Promotie

Selectieprocedures universitaire zorgopleidingen beïnvloeden diversiteit onder studenten

In de discussie ‘loting versus selectie’ neemt wetenschappelijk onderzoeker Suzanne Fikrat-Wevers geen standpunt in. Wel drukt ze universitaire zorgopleidingen in Nederland op het hart te investeren in hun huidige selectieprocedures om de diversiteit onder studenten te vergroten. ‘Zorg ervoor dat je de kansengelijkheid serieus neemt.’

Deel
10 likes
Leestijd 4 min
Suzanne Fikrat-Wevers
Universitaire zorgopleidingen, zoals geneeskunde, krijgen ieder jaar meer aanmeldingen dan dat er plekken zijn. Daarom verdelen ze de beschikbare plaatsen met selectieprocedures, die in Nederland per opleiding kunnen verschillen. Dit leidt tot zorgen over een mogelijk verlies van diversiteit onder studenten, terwijl diversiteit in het hoger onderwijs van groot maatschappelijk belang is: een diverse populatie gezondheidsprofessionals draagt bij aan de kwaliteit en toegankelijkheid van de gezondheidszorg.

Wetenschappelijk onderzoeker Suzanne Fikrat-Wevers onderzocht daarom bij bijna 2000 kandidaten van de bacheloropleidingen van vijf universitaire zorgopleidingen de impact van verschillende selectiemethoden, zoals cijfers, CV’s en kennistoetsen, op kansenongelijkheid. Daarnaast bestudeerde zij de invloed van verschillende voorbereidingsactiviteiten op de diversiteit en vroeg zij meer dan 700 kandidaten naar hun mening over dit onderwerp. Vrijdag 8 maart promoveert zij op dit onderwerp.

Kandidaten maken zich zorgen over de impact van een veeleisende selectieprocedure op hun welbevinden

De belangrijkste vragen bij het kiezen van een selectiemethode zijn volgens Fikrat-Wevers ‘wat wil een zorgopleiding met selectie bereiken’ en ‘op welke manier kunnen deze doelen het beste worden gerealiseerd?’ Als opleidingen voor een bepaalde selectieprocedure kiezen, moeten ze rekening houden met mogelijke neveneffecten, zoals minder diversiteit en stress bij de kandidaten.

‘Veel kandidaten die ik heb bevraagd, ervaren de huidige selectie als oneerlijk. De verschillende procedures leiden volgens hen tot kansenongelijkheid. Daarnaast maken kandidaten zich zorgen over de impact van een veeleisende selectieprocedure op hun welbevinden’, aldus Fikrat-Wevers.

Toch geven kandidaten de voorkeur aan een selectieprocedure waarbij zij een gevoel van controle op de uitslag hebben en waarop ze een breed scala aan vaardigheden kunnen laten zien. Ze zijn dus over het algemeen geen voorstander van loting.

Tot 2000 werd de plaatsing van studenten bepaald door gewogen loting, waarbij de kans op toelating hoger was als aspirant-studenten een hoger vwo-cijfer hadden. Sinds die tijd gebruiken universitaire zorgopleidingen zelfontworpen selectieprocedures om te bepalen welke kandidaten het meest geschikt zijn. Dit doen ze op basis van minimaal twee kwalitatieve criteria, zoals motivatie en intelligentie. Vanaf het collegejaar 2024-2025 is het voor opleidingen mogelijk om gewogen of ongewogen loting toe te passen, al dan niet in combinatie met een selectieprocedure.

De manier waarop wordt geselecteerd, kan de diversiteit op verschillende manieren beïnvloeden, stelt Fikrat-Wevers. Het gebruik van cijfers kan bijvoorbeeld leiden tot een nadeel voor kandidaten met een lage sociaaleconomische status. En kandidaten met een migratieachtergrond kunnen worden benadeeld door het gebruik van een CV en een proefstudeertoets.

Het absolute effect van betaalde voorbereidingsactiviteiten, zoals coaching, bleek tijdens het promotieonderzoek beperkt. Deze leveren, behalve misschien een dosis zelfvertrouwen, niet vanzelfsprekend voordeel op. De gratis voorbereidingsactiviteiten die zorgopleidingen zelf aanbieden, laten wel een klein positief effect zien op de diversiteit. Met name kandidaten met een niet-westerse migrantenachtergrond die gratis aangeboden voorbereiding hebben gevolgd scoren beter.

We hebben geen heilige graal gevonden

Fikrat-Wevers concludeert dat het lastig is om te zeggen dat de ene manier van selecteren beter voor de diversiteit is, dan de andere. ‘Dat ligt genuanceerder. We hebben geen heilige graal gevonden. We moeten bij iedere selectiemethode kijken naar mogelijke neveneffecten en investeren in manieren om de kansengelijkheid te borgen.’ Dat gebeurt nu te weinig. Opleidingen kunnen bijvoorbeeld overwegen om hun selectieprocedure transparanter te maken, zodat kandidaten niet afhankelijk zijn van medici in hun sociale omgeving om te weten wat ze kunnen verwachten.

In de huidige discussie over loten of selecteren is haar standpunt even genuanceerd. ‘Als opleidingen kiezen voor selectie, dan moeten ze dus investeren in selectiemethoden die diversiteit vergroten en niet verkleinen, zoals nu soms het geval is’, aldus Fikrat-Wevers. ‘Dit vraagt om investeringen, zoals het aanstellen van een diverse selectiecommissie en het continu monitoren van de kansengelijkheid.’

Als opleidingen kandidaten via een loting willen toelaten, is de kansengelijkheid het grootst bij een ongewogen loting. ‘Door dit te combineren met een matchingprocedure, waarbij kandidaten kennismaken met de opleiding, kunnen een aantal van de positieve aspecten van selectie worden behouden.’

Suzanne Fikrat-Wevers deed haar promotieonderzoek binnen het institute of Medical Education Research Rotterdam (iMERR), verbonden aan de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC. Haar promotie is aanstaande vrijdag om 13.00 live te volgen via deze link.

Suzanne Fikrat-Wevers

Het proefschrift “Selectie en studentendiversiteit: De invloed van methoden, voorbereidingsactiviteiten en kandidaatpercepties in zorgopleidingen” is aan te vragen via suzannefikrat@gmail.com.

 

Lees ook