Bas Groot Koerkamp
Chirurg Bas Groot Koerkamp en zijn onderzoekers krijgen ruim 900.000 euro en gaan daarmee onderzoeken of patiënten met alvleesklierkanker beter af zijn als ze eerst chemotherapie krijgen, en dan pas geopereerd worden. Het gaat om patiënten met zogeheten resectabel alvleesklierkanker: een tumor die nog te opereren is. Op dit moment worden deze patiënten eerst geopereerd waarna een aanvullende behandeling met chemotherapie volgt.
‘Een operatie aan de alvleesklier is een grote operatie. We zien nu dat de helft van de patiënten niet meer toekomt aan de chemokuur omdat ze onvoldoende herstellen van die operatie’, legt Groot Koerkamp uit. ‘We gaan dus kijken of dat beter gaat als we hen eerst chemotherapie geven.’
Groot Koerkamp gebruikt in de studie chemotherapie met FOLFIRINOX, waarnaar hij met de PREOPANC-2 trial al succesvol onderzoek deed. FOLFIRINOX is een cocktail van verschillende cytostatica. ‘Voor mensen met uitgezaaide alvleesklierkanker is FOLFIRINOX al de standaard behandeling. Ook is het de standaard behandeling ná een operatie aan alvleesklierkanker.’
In de nieuwe studie, de PREOPANC-3 trial genoemd, gaat Groot Koerkamp met een groot team onderzoeken wat beter is: FOLFIRINOX voor de operatie geven of erna? ‘De patiënten herstellen doorgaans binnen vier tot zes weken goed van deze chemokuur’, zegt Groot Koerkamp.
Hij hoopt dat zijn nieuwe studie zal aantonen dat de combinatie FOLFIRINOX en daarná een operatie de optimale behandeling zal blijken te zijn voor patiënten met operabele alvleesklierkanker. Alvleesklierkanker, ook wel pancreaskanker genoemd, is op dit moment slechts in zeer zeldzame gevallen te genezen.
Agressief
Overigens is de methode eerst chemo, dan pas opereren al wel gangbaar bij mensen bij wie de pancreastumor technisch gezien wel te opereren is, maar bij wie dit wel een extra lastige en risicovolle exercitie is. ‘Bij deze groep patiënten is de tumor zó agressief dat dikwijls al tijdens de chemotherapie uitzaaiingen ontstaan. Dan moeten we zes maanden na die zware operatie erkennen dat de kanker terug is. Een chemokuur voor de operatie kan in deze gevallen de tumor laten slinken, waardoor een operatie meer soelaas kan bieden.’
Groot Koerkamp hoopt over vijf jaar resultaat te hebben. ‘Ik ben oncologisch chirurg en ik help daarmee individuele patiënten. Het mooie van deze subsidie is dat we daardoor mogelijk heel veel patiënten wereldwijd kunnen gaan helpen. Als de resultaten positief zijn, kan dat namelijk impact hebben voor de behandeling van alvleesklierkanker in andere landen. De behandeling van resectabel slokdarmkanker wordt al enkele jaren op deze manier gedaan. Met succes.’
Marinella Offerman
Marinella Offerman en haar groep doen onderzoek bij mensen met kanker in het hoofd-halsgebied. Mensen die hiervan niet meer kunnen genezen, of wel in een palliatieve fase belanden, ervaren een veelheid aan klachten, bijvoorbeeld met ademhalen, praten en slikken.
Zij willen graag goed geïnformeerd worden over wat hen te wachten staat in de toekomst, vindt Offerman. ‘Een bekende vraag in deze fase is: hoe lang heb ik nog? De gemiddelde duur van de palliatieve fase voor deze patiënten is niet langer dan een half jaar.’
In dit korte tijdsbestek wil je optimale zorg bieden waarbij de patiënt en zijn of haar naaste, samen met de arts, kwaliteit en kwantiteit van leven zo goed mogelijk kunnen afwegen. ‘Elke behandeling heeft namelijk ook impact op de kwaliteit van leven. Alleen wat betreft kwantiteit van leven (overlevingskans) beschikken we tot op heden niet over optimale informatie en dat is wat we met dit onderzoek gaan realiseren.’
Beslissingen
Uit eerder onderzoek van Offermans team is bekend geworden dat mensen die niet meer kunnen genezen vaker behoefte hebben aan concrete informatie over de levensverwachting. ‘Het is voor artsen lastig een accurate prognose te geven. Dat komt bijvoorbeeld doordat ze tot op heden slechts beschikken over algemene cijfers op groepsniveau. Met meer geïndividualiseerde informatie over de individuele overlevingskansen kunnen patiënten en naasten samen met hun arts weloverwogen beslissingen maken in het licht van hun levenseinde.’
Om die prognoses beter te kunnen maken, gaan Offerman en haar team een model ontwikkelen en testen. Dat model is gebaseerd op individuele kenmerken van de patiënt, zoals naast de tumorgegevens ook leeftijd, geslacht en BMI. ‘We bouwen voort op onze ervaringen met een prognostisch model dat we hebben ontwikkeld en momenteel in onderzoeksverband inzetten bij patiënten die nog genezend behandeld kunnen worden. Met optimale informatie ondersteunen we het beslissingsproces in de palliatieve fase. Daarbij maken we het mogelijk om patiënten zoveel mogelijk eigen regie te geven.’
Kijk hieronder naar de video die het KWF maakte van de overhandiging van de subsidies aan Marinella en Bas.
De andere drie gelukkige Erasmus MC’ers zijn gynaecologisch oncoloog Lena van Doorn, moleculair geneticus Dik van Gent en wetenschappelijk onderzoeker Dermatologie Loes Hollestein. AIO Nucleaire Geneeskunde Tessa Brabander krijgt een Young Investigator Grant. Kijk op de site van KWF onder het kopje gehonoreerde projecten voor het totale overzicht.