Zwangerschap en transplantatie

Hanneke heeft een donornier en kreeg een kerngezonde baby

Patiënten die zijn getransplanteerd, leven steeds langer en gezonder met een donororgaan. Hun levenswandel ziet eruit als dat van ieder ander: er wordt gewerkt en gesport, er is ruimte voor hobby’s, relaties én kinderen. Hanneke van den Kieboom (38) kreeg op haar 22e haar eerste donornier, en op haar 36e haar eerste kindje.

Deel
8 likes
Leestijd 5 min
Hanneke van den Kieboom en man en Merijn klein

Toen Hanneke 4 jaar was, werd bij haar chronische glomerulonefritis ontdekt, een ziekte waarbij de filtertjes in de nieren aangedaan zijn. Op haar 22e was haar nierfunctie zo slecht dat ze moest gaan dialyseren. Of er moest een donornier komen.

Haar familie bleek al een lijst met potentiële donoren te hebben samengesteld, met daarop de namen van haar broer en zussen, een nicht, een oom, haar tantes en haar moeder. ‘We zijn op zeker moment met drie auto’s naar het Erasmus MC gereden voor allerlei tests. Mijn moeder bleek het meest geschikt.’

Het ene oor in…

In 2006 volgde haar eerste niertransplantatie. Die nier deed het jaren lang prima, maar in 2015 was er een nieuwe transplantatie nodig. Ze kreeg een nier van haar broer. ‘Een transplantatiecoördinator begon al in 2006 over kinderen krijgen, maar dat ging toen nog het ene oor in, het andere oor uit. Ik was helemaal nog niet aan kinderen toe.’

Twaalf jaar later, rond 2018 werd dat anders: er ontstond een kinderwens bij Hanneke en haar man Robin. ‘Ik heb dat aangegeven bij mijn arts, dr. Kho (nefroloog, red) en zij heeft toen meteen actie ondernomen. Mijn medicatie moest worden omgezet naar andere bloeddrukverlagers en immuunsuppressiva, omdat sommige van de medicijnen die ik had niet goed zijn voor een ongeboren kind. Ook moest ik naar de gynaecoloog om de risico’s in kaart te brengen.’

De tekst gaat verder onder het kader

Webinar over kinderwens en zwangerschap

Op donderdag 30 maart organiseert het Erasmus MC Transplantatie Instituut een webinar over kinderwens en zwangerschap. De bijeenkomst is online te zien en duurt van 19.00 tot 20.00 uur. Het webinar kan ook na afloop nog worden teruggekeken.

Onderwerpen zijn onder andere: zwangerschapswens en kinderwens bij de vrouw na transplantatie, kinderwens bij de man na transplantatie en erfelijkheid van orgaanfalen. Voor meer informatie, kijk op de webpagina van het Erasmus MC Transplantatie Instituut. Het webinar is vanaf 19.00 uur te volgen via deze link.

Een paar maanden later kreeg ze groen licht en in 2020 raakte ze zwanger. Toegegeven: die zwangerschap was niet altijd een ‘walk in the park’. ‘Omdat ik een donornier heb, moest ik mijzelf dag en nacht ontzettend goed in acht nemen en gefocust zijn op mijn ongeboren baby én mijn nier’, vertelt ze. ‘Ik ging ook piekeren: hoe moest dat als er een keizersnee nodig zou zijn? Bij mij zit de nier in mijn buik. Zouden ze die dan niet per ongeluk doorsnijden?’

Zwangerschap was geen ‘walk in the park’ maar ‘Merijn is de moeite meer dan waard’

Ook artsen moesten eraan wennen. ‘Ik liep bij de gynaecoloog en in het begin van mijn zwangerschap zat daar telkens een andere arts in opleiding. Die kon dan erg schrikken van mijn bloed- en urinewaarden. Er zaten eiwitten in en dan vreesden ze voor zwangerschapsvergiftiging. Ik moest steeds uitleggen dat de normale waarden niet op mij van toepassing waren. Gelukkig kreeg ik na verloop van tijd een vaste gynaecoloog: dr. Dekoninck. Hij snapte dat het ingewikkeld was.’

Tot 30 weken zwangerschap ging het eigenlijk best goed, herinnert Hanneke zich. ‘Maar na 30 weken en 1 dag ging ik ineens dubbel zien. Alle alarmbellen gingen af en ik werd opgenomen in het Sophia. Er werd een CT-scan gemaakt en hersenvocht afgenomen. Ik kon ook meteen bij een oogarts terecht. Uiteindelijk bleek het waarschijnlijk een beknelde zenuw rondom mijn oog. Die was ontstaan door de stijgende bloeddruk, veroorzaakt door de zwangerschap in combinatie met mijn gezondheid.’

