Nieuwe behandeling

Erasmus MC zet monoklonaal antilichaam in tegen Covid-19

In het Erasmus MC werden onlangs de eerste Covid-patiënten behandeld met monoklonale antilichamen, casirivimab en imdevimab. Het gaat om patiënten die zelf onvoldoende antistoffen aanmaken, bijvoorbeeld doordat zij afweeronderdrukkende medicatie gebruiken na een transplantatie. Voor hen is het nieuwe middel een doorbraak.

16 likes
Leestijd 4 min
Blood,Cells.,Leukocytes,Attack,The,Virus.,Immunity,Of,The,Body.

Het middel, REGEN-Cov genoemd, bestaat uit casirivimab en imdevimab, twee monoklonale antistoffen die ervoor zorgen dat het Sars-CoV-2 virus de menselijke cel minder goed kan binnendringen. ‘Je koopt er als het ware de tijd mee om patiënten zelf hun antistoffen te laten aanmaken. Bij patiënten die nooit antistoffen zullen maken, helpt het de andere afweersystemen in het lichaam bij hun strijd tegen het virus’, zegt internist-infectioloog Bart Rijnders van het Erasmus MC, die de behandeling al meermaals toepaste.

Bart Rijnders

Dr. Bart Rijnders

Monoklonale antistoffen zijn krachtige antistoffen die in het laboratorium worden gemaakt, maar die oorspronkelijk zijn ontdekt in het bloedplasma van een patiënt die Covid-19 had doorgemaakt. Deze antistoffen worden toegediend aan patiënten die zelf nog geen antistoffen aanmaken wanneer ze in het ziekenhuis belanden.

Transplantatie

Ongeveer 1 op de 3 patiënten die met Covid-19 in het ziekenhuis belandt, maakt nog geen antistoffen tegen het virus. ‘Het betreft soms voorheen gezonde patiënten. Maar vaker zien we dit bij patiënten die immuunsysteem onderdrukkende geneesmiddelen gebruiken zoals bijvoorbeeld na een orgaan- of stamceltransplantatie of tijdens een behandeling tegen bloedkanker’, vertelt Rijnders. ‘Een deel van hen maakt, ook na volledige vaccinatie, helemaal geen antistoffen aan tegen het Sars-CoV-2 virus. Zij kunnen dus toch nog heel ziek worden wanneer ze tegen het virus aanlopen.’

Goedgekeurd

De nieuwe therapie is nog niet volledig geregistreerd, maar wel voor gebruik goedgekeurd door de European Medicines Agency (EMA). De EMA is de Europese geneesmiddelenwaakhond die beoordeelt of er voldoende bewijs is dat een nieuw medicijn werkzaam en veilig is, en dus mag worden gebruikt op de Europese markt.

Patiënten die bij opname nog géén antistoffen in hun bloed hadden, konden gemiddeld vier dagen eerder het ziekenhuis verlaten

Door deze positieve EMA-beoordeling, in combinatie met de positieve resultaten van een grote Britse studie, zijn deze monoklonale antistoffen nu ook in de Nederlandse Covid-19-behandelrichtlijn opgenomen. De monoklonale antistoffen staan hierin genoteerd als een te overwegen behandeling voor antistof-negatieve Covid-19 patiënten. Ook het Erasmus MC heeft de behandeling opgenomen in zijn richtlijn en onmiddellijk geïmplementeerd.

Aanleiding om het nieuwe geneesmiddel op te nemen in de richtlijn, is een grote Britse studie. Daaruit blijkt dat patiënten die bij opname nog géén antistoffen in hun bloed hadden, gemiddeld vier dagen eerder het ziekenhuis konden verlaten wanneer ze met monoklonale antistoffen werden behandeld. Ook was de mortaliteit, dus het aantal sterfgevallen binnen de behandelde groep patiënten, 6 procent lager.

Dexamethason en tocilizumab

Rijnders, die al sinds het begin van de pandemie onderzoek doet naar de behandeling van Covid-19, vervolgt: ‘Dexamethason, inmiddels ook een standaard behandeling in de ziekenhuizen, vermindert het aantal sterfgevallen met 2,9 procent wanneer het aan nog niet op de IC opgenomen Covid-19 patiënten wordt gegeven.’

‘En met tocilizumab, nog een middel dat zijn nut heeft bewezen bij Covid-19, nam de sterfte af met 4 procent. Dat was, toen dit werd ontdekt, ontzettend groot en goed nieuws in de medische wereld. De mortaliteitsdaling van 6 procent na behandeling met monoklonale antistoffen bij antistof negatieve patiënten is dus echt wel indrukwekkend.’

Geïsoleerd

Onderzoek in het begin van de pandemie, onder meer in de Nederlandse ConCovid study, liet zien dat 2 op de 3 Covid-patiënten zelf al antistoffen maken op het moment dat zij in het ziekenhuis belanden. ‘Het was dus begrijpelijk dat daarop volgend onderzoek, waaronder de genoemde Britse studie naar monoklonale antistoffen, zich op patiënten ging richten die zelf nog geen antistoffen aanmaken.’

In de Britse studie werden heel krachtige monoklonale antistoffen gebruikt. ‘Genezen Covid-19 patiënten maken meestal een heel spectrum aan antistoffen aan, waaronder zich soms bijzonder goed werkende antistoffen bevinden’, legt Rijnders uit.

We hebben een nieuwe behandeling in ons arsenaal

‘Nadat onderzoekers deze krachtige antistoffen hadden geïdentificeerd, werden in het laboratorium de allerkrachtigste geïsoleerd en in grote hoeveelheden aangemaakt. Casirivimab en imdevimab zijn daar voorbeelden van. Het zijn de eerste waarvan het nut overtuigend werd aangetoond bij met Covid-19 opgenomen patiënten.’

Eerder bleek ook al dat behandeling met monoklonale antistoffen de kans op ziekenhuisopname vermindert, maar alleen wanneer het in de eerste ziektedagen aan risicopatiënten wordt gegeven die nog niet zijn opgenomen.

Behandeling erg welkom

Over enkele maanden is 80 procent van de Nederlanders volledig gevaccineerd, hoopt Rijnders. Hij verwacht dat de meesten die tóch nog met Covid-19 in het ziekenhuis belanden, patiënten zijn die niet gevaccineerd werden, ófwel ondanks vaccinatie geen antistoffen hebben aangemaakt. ‘Voor deze laatste groep is deze behandeling natuurlijk heel erg welkom. Bij elke nieuwe Covid-19 patiënt wordt nu onmiddellijk bij opname gekeken of er al antistoffen in het bloed aanwezig zijn. Is dat niet het geval dan hebben we een nieuwe behandeling in ons arsenaal.’

Lees ook