzoek. Nu is zij directeur Population Health Sciences van het DZNE, het Duits Centrum voor Neurodegeneratieve Ziekten. Breteler: “Tot voor kort werd er in Duitsland nauwelijks epidemiologisch onderzoek verricht naar neurodegeneratieve ziekten, zoals Parkinson en dementie. We zijn nu bezig om vorm te geven aan de Rhineland Study: een groot onderzoek onder 30.000 mensen van dertig jaar en ouder, woonachtig in drie gebieden in en rond Bonn. Net als bij ERGO worden de deelnemers in speciale centra onderzocht. We maken MRI-opnamen van de hersenen en testen de cognitie van de deelnemers (geheugen, intelligentie, het vermogen om te beoordelen, leren, waarnemen en redeneren). Ook verzamelen we bloed, cellen, urine en, waar mogelijk, hersenvocht. Bovendien verrichten we gedetailleerd onderzoek naar zintuigen, hart en bloedvaten, nieren, immuunsysteem en stofwisseling. We hopen 10.000 deelnemers per jaar in de studie op te nemen, dus over drie tot vier jaar zijn we klaar met de eerste onderzoeken. Daarna worden de deelnemers elke drie jaar opnieuw volledig onderzocht.”
Breteler werkte van 1989 tot 2011 bij het Erasmus MC. Op 28 september werd zij geïnstalleerd als lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW).