Op dat moment wordt er op het raam geklopt. Het is een vriendin van Zara die vertelt dat ze een ongeluk heeft gehad. Vanaf dat moment komt René in een roes. Met de vriendin en haar vader rijdt hij naar het Erasmus MC, waar Zara met spoed naartoe is gebracht. ‘Ik had al vrij snel door dat het ernstig was. Ze werd beademd en lag me te stil.’
Tunnel
René en Zara’s bonusvader Chiel spenderen de nacht aan haar zijde, op de intensive care van het Sophia. Vroeg de volgende ochtend komt het slechte nieuws. ‘We werden wakker gemaakt en naar een kamer gebracht. Daar hoorden we dat ze het niet ging redden: het was een aflopende zaak.’
Achteraf snapt René niet hoe hij de dagen in het ziekenhuis is doorgekomen, vertelt hij in zijn huiskamer die volhangt met foto’s van Zara. ‘Eerst zijn er de zenuwen en dan de realisatie dat het over is. Je komt in een tunnel terecht waarin je wel handelt en met mensen praat, maar nog niet veel voelt. Er kwamen de eerste ochtend nog vriendinnen van Zara langs die dachten dat ze het zou redden. Ik zit in het onderwijs, dus ik ging die meiden begeleiden. Zo werkt dat blijkbaar bij mij. De klap kwam pas later.’
Donorcodicil
Als blijkt dat Zara gaat overlijden, komt al snel de vraag: wil ze haar organen doneren? Daar hoeven René en Chiel niet over na te denken. Ze wisten dat Zara dat wilde. Het was terloops een keer ter sprake gekomen. ‘Ik denk dat ze een jaar of veertien of vijftien was, toen ze aan mij vroeg: pa, heb jij eigenlijk zo’n donorcodicil ingevuld? Ik vertelde dat ze van mij alles mogen gebruiken.’
Het zette Zara aan het denken en na een intens gesprek met haar bonusmoeder Isabel – Zara’s moeder overleed toen ze negen was – was ze eruit. ‘Ze zei: als mij iets overkomt, wil ik ook mijn organen geven’, aldus René. ‘Ik heb orgaandonatie destijds niet bewust ter sprake gebracht, maar ik ben blij dat ik wist hoe ze erover dacht.’
Zwaar beschadigd
Uit onderzoeken blijkt dat Zara’s lichaam zwaargehavend is. Uiteindelijk wordt alleen haar lever succesvol getransplanteerd. De andere organen zijn te zwaar beschadigd door de klap van het ongeluk. ‘Dat is wrang. We hadden het allerliefste gehad dat haar hart nog goed was. Omdat een hart klopt. Dan had ik willen gaan luisteren hoe het verder klopt in het lichaam van de ontvanger. Maar we zijn uiteindelijk super trots op haar. Dat ze op zo’n jonge leeftijd al de keuze heeft gemaakt om iets voor een ander te doen. Het is een mooi idee dat haar lever verder leeft bij iemand anders. Het is geweldig dat die mogelijkheid er is.’
‘Ik heb haar hand vastgehouden op het allerlaatste moment’
René en Chiel zijn bij Zara als de beademing wordt stopgezet en hun dochter overlijdt. ‘In eerste instantie wilde ik daar niet bij zijn, ik wilde het niet zien. Maar de intensive care-arts zei: doe het nou maar wel, want dat is goed voor je. Achteraf ben ik daar heel blij mee. Ik heb haar hand vastgehouden op het allerlaatste moment en we hebben zelf haar ogen gesloten. Dat zijn beelden die je nooit meer vergeet, net als het sluiten van de kist. Maar als ik dat afscheid niet had gehad, was het voor mij wazig geweest.’
Zombie
René liep in zijn eigen woorden ‘als een zombie’ rond in de dagen dat Zara op de intensive care lag. Toch werd hij goed begeleid, vertelt hij. ‘Het personeel heeft heel goed door waar je doorheen gaat. Als de emotie komt, is het begrip groot. Soms zagen we hen ook een traantje wegpinken. Dat helpt. Er was een meneer die de boterhammen smeerde en kopje koffie regelde. Eten doe je niet, dus ik zei: ik hoef even niks. Later kwam hij terug en zei: ik heb toch maar een boterhammetje voor je meegenomen. Je moet toch iets eten. Dat moet je maar kunnen, in zo’n poel van verdriet terecht komen en dan precies het juiste doen en zeggen.’
Publieksjaarverslag
Dit verhaal komt uit het publieksjaarverslag 2022 van het Erasmus MC (pdf): een magazine vol persoonlijke verhalen van onze patiënten, collega’s en studenten.
René mist zijn dochter nog elke dag. Het gemis zit hem vooral in de dagelijkse dingen, vertelt hij bijna een jaar na het ongeluk. ‘Het gevoel dat ze er niet meer is, dat gebeurt niet in die ziekenhuiskamer. Dat ontstaat in de loop van het bestaan. In het begin kookte ik nog automatisch voor twee personen. Ik zat elke middag naar de tuindeur te kijken, want om 3 uur kwam ze met haar scooter uit school. Ik kan het nog steeds niet geloven. Ik moet soms nog steeds in mijn arm knijpen.’
