Dat heeft hepatoloog-epidemioloog dr. Milan Sonneveld van het Erasmus MC ontdekt in een internationale studie. Hij publiceerde daarover in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Hepatology. Sonneveld en zijn onderzoeksgroep ontdekten dat in het bloed van hepatitis B-patiënten twee hepatitis B-eiwitten te vinden zijn, aan de hand waarvan kan worden voorspeld of het virus weer opvlamt als ze stoppen met virusremmers.
Levenslang
Dat is een belangrijke ontdekking, zegt Sonneveld. ‘Chronische hepatitis B-patiënten moeten levenslang virusremmers slikken. Die zorgen ervoor dat het virus zich niet meer reproduceert, en dat het DNA van het virus niet meer te vinden is in het bloed. Maar het virus verdwijnt nooit helemaal en kan weer opvlammen als er geen virusremmers meer worden toegediend. Hepatitis B wordt vaak ontdekt tussen het 30e en 40e levensjaar, dus patiënten slikken tientallen jaren medicijnen. Dat is belastend en geeft risico op bijwerkingen.’
Sonneveld en zijn collega’s hebben een manier gevonden om een bepaalde groep Hepatitis B-patiënten te identificeren die veilig kan stoppen met virusremmers. Dat werkt als volgt: hoewel dankzij de medicatie in het bloed geen DNA van het virus meer te vinden is, produceert het overgebleven virus in de lever nog wel bepaalde eiwitten, ook wel antigenen genoemd. Patiënten bij wie dat overgebleven virus slechts kleine hoeveelheden antigenen produceert, kunnen veilig stoppen, ontdekten Sonneveld en zijn mede-onderzoekers.
Vinger aan de pols
De antigenen waar het in Sonnevelds studie om gaat, zijn HBsAg en HBcrAg, vertelt hij. ‘Een HBsAg-bepaling is in elk ziekenhuis beschikbaar. Een HBcrAg-bepaling kan op dit moment alleen in studieverband worden gedaan, in het Erasmus MC. Maar de HBsAg volstaat prima. Als die waarde onder de 100 international units per milliliter is, kan de patiënt veilig stoppen met medicatie. Wel moet de arts een vinger aan de pols houden om te monitoren of het virus echt weg blijft.’
Honderden patiënten straks mogelijk af van tientallen jaren pillen slikken
Genadeklap
En er kwam meer aan het licht. Bij patiënten die langdurig met virusremmers worden behandeld, is de kans dat hepatitis B volledig uit het bloed verdwijnt minimaal. ‘Bij een deel van de patiënten die stopten met virusremmers, gaf het immuunsysteem het achtergebleven virus een soort genadeklap. Bij hen vonden we na verloop van tijd helemaal geen HBsAg antigenen meer. Zij genazen dus volledig van hun chronische hepatitis B.’
Sonneveld hoopt dat alle artsen die chronische hepatitis B-patiënten behandelen, hun patiënten de bloedtest zullen aanbieden om te zien of stoppen mogelijk is. Er zijn in Nederland naar schatting 40.000 mensen met Hepatitis B, van wie er naar schatting zo’n 4000 een indicatie hebben om behandeld te worden met virusremmers.
Gedwongen
Hij kwam op het idee voor de studie nadat vanuit Zuidoost Azië –waar relatief veel hepatitis B voorkomt- berichten doorsijpelden dat sommige patiënten die stopten met medicatie het erg goed deden. ‘In Zuidoost Azië stoppen patiënten vaak noodgedwongen omdat de zorgverzekeraar de vergoeding van hun virusremmers stop zet. Artsen zagen tegen hun verwachting in dat één derde van de patiënten het eigenlijk best goed deed zonder medicijnen.’
Tijd dus om te onderzoeken of kan worden bepaald wie tot die minderheid van patiënten behoort. ‘Je wilt natuurlijk precies weten wie veilig kan stoppen. Want bij de rest van de patiënten die stopten, ontstond weer een ernstige opvlamming van het virus. Met ernstige leverschade of, na langere tijd van ontsteking, zelfs leverkanker tot gevolg.’
In verschillende ziekenhuizen in Zuidoost Azië en Europa werden bloedsamples onderzocht van patiënten die –om welke reden dan ook- waren gestopt met hun medicatie. De onderzoekers ontdekten dus dat patiënten die géén opvlamming kregen, betrekkelijk weinig antigenen van het virus in hun bloed hadden. ‘Tot voor kort konden we die hoeveelheid antigenen niet kwantificeren, niet bij elkaar optellen. We kunnen nu onderscheid maken tussen veel en weinig antigenen en dus bepalen hoe actief het virus is.’
Waarom het virus bij de ene patiënt veel eiwit blijft produceren en bij een ander niet, moet nog nader worden onderzocht. Vermoedelijk speelt het immuunsysteem hierbij een belangrijke rol. ‘Maar we kunnen de vele hepatitis B-patiënten die op dit moment worden behandeld nu wel aanbieden te kijken of ze met de virusremmers kunnen stoppen. Die mogelijkheid is zeer welkom. De meest gestelde vraag op mijn poli is: wanneer kan ik stoppen met mijn pillen?’