Retroscoop

Innovatie in transplantaties blijft een race tegen de wachtlijsten

Toen transplantatiechirurg prof. Jan IJzermans in 1991 als heelmeester begon, werden patiënten na een transplantatie nog in strikte isolatie verpleegd en behandeld met zware medicatie om afstoting van het transplantaat te voorkomen. Ruim 30 jaar later worden ze – dankzij sterk verbeterde chirurgische technieken en medicijnen – al snel na hun operatie aangemoedigd om te gaan bewegen, zonder isolerende beperkingen.

Deel
0 likes
Leestijd 5 min
Jan_IJzermans_DSF7021_Amazing
In de Retroscoop kijken medisch specialisten van het Erasmus MC die met pensioen gaan terug op hun vakgebied. Welke revoluties hebben zich voltrokken? De hamvraag: wat kon je betekenen voor de patiënt toen je begon, en hoe is dat nu?

Het begon eigenlijk pas écht in 1967. Dr. Christian Barnard voerde dat jaar in Kaapstad de eerste succesvolle harttransplantatie uit. Hoewel de eerste nier al in 1954 en de eerste lever al in 1963 werden getransplanteerd, bracht Barnards doorbraak de transplantatiegeneeskunde in een stroomversnelling. ‘Het was wereldnieuws. De media pompten het ontzettend op: dit was uniek in de geneeskunde’, herinnert Jan IJzermans zich. ‘De hele transplantatiewereld kreeg een boost.’

Toch duurde het nog enkele decennia voordat de transplantatiegeneeskunde in Nederland echt op stoom kwam. Jan IJzermans maakte die pioniersjaren als ‘jonge klare’ mee. Hij stond samen met collega-chirurg prof. Huug Tilanus en de hepatologen prof. Rob de Man en prof. Herold Metselaar aan de wieg van wat in het nieuwe millennium een van de grootste levertransplantatieprogramma’s van het land zou worden. Mét een vooraanstaande positie binnen Europa, vertelt hij.

Levende donoren

Met nefroloog prof. Willem Weimar zette hij bovendien een niertransplantatieprogramma met levende donoren op; in die beginjaren het grootste van Europa. Dat werd mogelijk doordat IJzermans medio jaren 90 de destijds baanbrekende laparoscopische techniek introduceerde om een nier uit te nemen bij een levende donor. Daarbij wordt de nier via een kijkgaatje uit de buikholte gehaald, dus zonder de buik open te snijden.

‘Opereren aan een gezond lichaam: dat deed je niet’

Dankzij die nieuwe techniek ondervonden levende donoren vanaf dat moment nauwelijks nadelen van hun donatie. ‘Het was destijds ongekend. Opereren aan een gezond lichaam: dat deed je niet’, blikt IJzermans terug. ‘Door de laparoscopische techniek, kon de levende nierdonatie een grote vlucht nemen, met daaraan gekoppeld cross-over en dominotransplantaties.’

Gamechanger

Voor nierpatiënten werd levende nierdonatie een gamechanger. Er zijn nu veel meer nieren beschikbaar omdat patiënten – bijvoorbeeld in familiekring – een eigen donor vinden. Patiënten kunnen bovendien al worden getransplanteerd voordat hun nierfunctie zo slecht wordt dat ze moeten gaan dialyseren. En: de operatie is in te plannen. ‘Na een transplantatie kunnen vrouwen weer zwanger worden, jongeren kunnen weer naar school en gaan studeren, en men kan het werk hervatten. Mensen kunnen zelfs meer dan 1 keer een donornier krijgen.’

Hoe anders was dat vroeger: na een transplantatie lagen mensen weken lang in isolatie. Ze slikten zware medicatie die hun immuunsysteem lam legde, zodat het donororgaan niet werd afgestoten. Maar daardoor werden ze buitengewoon kwetsbaar voor infecties.

Inmiddels is door verbeterde medicatie na de operatie, en door gedegen onderzoek naar doseringen vast komen te staan dat patiënten zo snel mogelijk na hun operatie in beweging mogen komen om weer conditie op te bouwen. In de maanden na hun operatie wordt de medicatie zodanig gefinetuned, dat ze met zo min mogelijk medicijnen – en dus bijwerkingen – door het leven kunnen.

Jan IJzermans sprak op vrijdag 8 september 2023 zijn afscheidsrede uit. De rede en het symposium ter gelegenheid van zijn afscheid zijn online terug te kijken.

Door die verbeterslagen is de transplantatie anno 2023 niet meer weg te denken uit het scala aan behandelingen. ‘Transplantatie is de meest efficiënte ingreep bij nier- en leverfalen. Als de transplantatie lukt – en die lukt in 90 tot 95 procent van de gevallen -, krijg je een heleboel levensjaren terug, met een hoge kwaliteit van leven. Daar is geen discussie over’, weet IJzermans.