Mondharmonica
Hij en Zara waren dol op elkaar, vertelt hij. ‘We waren een gezinnetje met z’n tweeën. Net als ik hield ze van muziek. Soms kwam ze opeens met nieuwe liedjes die ik ook gaaf vond. Keane bijvoorbeeld, met Somewhere only we know. Dat zette ze keihard aan als ik half zat te slapen op de bank. Ik ging ernaast staan en op mijn mondharmonica spelen. Dan gingen we helemaal uit ons dak. Dat nummer hebben we overigens ook gedraaid op haar uitvaart.’
Vrienden en familie van Zara regelden dat er op de plek van het ongeluk op de Holysingel in Vlaardingen een herdenkingsboom kwam. Op de dag dat ze zeventien zou zijn geworden, kwamen ze daar samen en lieten ze wensballonnen op. Samen zitten ze ook in een Zara-app, waarin foto’s en herinneringen worden gedeeld. ‘Zara was heel sociaal en empathisch. Ze had heel veel vriendinnen en zij was het cement tussen hen. Wat ik nu veel hoor van haar vriendinnen is dat ze bij haar altijd terecht konden voor raad. Ze zeggen: als er problemen waren, gingen we naar Zara.’
‘Het leven kan zomaar voorbij zijn. Dus denk na over orgaandonatie’
Inmiddels kan René af en toe weer genieten van het leven. ‘Ik merk dat ik dingen weer leuk ga vinden. Bijvoorbeeld met vrienden naar voetbal kijken en keihard juichen als Feyenoord scoort. Of muziek maken met de jongens. Dan kan ik het even vergeten.’ Haal het maximale uit het leven is dan ook zijn boodschap aan de leeftijdsgenoten van zijn dochter. ‘Leef, feest, word verliefd en zuig het leven op, want het leven is geweldig. Dat meen ik. Maar wees je er ook bewust van dat het zomaar voorbij kan zijn. Dus denk na over orgaandonatie. Want wat je na je dood nog kan betekenen voor anderen is best wel wat.’
‘Alles draait om de wens van de donor’
Dit kan maar één keer, dus ik wil het zo goed mogelijk doen. Die gedachte heeft Willem-Anne van Dijk altijd in zijn achterhoofd als orgaandonatiecoördinator in het Erasmus MC. Het is zijn taak om orgaandonoren en nabestaanden te begeleiden bij orgaandonatie.
Willem-Anne wordt gebeld als iemand in het ziekenhuis gaat overlijden en geregistreerd staat als potentiële orgaandonor. Eenmaal in het ziekenhuis gaat hij zo snel mogelijk in gesprek met de familie van de patiënt. Daarbij draait alles om de wens van de donor.
Willem-Anne legt aan de nabestaanden uit wat er komt kijken bij orgaan- en weefseldonatie. Is de wens herkenbaar voor de familie? Wat gebeurt er precies bij donatie en wanneer? ‘We vertellen ook hoe het lichaam van hun geliefde eruit zal zien. Bijvoorbeeld waar de wond zit na uitname van de organen of weefsels. En dat ze de laatste zorg nog zelf kunnen doen, als ze dat willen.’ Om de geschiktheid van de organen te bepalen, bespreekt hij de leefstijl van de donor. Gebruikte diegene bijvoorbeeld drugs, tabak of alcohol? Wat deed hij, zij of hen voor werk en wat was de reisgeschiedenis?
Het zijn vaak emotionele gesprekken. ‘We hebben het over iemand van wie de familie of naasten houden. Vaak worden ook herinneringen gedeeld. Natuurlijk ben ik soms ook geraakt. Ik vind het geen zwakte om dat te laten zien. Maar er wordt zeker ook gelachen. Het belangrijkste voor mij is dat de familie zich gehoord voelt en dat we de wens van de donor vervullen.’
Aan Willem-Anne ook de taak om uitgebreide medische gegevens te verzamelen. Zo laat hij bloedonderzoek doen en foto’s, scans of echo’s van de organen maken. Alle gegevens gaan naar Eurotransplant, zodat een passende ontvanger gevonden kan worden bij elk orgaan dat geschikt lijkt voor donatie. Willem-Anne regelt ook het operatieteam dat de organen uit het lichaam haalt.
Na de operatie laat Willem-Anne de nabestaanden weten hoe de ingreep is verlopen. Zes tot acht weken later horen ze opnieuw van hem. Telefonisch en in een brief vertelt de orgaandonatiecoördinator of de organen succesvol zijn getransplanteerd, met daarbij geanonimiseerde informatie over de ontvanger.
In Nederland is nog altijd een tekort aan donororganen. In 2022 doneerden in Nederland 292 mensen één of meerdere organen na overlijden, terwijl bijna 170.000 mensen overleden dat jaar. Het lage aantal donoren komt deels doordat iemand in het ziekenhuis moet overlijden om organen te doneren. En een potentiële donor moet medisch geschikt zijn. Niet iedereen die als donor geregistreerd staat, kan dus daadwerkelijk doneren. ‘Dat laat zien dat een actieve registratie enorm belangrijk is. Er overlijden nog steeds mensen terwijl ze wachten op een orgaan.’
Meer lezen over orgaandonatie kan op de website van de Nederlandse Transplantatie Stichting.