Zwaar

De laatste weken waren zwaar. ‘Het piepte en kraakte aan alle kanten. Ik moest twee keer per week naar het ziekenhuis: de ene keer naar de gynaecoloog, de andere keer naar de nefroloog. Ik had hele lieve mensen om me heen die het beste met me voor hadden, maar ik voelde aan alle kanten dat het een risicovolle zwangerschap was.’

Er werd afgesproken: met 37 weken en 5 dagen zou haar bevalling worden ingeleid. Op de afgesproken dag bleek dat Hanneke een bacterie bij zich droeg, afkomstig van een eerdere blaasontsteking. Dat was niet zonder gevaar want de baby zou met die bacterie in aanraking kunnen komen. ‘Er moest een antibioticakuur worden toegediend in het infuus met weeënopwekkers. Maar Merijn kwam zo snel dat er geen tijd was om de kuur af te maken.’

Merijn werd geboren op 5 maart 2021. De kinderarts besloot dat hij moest worden opgenomen omdat  het risico op besmetting met de betreffende bacterie hoog was. Gelukkig bleek Merijn na een aantal dagen niet geïnfecteerd. Wel was zijn bilirubinegehalte te hoog en moest hij onder een speciale blauwe lamp. Omdat Hanneke goed opknapte, kon ze snel met ontslag en verhuisde ze naar het kraamhotel van het Sophia Kinderziekenhuis. ‘Elke drie uur ging ik naar de afdeling om borstvoeding te geven.’

Kraamvisite voor het raam

Na een paar dagen verhuisden Hanneke en Merijn – met lamp en al – naar het Amphia Ziekenhuis in Breda, waar ze hun intrek namen in een gezinssuite van de kraamafdeling. ‘Dat was echt fijn. Het is jammer dat het midden in de coronatijd was. Robin mocht overal mee naartoe maar onze familie heeft Merijn pas na twee weken gezien. Onze kraamvisite stond hier buiten voor het raam.’

Ze is nu weer kerngezond: alle bloedwaarden en haar nierfunctie zijn goed. Met de kleine Merijn gaat het geweldig. Er wordt voorzichtig nagedacht over een tweede kind. ‘We hebben er nog geen eenduidig antwoord op. Aan de ene kan denk ik: ja, ik zou het zo weer doen. Je bent de nare dingen kennelijk snel weer vergeten. Plus: Merijn is zo’n heerlijk kind. Hij is ontzettend de moeite waard. Aan de andere kant vraag ik me af: loopt het dan weer zo goed af?’

Zwangerschap is uitdaging voor donornier

Zwangerschap is voor de donornier een uitdaging. Een zwangerschap veroorzaakt grote veranderingen in het lichaam van een vrouw. Het ontwikkelen van de placenta gaat bijvoorbeeld gepaard met de aanmaak van meer bloed dat moet worden rondgepompt door het hart en gezuiverd door de donornier.

Bij getransplanteerde vrouwen moet de donornier gedurende de zwangerschap 40 procent harder werken. ‘Daarom zijn het complexe zwangerschappen. De werking van de nier en het vaatbed beïnvloedt ook de aanleg van de placenta. Problemen met de aanleg van de placenta kunnen bijdragen aan zwangerschapscomplicaties, zoals een hoge bloeddruk, vroeggeboorte, of zwangerschapsvergiftiging’, zegt Marleen van Buren – verpleegkundig specialist niertransplantatie. Zij promoveerde in september 2022 op ‘Zwangerschap & Niertransplantatie’ onder begeleiding van co-promotoren internist-nefroloog dr. Jacqueline van de Wetering en gynaecoloog dr. Titia Lely (UMCU).

Voor het onderzoek is met vertegenwoordigers uit alle transplantatiecentra het PARTOUT-netwerk opgericht. Daardoor konden alle Nederlandse cijfers op een rij worden gezet. Hieruit blijkt dat de uitkomsten van een zwangerschap bij vrouwen met een getransplanteerde nier over het algemeen gunstiger zijn dan vaak gedacht. ‘De nierfunctie gaat nauwelijks achteruit door de tijdelijke extra belasting van de nier. Ook is er geen grotere kans op afstoting van het donororgaan. Dit komt overeen met de internationale cijfers.’

Lees meer over deze studie op de website van het UMC Utrecht.

Lees ook