Jaarlijks krijgen in Nederland 14.000 mensen de diagnose longkanker. Voor de behandeling is het van groot belang om een goede pathologische diagnose te stellen. Hoe kleiner de afwijking, hoe beter de kans op genezing. Met navigatiebronchoscopie kunnen heel vroege vormen van longkanker worden ontdekt.
Voor de diagnose is een biopt nodig. Dat gebeurt momenteel via een CT-geleide punctie of met een conventionele bronchoscopie. Bij een CT-geleide punctie wordt van buitenaf tussen de ribben door en door het longvlies heen geprikt. Bij conventionele bronchoscopie wordt een scoop via de luchtpijp ingebracht. Het nadeel daarvan is dat de scoop te groot is om afwijkingen te bereiken die dieper in de smalle luchtwegen liggen. In het Radboudumc is daarom begonnen met het combineren CT-geleide punctie en conventionele bronchoscopie in de zogenaamde navigatiebronchoscopie.
Hoe werkt het?
Het biopt wordt genomen op een hybride operatiekamer. De patiënt is onder algehele narcose als een scoop met een dun verlengstuk in de luchtpijp wordt ingebracht. Een C-vormig röntgenapparaat, de C-boog, maakt tegelijkertijd een 3D-beeld van de longen, waarmee de route naar de tumor wordt bepaald.
Zodra de route is bepaald wordt het verlengstuk naar de afwijking geleid. De operateur ziet de route naar de afwijking op de monitor. Met aanvullende beeldvormende technieken controleert de operateur of het verlengstuk daadwerkelijk op de plek van bestemming is.
Vervolgens wordt met het verlengstuk een biopt afgenomen, dat direct op de OK wordt beoordeeld. Dit wordt een ROSE genoemd (Rapid on-site evaluation). De afdeling Pathologie doet de verdere beoordeling en geeft de uitslag door aan de hoofdbehandelaar.
Derde centrum
Het Erasmus MC is het derde centrum in Nederland met deze specifieke vorm van navigatiescopie. Longarts Arnold Duinisveld is de grondlegger van de navigatiebronchoscopie in het Erasmus MC en voerde de eerste navigatiebronchoscopie uit op de OK in het Erasmus MC.