Het Erasmus MC voerde in 2022 maar liefst 193 niertransplantaties en 93 levertransplantaties uit. Daarbij kunnen ook nog 18 hart- en 33 longtransplantaties worden opgeteld. Die aantallen kunnen nog verder omhoog, vindt IJzermans.

Concentratie

‘Ik pleit voor concentratie van de levertransplantaties. De groep chirurgen met wie je dit soort hoog complexe operaties doet, moet groot genoeg zijn om 24/7 paraat te kunnen staan, zonder dat je in de problemen komt als iemand bijvoorbeeld een keer ziek is. Dat geldt overigens ook voor de overige complexe orgaantransplantaties.’

Tegelijkertijd is de groep mensen die een transplantatie nodig heeft, relatief klein, vervolgt hij. ‘Om te zorgen dat iedere chirurg deze ingrepen vaak genoeg doet om zijn of haar vaardigheden op hoog niveau te houden, moet je alle patiënten eigenlijk in een miniem aantal specialistische ziekenhuizen opereren. Dat geldt zeker ook  voor de transplantaties met levers van levende donoren: die operaties zijn zo complex dat het heel belangrijk is dat chirurgen die zo vaak mogelijk doen.’

Meer donoren

Ook het aantal donororganen moet nog omhoog, betoogt hij. In 2020 werd de aangepaste wet op de Orgaandonatie van kracht. Nederlanders worden sindsdien in het donorregister geregistreerd, en moeten bezwaar maken als ze niet willen dat hun organen worden gedoneerd. Volgens IJzermans een goede ontwikkeling, maar het heeft nog niet sterk geleid tot meer effectieve donoren. Terwijl de wachtlijst voor een transplantatie, vooral die voor een levertransplantatie, alleen maar langer wordt.

‘Een lever die vroeger zou worden afgekeurd voor een transplantatie, kan op de pomp worden verbeterd en getest’

‘Potentiële donoren worden ouder, dikker en hebben bijkomende ziektes. Dat komt de bruikbaarheid van de organen niet ten goede.’ Maar ook daar heeft de wetenschap iets op gevonden, zegt IJzermans. Orgaanperfusie. Donororganen worden direct na de uitname aangesloten op een pomp die er zuurstofrijke vloeistoffen doorheen spoelt. Perfusie zorgt dat schade aan organen, veroorzaakt door zuurstoftekort tijdens het sterfproces, tot staan wordt gebracht.

IJzermans was een vurig pleitbezorger voor de Organ Preservation and Repair Unit, ook wel perfusiekamer genoemd, die in 2017 open ging op het OK-complex in het Erasmus MC. ‘Een lever die vroeger zou worden afgekeurd voor een transplantatie, kan op de pomp worden verbeterd en getest. Met donorharten en -longen gebeurt dat tegenwoordig ook. Prachtig om te zien.’

Regeneratie

IJzermans hart bleef gedurende zijn hele carrière kloppen voor wetenschappelijk onderzoek. Hij deed zelf studies en  begeleidde een keur aan promovendi, dankzij wiens onderzoek de behandeling van transplantatiepatiënten verder verbeterde. Ook na zijn pensionering zal hij nog jonge wetenschappers begeleiden

Én hij blijft voorlopig verbonden aan de Convergence – de verregaande samenwerking tussen het Erasmus MC, de TU Delft en de Erasmus Universiteit.

Hij geeft leiding aan de flagship ‘Organ Transplantation: making unsuitable donor organs suitable’. ‘We doen daarin met onder anderen technici van TU Delft onderzoek naar verbetering van perfusiemachines. En studies naar de mogelijkheid om schade aan donororganen te herstellen met de regeneratietechnieken van het lab van prof. Luc van der Laan.’

Jan IJzermans genoot zijn opleiding aan de opleiding geneeskunde in Rotterdam en in het toenmalige Academisch Ziekenhuis Rotterdam.

  • 1983 tot 1991: opgeleid tot wetenschappelijk onderzoeker (AGIKO) en chirurg
  • 1991: treedt toe tot de staf heelkunde van het toenmalige Dijkzigt ziekenhuis
  • 2005 tot 2014: verantwoordelijk voor de opleiding chirurgie
  • 2020: eerste voorzitter van het Erasmus MC Transplantatie Instituut

Naast zijn inzet voor de transplantatiechirurgie was hij gedurende vele jaren voorzitter van de werkgroep voor primaire levertumoren.

Lees ook